21 JUNI 2005. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 februari 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de beschutte werkplaatsen en de sociale werkplaatsen, betreffende vakbondspremie voor beschutte werkplaatsen (1)

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de beschutte werkplaatsen en de sociale werkplaatsen;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 3 februari 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de beschutte werkplaatsen en de sociale werkplaatsen, betreffende vakbondspremie voor beschutte werkplaatsen.

Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 21 juni 2005.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de beschutte werkplaatsen en de sociale werkplaatsen Collectieve arbeidsovereenkomst van 3 februari 1999 Vakbondspremie voor beschutte werkplaatsen (Overeenkomst geregistreerd op 9 april 1999 onder het nummer 50470/CO/327)

Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de werknemers van de ondernemingen die vallen onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de beschutte werkplaatsen en de sociale werkplaatsen in het Waals Gewest.

Onder "werknemers" wordt verstaan : de werklieden en werksters van de beschutte werkplaatsen.

Art. 3.Er wordt een vakbondspremie toegekend aan de arbeiders en bedienden, die ten minste één jaar lid zijn van één van de interprofessionele representatieve werknemersorganisaties vertegenwoordigd in het Paritair Comité voor de beschutte werkplaatsen en de sociale werkplaatsen.

Art. 4.Het bedrag van de vakbondspremie wordt jaarlijks vastgesteld door de raad van beheer van het Fonds voor bestaanszekerheid voor de beschutte werkplaatsen van het Waals Gewest en de Duitstalige Gemeenschap. Vanaf het jaar 1998 wordt het minimumbedrag vastgelegd op 2 200 BEF per jaar. De bruggepensioneerde werknemers hebben recht op een vakbondspremie van 1 100 BEF per jaar.

Art. 5.De referteperiode loopt van 1 januari tot 31 december.

Art. 6.De werknemers hebben recht op hun vakbondspremie naar rato van hun inschrijving in het personeelsregister van de onderneming, op basis van één twaalfde per maand inschrijving, namelijk 180 BEF per maand (90 BEF voor de bruggepensioneerde werknemers). Elke maand die is aangevat geeft recht op deze premie. De werknemer kan in geen enkel geval aanspraak maken op een bedrag hoger dan de bedragen vermeld in artikel 3.

Art. 7.Een tewerkstellingsattest wordt ambtshalve bezorgd aan alle werknemers van de beschutte werkplaatsen die vallen onder het bevoegdheidsgebied van deze overeenkomst.

Art. 8.De werknemers die tijdens de referteperiode tewerkgesteld waren bij meerdere werkgevers ontvangen van hen de verschillende attesten, om zo het bedrag van de vakbondspremie waarop ze recht hebben te kunnen berekenen, volgens de toekenningsvoorwaarden vastgelegd in de artikelen 3 en 5.

Art. 9.De vakbondspremie wordt uitbetaald vanaf de eerste maand van het jaar dat volgt op de referteperiode.

Art. 10.De bepalingen in deze overeenkomst mogen de sociale voordelen die momenteel worden toegekend in het raam van de reeds gesloten akkoorden op ondernemingsvlak over het geheel genomen niet verminderen.

Art. 11.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 december 1998 en is voor onbepaalde tijd gesloten. Zij kan door elk van de partijen worden opgezegd mits een opzeggingstermijn van zes maanden per aangetekende brief wordt betekend aan de voorzitter van het paritair comité.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 21 juni 2005.

De Minister van Werk, Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE