gepubliceerd op 03 september 1998
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 maart 1997, gesloten in het Paritair Subcomité voor het stads- en streekvervoer van het Vlaamse Gewest, tot instelling van een regeling van aanvullende vergoeding voor sommige oudere werknemers in geval van halvering van de arbeidsprestaties
22 FEBRUARI 1998. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 maart 1997, gesloten in het Paritair Subcomité voor het stads- en streekvervoer van het Vlaamse Gewest, tot instelling van een regeling van aanvullende vergoeding voor sommige oudere werknemers in geval van halvering van de arbeidsprestaties (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor het stads- en streekvervoer van het Vlaamse Gewest;
Op de voordracht van Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 12 maart 1997, gesloten in het Paritair Subcomité voor het stads- en streekvervoer van het Vlaamse Gewest, tot instelling van een regeling van aanvullende vergoeding voor sommige oudere werknemers in geval van halvering van de arbeidsprestaties.
Art. 2.Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 22 februari 1998.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor het stads- en streekvervoer van het Vlaamse Gewest Collectieve arbeidsovereenkomst van 12 maart 1997 Instelling van een regeling van aanvullende vergoeding voor sommige oudere werknemers in geval van halvering van de arbeidsprestaties (Overeenkomst geregistreerd op 1 juli 1997 onder het nummer 44420/CO/328.01) Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 55 van 13 juli 1993, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, tot instelling van een regeling van aanvullende vergoeding voor sommige oudere werknemers in geval van halvering van de arbeidsprestaties, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 17 november 1993.
Gelet op artikel 26 van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen;
Gelet op het feit dat het Paritair Subcomité voor het stads- en streekvervoer van het Vlaamse Gewest voor de periode van 1 januari 1995 tot en met 31 december 1996 gebonden was door een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten met toepassing van artikel 10, § 1 van de wet van 3 april 1995 houdende maatregelen tot bevordering van de tewerkstelling;
Artikel 1.Voor het personeel van de « Vlaamse Vervoermaatschappij (V.V.M.) » wordt bij halvering van de arbeidsprestaties, vanaf de leeftijd van 55 jaar, geldend gedurende de periode van 1 januari 1997 tot en met 31 december 1998, op voorwaarde dat zij 25 jaar bezoldigde of geassimileerde dagen hebben op het ogenblik dat de halvering van de arbeidsprestaties een aanvang neemt en dat zij tijdens de twaalf maanden - te rekenen van datum tot datum - die onmiddellijk voorafgaan aan de vermindering van hun arbeidsprestaties, bij de « V.V.M. » hebben gewerkt in een voltijdse arbeidsregeling, een aanvullende vergoeding toegekend zoals voorzien bij voormeld koninklijk besluit van 17 november 1993. De berekening van het bruto-referteloon zal op dezelfde wijze geschieden als de berekening van het bruto-referteloon bij voltijds brugpensioen.
Art. 2.De jaren, doorgebracht in het stelsel van deeltijds brugpensioen, worden voltijds in aanmerking genomen bij de bepaling van de baremische anciënniteit en de dienstanciënniteit wat de overgang naar een ander barema betreft. Deze jaren worden eveneens, tot de leeftijd van 58 jaar, voltijds in aanmerking genomen ter berekening van de aanvullende toelage aan het wettelijk pensioen.
Art. 3.De arbeidsregeling zal in overleg met de entiteiten en binnen de bestaande reglementering worden bepaald.
Compenserende aanwerving ter vervanging is verplicht.
Art. 4.Overwegende dat het stads- en streekvervoer van de gewestelijke bevoegdheden deel uitmaakt en dat gewestelijke paritaire subcomités zijn opgericht, dat die elementen het sluiten van een specifieke collectieve arbeidsovereenkomst met betrekking tot de « V.V.M. » verantwoorden.
Art. 5.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten voor de periode van 1 januari 1997 tot en met 31 december 1998 en is door beide partijen opzegbaar met een opzeggingstermijn van zes maanden.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 22 februari 1998.
De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET