gepubliceerd op 04 april 2024
Koninklijk besluit tot uitvoering van de artikelen 13, 24 en 25 van de wet van 1 juli 2011 betreffende de beveiliging en bescherming van de kritieke infrastructuren, voor de sector gezondheidszorg
21 MAART 2024. - Koninklijk besluit tot uitvoering van de artikelen 13, 24 en 25 van de wet van 1 juli 2011Relevante gevonden documenten type wet prom. 01/07/2011 pub. 15/07/2011 numac 2011000399 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de beveiliging en de bescherming van de kritieke infrastructuren sluiten betreffende de beveiliging en bescherming van de kritieke infrastructuren, voor de sector gezondheidszorg
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 1 juli 2011Relevante gevonden documenten type wet prom. 01/07/2011 pub. 15/07/2011 numac 2011000399 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de beveiliging en de bescherming van de kritieke infrastructuren sluiten betreffende de beveiliging en de bescherming van de kritieke infrastructuren, de artikel 13, § 2, tweede lid, en § 6, tweede en derde lid, artikel 24, § 2, eerste lid en § 3, laatst gewijzigd bij de wet van 15 juli 2018, en artikel 25, § 2;
Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 1 februari 2024;
Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting, d.d. 21 februari 2024 ;
Gelet op de adviesaanvraag aan de Raad van State binnen een termijn van 30 dagen, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Overwegende dat de adviesaanvraag is ingeschreven op 12 maart 2024 op de rol van de afdeling Wetgeving van de Raad van State onder het nummer 75.871/3;
Gelet op de beslissing van de afdeling Wetgeving van 14 maart 2024 om binnen de gevraagde termijn geen advies te verlenen, met toepassing van artikel 84, § 5, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op de voordracht van de Minister van Volksgezondheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK 1. - Toepassingsgebied
Artikel 1.Dit besluit is van toepassing op ziekenhuizen, met uitzondering van de psychiatrische ziekenhuizen zoals bedoeld in artikel 3 van de gecoördineerde wet op de ziekenhuizen en andere verzorgingsinrichtingen van 10 juli 2008. HOOFDSTUK 2. - Definities
Art. 2.Voor dit besluit, wordt verstaan onder: 1° "de wet" : de wet van 1 juli 2011Relevante gevonden documenten type wet prom. 01/07/2011 pub. 15/07/2011 numac 2011000399 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de beveiliging en de bescherming van de kritieke infrastructuren sluiten betreffende de beveiliging en de bescherming van de kritieke infrastructuren; 2° "B.P.E." : het beveiligingsplan van de exploitant bedoeld in artikel 13 van de wet; 3° "ziekenhuis" : alle campussen van een ziekenhuis of een universitair ziekenhuis zoals omschreven in respectievelijk artikel 2 en artikel 4 van de gecoördineerde wet op de ziekenhuizen en andere verzorgingsinrichtingen van 10 juli 2008, die de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu als kritieke infrastructuur heeft geïdentificeerd krachtens artikel 5 van de wet;4° "locoregionaal ziekenhuisnetwerk": elk locoregionaal klinisch ziekenhuisnetwerk zoals omschreven in artikel 14 van de gecoördineerde wet op de ziekenhuizen en andere verzorgingsinrichtingen van 10 juli 2008;5° "inspectiedienst": medewerkers van het Directoraat-generaal `Paraatheid en Respons inzake Noodsituaties op Gezondheidsgebied' binnen de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu;6° "tafeloefening": simulatie-oefening in zaal gebaseerd op informatieberichten en bijzondere bevelen, die toegelicht worden na elk incident van het scenario.7° "ziekenhuisnoodplan": het actieplan zoals beschreven in rubriek A. III, 14°, Organisatorische normen van de bijlage bij het koninklijk besluit van 23 oktober 1964 tot bepaling van de normen die door de ziekenhuizen en hun diensten moeten worden nageleefd; HOOFDSTUK 3. - Bepalingen tot uitvoering van de wet Afdeling 1. - Beveiligingsmaatregelen die opgenomen zijn in het B.P.E.
