gepubliceerd op 06 maart 2019
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 juni 2018, gesloten in het Paritair Subcomité voor de Vlaamse sector van de beschutte werkplaatsen, de sociale werkplaatsen en de maatwerkbedrijven, betreffende de praktische modaliteiten met betrekking tot de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 juni 2018 inzake de aanvullende financiële bijdrage door de werkgever bij onregelmatige prestaties van de werknemer in de sociale werkplaatsen
22 FEBRUARI 2019. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 juni 2018, gesloten in het Paritair Subcomité voor de Vlaamse sector van de beschutte werkplaatsen, de sociale werkplaatsen en de maatwerkbedrijven, betreffende de praktische modaliteiten met betrekking tot de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 juni 2018 inzake de aanvullende financiële bijdrage door de werkgever bij onregelmatige prestaties van de werknemer in de sociale werkplaatsen (1)
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de Vlaamse sector van de beschutte werkplaatsen, de sociale werkplaatsen en de maatwerkbedrijven;
Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 19 juni 2018, gesloten in het Paritair Subcomité voor de Vlaamse sector van de beschutte werkplaatsen, de sociale werkplaatsen en de maatwerkbedrijven, betreffende de praktische modaliteiten met betrekking tot de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 juni 2018 inzake de aanvullende financiële bijdrage door de werkgever bij onregelmatige prestaties van de werknemer in de sociale werkplaatsen.
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 22 februari 2019.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, K. PEETERS _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor de Vlaamse sector van de beschutte werkplaatsen, de sociale werkplaatsen en de maatwerkbedrijven Collectieve arbeidsovereenkomst van 19 juni 2018 Praktische modaliteiten met betrekking tot de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 juni 2018 inzake de aanvullende financiële bijdrage door de werkgever bij onregelmatige prestaties van de werknemer in de sociale werkplaatsen (Overeenkomst geregistreerd op 28 augustus 2018 onder het nummer 147280/CO/327.01)
Artikel 1.Doel van de collectieve arbeidsovereenkomst Deze collectieve arbeidsovereenkomst geeft invulling aan de praktische modaliteiten met betrekking tot de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 juni 2018 inzake de aanvullende financiële bijdrage door de werkgever bij onregelmatige prestaties van de werknemer in de sociale werkplaatsen, en meer in het bijzonder aan hoofdstuk IV, artikel 5, § 1 en § 2.
Art. 2.Aangifte bij het "Fonds voor bestaanszekerheid van de sociale werkplaatsen" Om de uitbetaling door het "Fonds voor bestaanszekerheid van de sociale werkplaatsen" (verder het fonds genoemd) mogelijk te maken, moet het fonds over voldoende accurate informatie beschikken.
Daartoe bezorgen de werkgevers éénmaal per jaar een document van hun sociaal secretariaat waarin vermeld wordt hoeveel uren (uitgedrukt in decimalen) deze werkgever een toeslag betaald heeft voor de uren vóór zeven uur 's morgens na zeven uur 's avonds en hoeveel uren deze werkgever een toeslag betaald heeft voor de uren in het weekend.
Telkens wordt weergegeven of deze uren arbeiders dan wel bedienden betreffen en of er sprake is van gesco werknemers dan wel andere statuten.
Dit overzicht moet ingevuld worden op een sjabloon dat aan de werkplaatsen bezorgd wordt door het fonds :
Nombre d'heures (en décimales) indemnisées selon la convention collective de travail du 19 juin 2018 Aantal uren (in decimalen) vergoed volgens de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 juni 2018/
Semaine/Week 19 heures - 7 heures 19 uur - 7 uur
Ouvrier/Arbeider Ouvrier/Arbeider
Gesco/ACS
Niet-gesco/Non-ACS
Employé/Bediende Employé/Bediende
Niet-gesco/Non-ACS
Niet-gesco/Non-ACS
Week-end/Weekend
Ouvrier/Arbeider Ouvrier/Arbeider
Gesco/ACS
Niet-gesco/Non-ACS
Employé/Bediende Employé/Bediende
Gesco/ACS
Niet-gesco/Non-ACS
Enkel de categorieën in deze tabel vermeld, zijn toegelaten.
De opdeling in de verschillende categorieën (arbeider/bediende, gesco/niet-gesco) is verplicht. Ze is noodzakelijk om op een juiste manier de RSZ-werkgeversbijdrage in de vergoeding te verrekenen.
