21 MAART 2019. - Koninklijk besluit houdende gedeeltelijke verdeling, betreffende schadevergoedingen en gerechtskosten van het provisioneel krediet ingeschreven in het programma 06-90-1 van de financiewet voor het begrotingsjaar 2019 en bestemd tot het dekken van gerechtskosten en schadevergoedingen, achterstallige premies voor competentieontwikkeling, cybersecurity, investeringen in Defensie en andere diverse uitgaven

FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de financie wet van 21 december 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/12/2018 pub. 31/12/2018 numac 2018015590 bron federale overheidsdienst beleid en ondersteuning Financiewet voor het begrotingsjaar 2019 sluiten houdende voor het begrotingsjaar 2019, artikel 7, lid 1;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 15 maart 2019;

Overwegende dat op het programma 06-90-1 van de financiewet voor het begrotingsjaar 2019 een provisioneel vastleggingskrediet van 231.485.000 euro en een provisioneel vereffeningskrediet van 232.539.000 euro is ingeschreven, onder meer bestemd tot het dekken van gerechtskosten en schadevergoedingen, achterstallige premies voor competentieontwikkeling, cybersecurity, investeringen in Defensie en andere diverse uitgaven;

Overwegende dat op de sectie 12 - FOD Justitie; 13 - FOD Binnenlandse Zaken; 16 - Ministerie van Landsverdediging; 18 - FOD Financiën; 19 - Regie der Gebouwen; 23 - FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal overleg; 25 - FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu; 32 - FOD Economie en 44 - POD Maatschappelijke Integratie, Armoedebestrijding en Sociale Economie van de financie wet van 21 december 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/12/2018 pub. 31/12/2018 numac 2018015590 bron federale overheidsdienst beleid en ondersteuning Financiewet voor het begrotingsjaar 2019 sluiten voor het begrotingsjaar 2019 geen enkel krediet is uitgetrokken om de uitgaven te dekken in verband met schadevergoedingen en gerechtskosten voor het eerste trimester 2019;

Overwegende dat de bovenvermelde FOD's schadevergoedingen en/of gerechtskosten moeten betalen en dat een laattijdige betaling nalatigheidsinteresten kan veroorzaken;

Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting van 11 maart 2019 om 7.724.000 euro toe te kennen aan de FOD Binnenlandse Zaken in het kader van de gesubsidieerde Actieplannen en maatregelen gemeenschapswachten;

Overwegende de beslissing van de Ministerraad van 1 juni 2018 om recurrent 1.089.000 euro toe te kennen aan de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal overleg in het kader van de hervorming van de inspectiediensten;

Overwegende dat op de secties 07 - Onafhankelijke Organen; 12 - FOD Justitie; 23 - FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal overleg; 24 - FOD Sociale Zekerheid; 25 - FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu, 32 - FOD Economie en 33 - FOD Mobiliteit en Vervoer van de financie wet van 21 december 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/12/2018 pub. 31/12/2018 numac 2018015590 bron federale overheidsdienst beleid en ondersteuning Financiewet voor het begrotingsjaar 2019 sluiten voor het begrotingsjaar 2019 en in de opdrachtenbegroting 2019 van de RVA geen enkel krediet is uitgetrokken om de uitgaven te dekken in verband met de strategische acties en het ombudsdienst spoor;

Op de voordracht van de Minister van Begroting, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Een vastleggingskrediet van 18.714.145 euro en een vereffeningskrediet van 18.719.981 euro worden afgenomen van het provisioneel krediet, ingeschreven op het programma 06-90-1 (basisallocatie 90.10.01.00.01) van de financiewet voor het begrotingsjaar 2019, en wordt verdeeld overeenkomstig de bijgevoegde tabel.

De in deze tabel vermelde bedragen worden gevoegd bij de kredieten die onder de betrokken programma's en basisallocaties zijn uitgetrokken voor het begrotingsjaar 2019.

Art. 2.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 3.De minister bevoegd voor Begroting is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 21 maart 2019.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Begroting, S. WILMES

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 21 maart 2019.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Begroting, S. WILMES