Art. 3.§ 1. Het ziekenhuis bepaalt de beveiligingszones op haar campus(sen) door een specifieke beveiligingsbeoordeling te maken. Deze zones kunnen een deel van een campus omvatten dat groter is dan een infrastructuur die aangeduid is als kritiek en dit om rekening te houden met elementen van de ziekenhuiscampus of -campussen die een impact kunnen hebben op de bescherming van deze als kritiek aangeduide infrastructuren.
De beveiligingsbeoordelingen die werden uitgevoerd om de beveiligingszones te bepalen, houden rekening met de bijzonderheden van de verschillende functies van het ziekenhuis en ook met de aangrenzende zones als deze laatste een invloed hebben op de beveiliging van de ziekenhuissite. Het B.P.E. houdt rekening met de verschillende door het ziekenhuis geïdentificeerde beveiligingszones. § 2. Het B.P.E. bevat een grondige beschrijving van het beveiligingsbeleid van het ziekenhuis, alsook de wijze waarop het B.P.E. en het ziekenhuisnoodplan samenhangen. § 3. De beveiligingsbeoordeling dient minstens bij elke hernieuwing van het B.P.E. opnieuw uitgevoerd te worden, alsook bij elke grote wijziging op de betrokken sites, dat wil zeggen: a) wanneer een nieuw gebouw wordt opgetrokken;b) of wanneer aan de gebouwen of de uitrusting veranderingen werden aangebracht die de veiligheid van de inrichting kunnen beïnvloeden. § 4. De documenten van het B.P.E. worden gemerkt met de vermelding "beperkte verspreiding" zoals bedoeld in artikel 20 van het koninklijk besluit van 24 maart 2000 tot uitvoering van de wet van 11 december 1998 betreffende de classificatie en de veiligheidsmachtigingen, veiligheidsattesten en veiligheidsadviezen.
Art. 4.§ 1. Elk ziekenhuis dient in staat te zijn om alle medewerkers op de campus binnen 15 minuten te alarmeren bij een calamiteit, alsook het voorzien van een redundant alarmeringssysteem om bepaalde groepen medewerkers te alarmeren die zich buiten het ziekenhuis bevinden. Met `redundant' wordt bedoeld een systeem dat in geval van nood onafhankelijk van de eigen IT-infrastructuur kan instaan voor een dergelijke alarmering. § 2. Elk ziekenhuis dient in staat te zijn, bij detectie van dreiging, bij acuut gevaar of op last van de bevoegde autoriteiten, binnen de 30 minuten: a) alle toegangen op gebouwniveau af te sluiten;b) de perimeter rond de site op autonome wijze af te sluiten, dat wil zeggen zonder versterking van politiediensten;c) een crisisteam te activeren om verdere beveiligingsmaatregelen te nemen zonder dat dit crisisteam binnen het gestelde tijdsinterval ter plaatse moet zijn. § 3. Tot het intern noodplan, gekend als het ziekenhuisnoodplan, behoren maatregelen voor de instandhouding van de kritieke activiteiten van de instelling gedurende minimaal 96 uur, hetzij met eigen middelen, hetzij met middelen van derden die vooraf worden vastgelegd.
Art. 5.§ 1. De noodplancoördinator, bevoegd voor de ziekenhuissite die als kritieke infrastructuur wordt aangeduid, is ambtshalve `beveiligingscontactpunt' zoals voorzien in artikel 12, § 1, van de wet. § 2. Bij elke grote wijziging op een als kritieke infrastructuur aangeduide site zoals beschreven in artikel 4, § 3, dient de noodplancoördinator voorafgaandelijk om advies te worden gevraagd in de ontwerpfase van de geplande werken. Bij elke nieuwe versie van het beveiligingsplan wordt een overzicht van deze adviezen opgenomen. Afdeling 2. - Frequentie van de oefeningen en van de bijwerkingen van
het B.P.E. en nadere regels van de deelneming van de hulp- en politiediensten aan de oefeningen georganiseerd door het ziekenhuis
Art. 6.§ 1. Het B.P.E. wordt met passende tussenpozen van niet meer dan vier jaar uitgetest door middel van oefeningen alsook bijgewerkt binnen deze termijn.