Onder "gesco" verstaan we: gesco doelgroepmedewerker, gesco omkadering sociale werkplaats, gesco omkadering arbeidszorg.
Onder niet-gesco vallen alle andere werknemers ongeacht statuut: regulier, Sociale Maribel, SINE, Activa.
Het sjabloon bevat een verklaring op eer die moet ondertekend worden door een persoon die gemachtigd is om de vereniging te verbinden (bijvoorbeeld directeur, bestuurder,...).
Samen hiermee bezorgt de werkplaats een attest of onderliggend document van het sociaal secretariaat, dat als basis gediend heeft voor het invullen van de tabel.
Dit document bevat geen individuele gegevens, enkel de getotaliseerde uren per categorie. Indien een werkplaats niet samenwerkt met een sociaal secretariaat, is een attest van een actuaris vereist.
De werknemers die niet gevat zijn, (leidinggevenden sociale verkiezingen volgens artikel 1 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 juni 2018) mogen niet meegeteld worden.
Als zij toch opgenomen zijn in de totalen van het sociaal secretariaat, moeten hun uren afgetrokken worden vóór het invullen van de tabel hierboven, en moeten hun uren apart vermeld worden om het verschil met het overzicht van het sociaal secretariaat te duiden.
Tot slot vermeldt het document van het sociaal secretariaat het aantal werknemers, uitgedrukt in koppen, dat deze toeslagen genoten heeft.
Art. 3.Berekening door het fonds Het fonds zal op basis van deze aangiftes berekenen hoeveel de vergoeding voor de premies bedraagt per werkplaats.
Deze berekening gebeurt volgens de regels die de (paritair samengestelde) raad van bestuur van het fonds bepaalt.
De berekening houdt rekening met: - de (geïndexeerde) bruto loonpremie zoals bepaald in artikel 3, § 2 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 juni 2018 inzake de aanvullende financiële bijdrage door de werkgever bij onregelmatige prestaties van de werknemer in de sociale werkplaatsen; - de RSZ-werkgeversbijdrage; - de werkgeversbijdrage (op sectorniveau vastgesteld op 37 500 EUR) die in exacte evenredigheid in mindering gebracht wordt van de kost per werkgever.
De tabel in bijlage bij deze collectieve arbeidsovereenkomst geeft weer op welke wijze de verschillende elementen op elkaar inspelen.
Bedragen en percentages zijn indicatief. De bedragen dienen geïndexeerd te worden en de exacte RSZ-percentages worden jaarlijks door het fonds bepaald.
Art. 4.Voorschot 2018 Op grond van de uitbetaling door het fonds met betrekking tot boekjaar 2017, wordt aansluitend een voorschot ter waarde van 75 pct. van dit bedrag gestort aan de werkgevers als voorschot voor het boekjaar 2018.
De totale som (voorschot + saldo) van het boekjaar 2017 geldt als basis voor het voorschot van 75 pct. voor het boekjaar 2018.
Art. 5.Saldo 2018 Overeenkomstig artikel 2 wordt jaarlijks aan de werkgevers gevraagd de documenten van het sociaal secretariaat, die bewijzen voor hoeveel uren er toeslag betaald werd, in de loop van het eerste kwartaal van het boekjaar 2019 te bezorgen.
Het fonds zal dan zo snel als mogelijk het saldo voor het boekjaar 2018 vereffenen.
Art. 6.Geen aangifte, geen geld Werkgevers worden geacht de terugbetalingsmogelijkheden door het fonds te kennen en worden geacht hun aangifte tijdig in te vullen. Zonder aangifte en zonder correcte attestering door het sociaal secretariaat zal het fonds geen voorschot en geen saldo betalen aan de werkgevers.
De raad van bestuur van het fonds is bevoegd om over alle betwistingen te oordelen.
Art. 7.Communicatie door het secretariaat Het secretariaat van het fonds bezorgt de volledige informatie met betrekking tot de berekening en de betaling van het saldo per onderneming aan de leden van de raad van bestuur van het fonds.
Art. 8.Communicatie in de onderneming De onderneming informeert de ondernemingsraad, bij afwezigheid het comité voor preventie en bescherming op het werk, bij afwezigheid de syndicale delegatie en bij afwezigheid het personeel over de aangifte van het saldo zoals deze aan het fonds wordt overgemaakt.
