Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 22 januari 2002
gepubliceerd op 05 april 2002

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 juni 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de binnenscheepvaart, betreffende de oprichting van een vormingscomité en risicogroepen

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid
numac
2002012106
pub.
05/04/2002
prom.
22/01/2002
ELI
eli/besluit/2002/01/22/2002012106/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

22 JANUARI 2002. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 juni 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de binnenscheepvaart, betreffende de oprichting van een vormingscomité en risicogroepen (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de binnenscheepvaart;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 4 juni 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de binnenscheepvaart, betreffende de oprichting van een vormingscomité en risicogroepen.

Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 22 januari 2002.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de binnenscheepvaart Collectieve arbeidsovereenkomst van 4 juni 1999 Collectieve arbeidsovereenkomst in verband met de oprichting van een vormingscomité en risicogroepen (Overeenkomst geregistreerd op 26 juli 1999 onder het nummer 51611/CO/139)

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de werklieden en werksters van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de binnenscheepvaart.

Art. 2.Om de vorming van de huidige en toekomstige werknemers uit alle sectoren van de binnenscheepvaart, in toepassing van het protocol van sectorale collectieve arbeidsovereenkomst van 4 juni 1999 gesloten in uitvoering van het interprofessioneel akkoord 1999-2000, uit te werken en te stimuleren en om alzo hun tewerkstellingskansen te verhogen, wordt een paritair samengesteld vormingscomité opgericht.

Het bestaat uit zes leden die door het Paritair Comité voor de binnenscheepvaart worden benoemd. De werkgevers- en werknemersorganisaties vertegenwoordigd in de schoot van het Paritair Comité voor de binnenscheepvaart dragen drie leden voor, met dien verstande dat tenminste één lid van een werknemersorganisatie en één lid van een werkgeversorganisatie bestuurder is van het Fonds voor de Rijn- en binnenscheepvaart.

Art. 3.Het vormingscomité is belast met de inrichting en uitwerking, in de ruimste zin, van alle vormingsprojecten die in het comité bij meerderheid van stemmen werden goedgekeurd.

Het vormingscomité is tevens belast met opleidingsprojecten voor de risicogroepen in uitvoering van hoofdstuk III, afdeling VI, bepalingen betreffende het interprofessioneel akkoord 1999-2000, van de wet 26 maart 1999 betreffende het Belgisch actieplan voor de werkgelegenheid 1998 en houdende diverse bepalingen.

Gelet op de economische situatie van de ondernemingen van de binnenscheepvaart zal de vorming van de risicogroepen zich in hoofdzaak richten tot de laaggeschoolde werknemers van de sector, met als opdracht hun tewerkstellingskansen te handhaven of te verbeteren.

Zij kan zich tevens richten tot laaggeschoolde werklozen.

De financiële weerslag van de goedgekeurde projecten is evenwel beperkt tot maximum de inkomsten die het vormingscomité ter beschikking staan. Overschrijding van deze limiet is enkel mogelijk na goedkeuring door het Paritair Comité voor de binnenscheepvaart dat met zijn goedkeuring dan eveneens de nodige financieringsmaatregelen neemt, teneinde het evenwicht tussen inkomsten en uitgaven te vrijwaren.

Art. 4.Ter financiering van deze vormingsprojecten zijn de werkgevers een bijdrage van 1,15 pct. en van 0,10 pct. berekend op het brutoloon van de in artikel 1 bedoelde werklieden en werksters verschuldigd aan het vormingscomité.

Art. 5.Het Fonds voor de Rijn- en binnenscheepvaart is belast met inning en het beheer van de in artikel 4 bedoelde bijdragen en met de uitgaven van de in artikel 3 bedoelde vormingsprojecten en opent hiervoor een afzonderlijke rekening.

Alle bepalingen inzake wijze en tijdstip van betaling en alle maatregelen in geval van wanbetaling, zoals voorzien in artikel 18 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 juni 1999, tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid en vaststelling van zijn statuten, zijn van kracht.

Art. 6.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1999 en is gesloten voor onbepaalde duur. Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt deze van 25 juni 1997, gesloten in het Paritair Comité voor de binnenscheepvaart, betreffende het vormingscomité.

Elk van de ondertekenen de partijen kan ze opzeggen mits een opzegtermijn van zes maanden in acht wordt genomen. Deze opzegging wordt bij een ter post aangetekende brief aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de binnenscheepvaart en aan elk van de ondertekende partijen betekend en heeft uitwerking op de derde werkdag na de datum van verzending.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 22 januari 2002.

De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX

^