gepubliceerd op 30 december 2000
Koninklijk besluit betreffende de modaliteiten van aanvraag en de vorm van de vergunning klasse E aangaande de kansspelen
22 DECEMBER 2000. - Koninklijk besluit betreffende de modaliteiten van aanvraag en de vorm van de vergunning klasse E aangaande de kansspelen
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 7 mei 1999 op de kansspelen, de kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers, inzonderheid op het artikel 53, 1° en 2°;
Gelet op het advies van de kansspelcommissie, gegeven op 6 december 2000;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 14 december 2000;
Gelet op het verzoek om spoedbehandeling, gemotiveerd door de omstandigheid dat de bepalingen betreffende de lijst van de toegelaten kansspelen en de werkingsregels ervan, de regels inzake het beheer en de werking van de kansspelinrichtingen klasse II en III alsook de modaliteiten betreffende het bekomen van een vergunning klasse B en C, en de vorm ervan ten laatste in werking zullen treden op 1 januari 2001, en dat het dientengevolge absoluut noodzakelijk is, opdat de verschillende operatoren actief in de verkoop, verhuur, leasing, levering, terbeschikkingstelling, invoer uitvoer, productie, diensten inzake onderhoud, herstelling en uitrusting van kansspelen, hun activiteiten zouden kunnen voortzetten met voldoende rechtszekerheid, tegelijk de modaliteiten te bepalen voor de aanvragen voor het verkrijgen van de vergunning klasse E en de vorm ervan;
Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 15 december 2000, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2° van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van Onze Minister van Justitie, van Onze Minister van Financiën, van Onze Minister van Economie, van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en van Onze Minister van Volksgezondheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.De aanvraag voor een vergunning klasse E wordt ingediend bij de kansspelcommissie, hierna te noemen de commissie, op haar administratieve zetel, bij ter post aangetekende brief door middel van een formulier overeenkomstig het model dat als bijlage I bij dit besluit is opgenomen. Dit formulier wordt aan de aanvrager toegezonden, door de commissie, op zijn vraag.
Art. 2.De aanvraag wordt behandeld binnen een termijn van zes maanden te rekenen vanaf de ontvangst van de ter post aangetekende brief, bedoeld in artikel 1.
De beslissing van de commissie wordt aan de betrokkene bij ter post aangetekende brief meegedeeld.
Bij een gunstige beslissing wordt een vergunning klasse E, waarvan het model als bijlage II bij dit besluit is gevoegd, bezorgd aan de betrokkene.
Art. 3.Personen die op het ogenblik van de inwerkingtreding van dit besluit diensten leveren waarvoor een vergunning klasse E vereist is, mogen deze diensten blijven leveren tot op het ogenblik dat de commissie een beslissing heeft genomen over hun aanvraag, op voorwaarde dat de aanvraag volledig is en werd ingediend binnen een termijn van één maand na de inwerkingtreding van dit besluit.
Als de commissie een beslissing over de aanvraag heeft genomen : a) beschikken de personen die diensten leveren over een periode van drie maanden voor de stopzetting van het leveren van de diensten als de vergunning is geweigerd, en dit vanaf de datum van de kennisgeving;b) beschikken de personen die diensten leveren over een periode van twaalf maanden om de levering van de diensten definitief aan te passen overeenkomstig dit besluit, en dit vanaf de datum van de kennisgeving van het toekennen van de vergunning klasse E.
Art. 4.a) Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 5.Onze Minister van Justitie, Onze Minister van Financiën, Onze Minister van Economie, Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Onze Minister van Volksgezondheid zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 22 december 2000.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Justitie, M. VERWILGHEN De Minister van Financiën, D. REYNDERS De Minister van Economie, Ch. PICQUE De Minister van Binnenlandse Zaken, A. DUQUESNE De Minister van Volksgezondheid, Mevr. M. AELVOET
Bijlagen Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 22 december 2000.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Justitie, M. VERWILGHEN De Minister van Financiën, D. REYNDERS De Minister van Economie, Ch. PICQUE Le Ministre de l'Intérieur, A. DUQUESNE De Minister van Volksgezondheid, Mevr. M. AELVOET