gepubliceerd op 14 december 2005
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 maart 2004, gesloten in het Paritair Comité voor de bewakingsdiensten, betreffende de validatieprocedure beveiligde ruimte/zone met betrekking tot het waardevervoer
21 NOVEMBER 2005. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 maart 2004, gesloten in het Paritair Comité voor de bewakingsdiensten, betreffende de validatieprocedure beveiligde ruimte/zone met betrekking tot het waardevervoer (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de bewakingsdiensten;
Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 25 maart 2004, gesloten in het Paritair Comité voor de bewakingsdiensten, betreffende de validatieprocedure beveiligde ruimte/zone met betrekking tot het waardevervoer.
Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 21 november 2005.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de bewakingsdiensten Collectieve arbeidsovereenkomst van 25 maart 2004 Validatie procedure beveiligde ruimte/zone met betrekking tot het waardevervoer (Overeenkomst geregistreerd op 1 juli 2004 onder het nummer 71812/CO/317) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de werknemers van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de bewakingsdiensten.
Onder "werknemer" wordt verstaan : zowel de mannelijke als de vrouwelijke arbeider of bediende. § 2. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op alle bewakingsondernemingen die een activiteit van toezicht op en bescherming bij het vervoer van waarden uitoefenen zoals gedefinieerd in artikel 1 van de wet van 10 april 1990 op de bewakingsondernemingen, de beveiligingsondernemingen en de interne bewakingsdiensten, gewijzigd. HOOFDSTUK II. - Klacht - Informatie
Art. 2.Indien de werknemer veronderstelt dat de beveiligde ruimte/zone niet voldoet aan de veiligheidsmaatregelen vereist door de geldende wetgeving met betrekking tot de bewaking- en beveiligingsmethodes binnen het waardevervoer, mag de werknemer een geschreven en onderbouwde klacht neerleggen bij de secretaris van zijn syndicale delegatie, zo nodig via zijn syndicaal afgevaardigde De secretaris van de syndicale delegatie, die naar behoren werd ingelicht, brengt de directie van de onderneming schriftelijk op de hoogte. Hij overhandigt eveneens een kopie van de klacht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de bewakingsdiensten, die op zijn beurt de woordvoerders van dit orgaan zal informeren. HOOFDSTUK III. - Validatie van de klacht
Art. 3.§ 1. De werkgever, op de hoogte van de klacht, zal alles in het werk stellen om de gegrondheid van de klacht te onderzoeken. § 2. Wanneer de klacht ongegrond blijkt, indien nodig na contact met de klant, zal de werkgever, op een onderbouwde manier, de syndicale delegatie alsook de voorzitter van het paritair comité inlichten. § 3. Indien samen met de klant wordt vastgesteld dat de klacht gegrond is, zullen de werkgever en de klant, binnen de 2 maanden volgende op de neerlegging van de klacht bij de directie van de onderneming, de te nemen maatregelen door de klant bestuderen ten einde de beveiligde ruimte/zone in overeenstemming te brengen met de geldende veiligheidsvoorschriften. De te nemen maatregelen en de tijdspanne waarin de aanpassingen dienen te gebeuren, worden vastgelegd. De werkgever brengt de syndicale delegatie en de voorzitter van het paritair comité op de hoogte. § 4. Indien de klant weigert rekening te houden met de gegronde klacht of weigert maatregelen te nemen ten einde zijn beveiligde ruimte/zone conform te maken, wordt het dossier door de werkgever overhandigd aan de voorzitter van het paritair comité. Ook de syndicale delegatie wordt op de hoogte gebracht. § 5. Indien binnen de termijn van 2 maanden per schijf van 50 klachten, cfr. hoofdstuk VI, geen gevolg gegeven werd, cfr. § 3 en § 4, maakt de voorzitter van het paritair comité zich meester van het dossier. HOOFDSTUK IV Maatregelen te nemen door de voorzitter van het paritair comité
Art. 4.De voorzitter, op de hoogte gebracht van het dossier, geeft het dossier door aan de voorzitter van de commissie waardevervoer van de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken. Bovendien wordt er ook klacht neergelegd bij de Federale Overheidsdienst van Binnenlandse Zaken. HOOFDSTUK V. - Maatregelen te nemen door de Werkgroep Waardevervoer van de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken
Art. 5.§ 1. De leden van deze werkgroep kunnen tussenbeide komen bij de klant ten einde deze maatregelen te laten nemen om zijn beveiligde ruimte/zone in overeenstemming te brengen met de geldende veiligheidsvoorschriften. § 2. Indien de klant alsnog beslist om voldoende maatregelen te nemen binnen een redelijke tijdspanne, wordt de voorzitter van het paritair comité en de syndicale delegatie ingelicht en de klacht kan worden opgeschorst bij de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken. § 3. Indien de klant volhardt en weigert zijn beveiligde ruimte/zone conform te maken, dan wordt de klacht bevestigd bij de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken door wie het dossier verder zal behandeld worden conform de geldende wetgeving met betrekking tot deze materie, namelijk het koninklijk besluit van 7 april 2003 houdende regeling van bepaalde methodes bij het toezicht op en de bescherming bij het vervoer van waarden en betreffende de technische kenmerken van de voetuigen voor waardevervoer. HOOFDSTUK VI Vastgestelde termijnen met betrekking tot de procedure
Art. 6.§ 1. De ondernemingen voor waardevervoer verbinden zich ertoe om binnen de twee maanden te berekenen vanaf de 16e van de maand of vanaf de eerste dag van de volgende maand, al naargelang de klacht voor of na de 15de werd ingediend - de klacht te valideren of niet te valideren (3, § 2, § 3); - indien de klacht gevalideerd werd alles in het werk te stellen opdat de klant naar een oplossing zoekt, cfr. artikel 3, § 3. § 2. Indien het aantal neergelegde klachten een schijf van 50 klachten per maand overschrijdt, wordt de termijn met 1 maand verlengd per schijf van 50 klachten. Ieder stoppunt dat geacht wordt niet conform te zijn maakt een klacht uit. HOOFDSTUK VII. - Slotbepalingen
Art. 7.§ 1. De werkgevers en de vakorganisaties verbinden zich ertoe deze procedure te respecteren met discretie en zonder negatieve houding tegenover derden en/of klant.
In geval van betwisting zijn de partijen akkoord om uitsluitend een beroep te doen op de voorzitter van het paritair comité die de nodige schikkingen zal treffen ten einde binnen een maand een oplossing te kunnen voorstellen aan betrokken partijen. § 2. Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 april 2004 en is gesloten voor onbepaalde duur. § 3. Er zal een evaluatie van deze procedure plaatsvinden voor 31 januari 2005 door de sociale partners. § 4. Vanaf 1 januari 2005 kan zij worden opgezegd door een van de ondertekenende partijen, met een opzeggingstermijn van drie maanden, bij aangetekende brief gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de bewakingsdiensten.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 21 november 2005.
De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN