Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 22 december 2003
gepubliceerd op 13 februari 2004

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 september 2002, gesloten in het Paritair Comité voor het beheer van gebouwen, betreffende de syndicale vorming

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2003202308
pub.
13/02/2004
prom.
22/12/2003
ELI
eli/besluit/2003/12/22/2003202308/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

22 DECEMBER 2003. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 september 2002, gesloten in het Paritair Comité voor het beheer van gebouwen, betreffende de syndicale vorming (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid, inzonderheid op artikel 2;

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het beheer van gebouwen;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 30 september 2002, gesloten in het Paritair Comité voor het beheer van gebouwen, betreffende de syndicale vorming.

Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 22 december 2003.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, F. VANDENBROUCKE _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 7 januari 1958, Belgisch Staatsblad van 7 februari 1958. Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.

Bijlage Paritair Comité voor het beheer van gebouwen Collectieve arbeidsovereenkomst van 30 september 2002 Syndicale vorming (Overeenkomst geregistreerd op 20 februari 2003 onder het nummer 65522/CO/323) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en werknemers van de ondernemingen die tot de bevoegdheid behoren van het Paritair Comité voor het beheer van gebouwen.

Voor de toepassing van onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst moet worden verstaan onder "werknemers" : de bedienden en de arbeiders, zowel mannen als vrouwen, zoals gedefinieerd in artikelen 3 en 5 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 september 2002, afgesloten binnen het Paritair Comité voor het beheer van gebouwen, met uitsluiting van de conciërges en huispersoneel, zoals gedefinieerd in de artikelen 7 en 8 van dezelfde collectieve arbeidsovereenkomst. HOOFDSTUK II. - Afwezigheid op het werk met het oog op de deelneming aan leergangen voor syndicale vorming

Art. 2.Per onderneming waar een ondernemingsraad, een comité voor preventie en bescherming op het werk en/of een syndicale delegatie aanwezig is, zal de duur van de afwezigheid op het werk met het oog op de deelneming aan leergangen voor vakbondsopleiding berekend worden naar rato van 14 dagen voor 4 jaar effectief mandaat in de ondernemingsraad, comité voor preventie en bescherming op het werk en de vakbondsafvaardiging.

De duur van de afwezigheid op het werk met het oog op de deelneming aan leergangen voor vakbondsvorming zullen verdeeld worden onder de effectieve en plaatsvervangende leden, en in uitzonderlijke gevallen, aan niet-leden van de ondernemingsraad, het comité voor preventie en bescherming op het werk en de syndicale delegatie. Het cumuleren van de verlofdagen in hoofde van eenzelfde werknemer is toegestaan met evenwel een maximum van 2 weken per jaar.

De syndicale organisaties zullen de werkgevers nochtans ten minste 14 dagen vooraf op de hoogte brengen van het vooropgestelde programma en de data van hun afwezigheid van hun leden.

Met inachtneming van de problemen van de organisatie van de arbeid en teneinde zoveel mogelijk elk productieverlies te voorkomen, zullen de vakbonden er zorg voor dragen dat vermeden wordt dat een te groot aantal van hun leden gelijktijdig wordt aangeduid om gezamenlijk vormingsleergangen te volgen.

Sommige omstandigheden, zoals de afwezigheid van andere werknemers op dezelfde arbeidsplaats, kunnen de afwezigheid onmogelijk maken, zo men de goede werking van de onderneming niet in de war wil sturen. In dat geval zal de werkgever de betrokken syndicale organisatie inlichten. HOOFDSTUK III. - Betaling van de bezoldiging

Art. 3.§ 1. De ondernemingen zullen zelf de bezoldigingen betalen die betrekking hebben op de afwezigheden van de werknemers die, overeenkomstig de hierboven vermelde modaliteiten, aangeduid zijn om aan de cursussen voor vakbondsvorming deel te nemen. § 2. De organiserende vakbond neemt de organisatie en de daarmee gepaard gaande kosten ten laste. HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen

Art. 4.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt afgesloten voor een onbepaalde periode.

Zij treedt in werking op 1 oktober 2002.

Zij kan ten vroegste vanaf de eerstvolgende sociale verkiezingen opgezegd worden met een opzeggingstermijn van drie maanden, gericht per aangetekende brief aan de voorzitter van het Paritair Comité voor het beheer van gebouwen.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 22 december 2003.

De Minister van Werk, F. VANDENBROUCKE

^