gepubliceerd op 03 juni 1998
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 maart 1997, gesloten in het Paritair Comité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp, betreffende het brugpensioen (1)
22 DECEMBER 1997. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 maart 1997, gesloten in het Paritair Comité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp, betreffende het brugpensioen (Vlaamse Gemeenschap) (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp;
Op de voordracht van Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 19 maart 1997, gesloten in het Paritair Comité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp, betreffende het brugpensioen (Vlaamse Gemeenschap).
Art. 2.Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 22 december 1997.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET
Bijlage Paritair Comité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp Collectieve arbeidsovereenkomst van 19 maart 1997 Brugpensioen (Vlaamse Gemeenschap) (Overeenkomst geregistreerd op 1 juli 1997 onder het nummer 44418/CO/318) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werknemers in het algemeen en hun werkgevers, die onder het Paritair Comité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp ressorteren, gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap.
Onder « werknemers » wordt verstaan het vrouwelijk en mannelijk personeel. HOOFDSTUK II. - Brugpensioen
Art. 2.De leeftijd om te kunnen genieten van het brugpensioen zoals bedoeld bij hoofdstuk III van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17, gesloten op 19 december 1974 in de Nationale Arbeidsraad, tot invoering van een regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werknemers indien zij worden ontslagen, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 16 januari 1975, wordt vastgesteld op 58 jaar.
Art. 3.De toepassingsmodaliteiten van dit brugpensioen worden vastgesteld op het vlak van de bij artikel 1 bedoelde ondernemingen, daarbij rekening gehouden met de bepalingen van voormelde collectieve arbeidsovereenkomst van 19 december 1974.
Art. 4.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is uitsluitend van toepassing op de werknemers die de leeftijd hebben bereikt voorzien bij artikel 2 en die voldoen aan de wettelijk gestelde anciënniteitsvoorwaarden, zijnde 25 jaar loondienst of gelijkgestelde dagen, om het statuut van bruggepensioneerde te kunnen bekomen.
Art. 5.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1997 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 1999. Zij vervangt deze van 21 december 1994, gesloten in het Paritair Comité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp, betreffende het brugpensioen, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 23 juni 1995 (Belgisch Staatsblad van 4 augustus 1995).
Zij kan opgezegd worden door elk van de partijen, mits een opzeggingstermijn van drie maanden wordt betekend bij een ter post aangetekende brief gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp en aan elk van de contracterende partijen. Deze opzeggingstermijn vangt aan op de dag van de betekening.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 22 december 1997.
De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET
(1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.