Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 22 december 2000
gepubliceerd op 09 januari 2001

Koninklijk besluit tot vaststelling van de bepalingen betreffende de aanwijzing in de personeelsformatie van de ambtenaren die een betrekking bekleden in de aanvullende personeelsformatie

bron
ministerie van ambtenarenzaken
numac
2000002117
pub.
09/01/2001
prom.
22/12/2000
ELI
eli/besluit/2000/12/22/2000002117/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

22 DECEMBER 2000. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de bepalingen betreffende de aanwijzing in de personeelsformatie van de ambtenaren die een betrekking bekleden in de aanvullende personeelsformatie


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op artikel 108 van de Grondwet;

Gelet op de wet van 20 februari 1990 betreffende het personeel van de overheidsbesturen en van sommige instellingen van openbaar nut, inzonderheid op artikel 19, vervangen bij de wet van 22 maart 1999;

Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 5 oktober 1999;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op 30 maart 2000;

Gelet op het protocol nr. 362 van 25 juli 2000 van het Comité voor de federale, de gemeenschaps- en de gewestelijke overheidsdiensten;

Gelet op het besluit van de Ministerraad van 31 mei 2000 over het verzoek aan de Raad van State om advies te geven binnen een termijn van een maand;

Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 20 november 2000, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Overwegende dat het voor een goed administratief en budgettair beheer nodig is zo spoedig mogelijk de ambtenaren, aangewezen op de aanvullende personeelsformatie om de uitvoering van de overgangsbepalingen van de wet van 20 februari 1990 betreffende het personeel van de overheidsbesturen en van sommige instellingen van openbaar nut te finaliseren, aan te wijzen op de personeelsformatie;

Op de voordracht van Onze Minister van Ambtenarenzaken en Modernisering van de openbare besturen en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Zodra een betrekking van een zelfde graad als die welke opgenomen is in de aanvullende personeelsformatie, vastgesteld ter uitvoering van artikel 19 van de wet van 20 februari 1990 betreffende het personeel van de overheidsbesturen en van sommige instellingen van openbaar nut, vacant wordt in de personeelsformatie van de betrokken overheidsdienst, wordt deze betrekking van ambtswege verleend aan een van de ambtenaren van de genoemde aanvullende personeelsformatie.

De betrekking wordt verleend volgens de bepalingen die gelden inzake rangschikking van het rijkspersoneel.

Art. 2.De in artikel 1 bedoelde ambtenaar behoudt zijn hoedanigheid en het voordeel van zijn weddenschaal.

In voorkomend geval kan hij worden aangewezen in een vacante betrekking van de graad waaraan de eerste weddenschaal is verbonden.

Die affectatie blijft op hem van toepassing tot op het ogenblik dat een betrekking overeenstemmend met zijn weddenschaal vacant wordt of tot op het ogenblik dat hij, met eerbiediging van de bepalingen die gelden inzake rangschikking van het rijkspersoneel, een bevordering door verhoging in weddenschaal kan verkrijgen.

Art. 3.Onze Ministers en Onze Staatssecretarissen zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 22 december 2000.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Ambtenarenzaken en Modernisering van de openbare besturen, L. VAN DEN BOSSCHE

^