gepubliceerd op 30 december 2003
Koninklijk besluit betreffende de bijdrage in de werkings-, personeels- en oprichtingskosten van de Kansspelcommissie verschuldigd door de houders van de vergunningen klasse A, B, C en E
22 DECEMBER 2003. - Koninklijk besluit betreffende de bijdrage in de werkings-, personeels- en oprichtingskosten van de Kansspelcommissie verschuldigd door de houders van de vergunningen klasse A, B, C en E
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 7 mei 1999 op de kansspelen, de kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers, inzonderheid de artikelen 19 en 71;
Gelet op het advies van de kansspelcommissie van 22 oktober 2003;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 4 december 2003;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 17 december 2003;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat de hoogdringendheid gemotiveerd wordt in de mate dat dit besluit de bijdragen van de kansspelinrichtingen voor het kalenderjaar 2004 betreft, bijdragen die het budget van de Kansspelcommissie uitmaken voor het kalenderjaar 2004;
In de mate dat de wet van 7 mei 1999 eveneens voorziet in de bevestiging krachtens een wet, is het van belang dat dit koninklijk besluit zo snel mogelijk kan gepubliceerd worden, wat de afwezigheid van advies van de Raad van state rechtvaardigt;
Op de voordracht van Onze Minister van Justitie, van Onze Minister van Begroting tot wiens bevoegdheid ten dele de Nationale Loterij behoort, van Onze Minister van Binnenlandse Zaken, van Onze Minister van Financiën, van Onze Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, en van Onze Minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid, en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Voor het burgerlijk jaar 2004, bedraagt de retributie voor een vergunning klasse A euro 15.453, de retributie voor een vergunning klasse B euro 7.727, de retributie voor een vergunning klasse C bedraagt euro 104, de retributie voor een vergunning klasse E bedraagt euro 2.576 voor de houders die enkel diensten leveren in het raam van het onderhoud, het herstel of de uitrusting van de kansspelen, voor al de andere houders van een vergunning klasse E bedraagt de retributie euro 1.288 per aangevatte schijf van 50 toestellen.
Daarenboven bedraagt de retributie voor de houders van een vergunning klasse A, die automatische toestellen exploiteren, euro 500 per toestel met een minimum van euro 15.000.
Art. 2.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2004.
Art. 3.Onze Minister bevoegd voor Justitie, Onze Minister bevoegd voor Begroting en ten dele bevoegd voor de Nationale Loterij, Onze Minister bevoegd voor Binnenlandse Zaken, Onze Minister bevoegd voor Financiën, Onze Minister bevoegd voor Sociale Zaken en Volksgezondheid, en Onze Minister bevoegd voor Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 22 december 2003.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Justitie, Mevr. L. ONKELINX De Minister van Begroting, tot wiens bevoegdheid ten dele de Nationale Loterij behoort, J. VANDE LANOTTE De Minister van Binnenlandse Zaken, P. DEWAEL De Minister van Financiën, D. REYNDERS De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, R. DEMOTTE De Minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid, Mevr. F. MOERMAN