Art. 9.Duur Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt afgesloten voor bepaalde duur en heeft uitwerking vanaf 1 januari 2018 tot en met 31 december 2018.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 22 februari 2019.
De Minister van Werk, K. PEETERS
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Aanvullende nota bij collectieve arbeidsovereenkomst van 19 juni 2018 inzake de praktische modaliteiten met betrekking tot de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 juni 2018 - lezing van de artikelen 2 en 5 Teneinde de uitvoering van vermelde collectieve arbeidsovereenkomst te optimaliseren, dienen enkele artikelen van deze collectieve arbeidsovereenkomst gelezen te worden als volgt : Lid 2 van artikel 2 "Aangifte bij het "Fonds voor bestaanszekerheid van de sociale werkplaatsen" [...] Daartoe bezorgen de werkgevers éénmaal per jaar een document van hun sociaal secretariaat waarin vermeld wordt hoeveel uren (uitgedrukt in decimalen) deze werkgever een toeslag betaald heeft voor de uren vóór zeven uur 's morgens na zeven uur 's avonds en hoeveel uren deze werkgever een toeslag betaald heeft voor de uren in het weekend. [...]" dient als volgt te worden gelezen: Daartoe bezorgen de werkgevers éénmaal per jaar een document van hun sociaal secretariaat waarin vermeld wordt voorhoeveel uren (uitgedrukt in decimalen) deze werkgever een toeslag heeft laten berekenen door het sociaal secretariaat voor de uren vóór zeven uur 's morgens, na zeven uur 's avonds en voor hoeveel uren deze werkgever een toeslag heeft laten berekenen door het sociaal secretariaat voor de uren in het weekend.
Artikel 5 "Saldo 2018 Overeenkomstig artikel 2 wordt jaarlijks aan de werkgevers gevraagd de documenten van het sociaal secretariaat, die bewijzen voor hoeveel uren er toeslag betaald werd, in de loop van het eerste kwartaal van het volgend boekjaar te bezorgen. [...]" dient als volgt te worden gelezen: Overeenkomstig artikel 2 wordt jaarlijks aan de werkgevers gevraagd de documenten van het sociaal secretariaat, die bewijzen voor hoeveel uren er toeslag berekend werd, in de loop van het eerste kwartaal van het volgend boekjaar te bezorgen.
Deze nota wordt aangehecht aan voormelde collectieve arbeidsovereenkomst en samen verspreid door paritaire leden van het "Fonds voor bestaanszekerheid van de sociale werkplaatsen".
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 22 februari 2019.
De Minister van Werk, K. PEETERS
Bijlage 2 aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 juni 2018, gesloten in het Paritair Subcomité voor de Vlaamse sector van de beschutte werkplaatsen, de sociale werkplaatsen en de maatwerkbedrijven, betreffende de praktische modaliteiten met betrekking tot de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 juni 2018 inzake de aanvullende financiële bijdrage door de werkgever bij onregelmatige prestaties van de werknemer in de sociale werkplaatsen Sociale werkplaatsen doelgroepwerknemers/productiepersoneel Loonbarema's geldig vanaf 1 juni 2017 Het gewaarborgd gemiddeld minimum maandinkomen is van toepassing.
Volgende bedragen zijn geldig vanaf 1 juni 2017.
Age/Leeftijd
Salaire mensuel/Maandloon
Salaire horaire/Uurloon
18 ans/18 jaar
1 562,59
9,4894
19 ans et 6 mois d'ancienneté 19 jaar en 6 maanden anciënniteit
1 604,06
9,7413
20 ans et 12 mois d'ancienneté 20 jaar en 12 maanden anciënniteit
1 622,48
9,8531
De eindejaarspremie bedraagt 87 pct. van het individueel bruto maandloon (referentie : maandloon juli).
De werknemers hebben recht op een aanvullende financiële bijdrage van de werkgever bij onregelmatige prestaties (collectieve arbeidsovereenkomst van 9 november 2012). Deze aanvullende vergoeding bedraagt voor de doelgroepwerknemers vanaf 1 juni 2017: - 0,5943 EUR bruto per uur voor arbeidsprestaties op weekdagen vóór 07.00 uur en na 19.00 uur; - 1,4857 EUR bruto per uur voor arbeidsprestaties op zaterdag en zondag.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 22 februari 2019.
De Minister van Werk, K. PEETERS