Binnen een cyclus van vier jaar moeten alle belangrijke elementen van het B.P.E. minstens éénmaal geoefend worden.
Deze oefeningen worden opgenomen in het meerjarenplan voor het oefenen van het ziekenhuisnoodplan, waarbij minimaal één keer per jaar een oefening wordt gepland. § 2. Wanneer meerdere infrastructuren van het ziekenhuis of van het locoregionaal ziekenhuisnetwerk als kritiek werden aangeduid, en zij van hetzelfde type zijn en een identieke functie uitoefenen, kan het B.P.E. van één van deze infrastructuren worden getest binnen de in de eerste paragraaf bedoelde tussenpozen. § 3. De oefeningen kunnen plaatsvinden onder de vorm van tafeloefeningen of als realistische simulatieoefeningen.
De oefeningen worden gebaseerd op geloofwaardige scenario's en worden gradueel opgebouwd op basis van de resultaten die eruit voortvloeien. § 4. De hulp- en politiediensten worden uitgenodigd om deel te nemen aan de oefeningen.
De termijn en de nadere regels van deze uitnodiging worden bepaald in gezamenlijk akkoord met deze diensten. § 5. Het ziekenhuis informeert de inspectiedienst over het tijdstip en de aard van de oefening. De termijn en de nadere regels van deze uitnodiging worden bepaald in gezamenlijk akkoord met deze dienst. § 6. De inspectiedienst kan vrijblijvend deelnemen als waarnemer bij de oefeningen. § 7. Het ziekenhuis maakt een evaluatieverslag van de oefening en stuurt een kopie naar de inspectiedienst. Afdeling 3. - Inspectiedienst en nadere regels van de controle
Art. 7.§ 1. De inspectiedienst wordt belast met de controle op de naleving door de ziekenhuizen van de bepalingen van de wet en van haar uitvoeringsbesluiten. § 2. De leden van de inspectiedienst beschikken over een legitimatiekaart waarvan het model bepaald wordt in de bijlage. § 3. De inspectiedienst stuurt naar alle ziekenhuizen een lijst op met de namen en voornamen van de inspecteurs die bevoegd zijn om controles op de kritieke infrastructuur uit te voeren en die houder zijn van de legitimatiekaart, bedoeld in paragraaf 2. Bij elke wijziging wordt een geactualiseerde lijst verstuurd.
Art. 8.§ 1. Om toegang te krijgen tot de te controleren site, identificeert de inspecteur van de inspectiedienst zich aan de hand van: 1° zijn identiteitskaart;2° zijn persoonlijke legitimatiekaart bedoeld in artikel 7 § 2. § 2. De inspectiedienst is ermee belast na te gaan: 1° of het B.P.E. voldoet aan de minimale inhoud opgelegd door en krachtens de wet alsook aan de bepalingen van voorliggende uitvoeringsbesluit; 2° of de maatregelen zoals beschreven in het B.P.E. effectief worden uitgevoerd; 3° of de oefeningen uitgevoerd worden binnen de voorziene termijnen zoals bepaald in artikel 6, § 1;4° of het ziekenhuis een beveiligingscontactpunt heeft aangesteld en of de aan de inspectiedienst meegedeelde contactgegevens actueel zijn;5° of het ziekenhuis elke andere verplichting naleeft die hem eventueel krachtens de wet wordt opgelegd.
Art. 9.Na elke inspectie stelt de inspecteur een inspectierapport op en maakt kopie ervan over aan de exploitant van de geïnspecteerde kritieke infrastructuur. HOOFDSTUK 5 ? - Slotbepalingen
Art. 10.De minister bevoegd voor volksgezondheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 21 maart 2024.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Volksgezondheid F. VANDENBROUCKE