gepubliceerd op 19 juni 2013
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 14 december 2010, gesloten in het Paritair Subcomité voor de beschutte werkplaatsen gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap of door de Vlaamse Gemeenschapcommissie en de sociale werkplaatsen erkend en/of gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap, inzake sectoraal herstel bij economische recessie
21 JULI 2011. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 14 december 2010, gesloten in het Paritair Subcomité voor de beschutte werkplaatsen gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap of door de Vlaamse Gemeenschapcommissie en de sociale werkplaatsen erkend en/of gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap, inzake sectoraal herstel bij economische recessie (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de beschutte werkplaatsen gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap of door de Vlaamse Gemeenschapcommissie en de sociale werkplaatsen erkend en/of gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap;
Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 14 december 2010, gesloten in het Paritair Subcomité voor de beschutte werkplaatsen gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap of door de Vlaamse Gemeenschapcommissie en de sociale werkplaatsen erkend en/of gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap, inzake sectoraal herstel bij economische recessie.
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 21 juli 2011.
ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor de beschutte werkplaatsen gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap of door de Vlaamse Gemeenschapcommissie en de sociale werkplaatsen erkend en/of gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap Collectieve arbeidsovereenkomst van 14 december 2010 Sectoraal herstel bij economische recessie (Overeenkomst geregistreerd op 27 januari 2011 onder het nummer 102945/CO/327.01) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de werknemers van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de beschutte werkplaatsen gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap of door de Vlaamse Gemeenschapscommissie en die erkend zijn door het "Vlaams subsidieagentschap voor Werk en Sociale Economie".
Onder "werknemers" wordt verstaan : het mannelijk en vrouwelijk arbeiders- en bediendepersoneel. HOOFDSTUK II. - Algemeen kader
Art. 2.De ondertekenende partijen erkennen het belang van afspraken met betrekking tot het economisch herstel van de sector in tijden van economische crisis.
De ondertekenende partijen erkennen dat omwille van het specifieke karakter van, onder meer, de sector en de populatie, een gedifferentieerde aanpak van doelgroep- en omkaderingsmedewerkers gepast kan zijn. HOOFDSTUK III. - Vaststelling van de aanvullende financiële bijdrage van de werkgever bij economische werkloosheid : arbeiders
Art. 3.§ 1. De werkgever zal bij invoering in de werkplaats van een systeem van economische werkloosheid voor arbeiders, een aanvullende vergoeding betalen. § 2. De aanvullende vergoeding bedraagt : - Alleenstaanden en samenwonenden : van 1ste tot en met 60ste dag per kalenderjaar een toeslag van 3 EUR bruto per werkdag die omwille van de werkloosheid om economische redenen niet werd gepresteerd; - Gezinshoofden mits aflevering aan de werkgever van een officieel attest van de uitbetalingsinstelling/RVA met betrekking tot de gezinstoestand : van 1ste tot en met 60ste dag per kalenderjaar een toeslag van 6 EUR bruto per werkdag die omwille van de werkloosheid om economische redenen niet werd gepresteerd; - De hierboven vermelde categorieën worden bepaald op basis van de vigerende RVA-reglementering. - De hierboven vermelde dagbedragen worden omgerekend naar een uurbedrag volgens de volgende formule aanvullende vergoeding (3 EUR of 6 EUR naargelang het geval) x 5 dagen/week gemiddelde voltijdse arbeidsduur op het vlak van de onderneming Deze bedragen worden uitbetaald gedurende maximaal 456 uren per kalenderjaar.
Voor de arbeiders die geen voltijds uurrooster hebben gebaseerd op de werkelijke arbeidsduur omgerekend per week (38 u.) wordt het maximaal aantal uren geproratiseerd. § 3. De betaling van de aanvullende vergoeding gebeurt samen met de uitbetaling van het loon van de maand waarin de economische werkloosheid voorkwam.
Art. 4.§ 1. De werkgevers bekomen bij het sectorale fonds voor bestaanszekerheid de terugbetaling van de aanvullende vergoeding waarvan sprake in artikel 3, met een maximum van 114 uren per kalenderjaar per werknemer.
De practische modaliteiten van deze terugbetaling worden vastgelegd door de raad van beheer van het sectorale fonds. § 2. Jaarlijks gebeurt er een verslaggeving aan de ondernemingsraad of aan het comité voor preventie en bescherming of aan de syndicale delegatie. Deze informatie geeft een overzicht van de economische werkloosheid en het aantal werknemers die een aanvullende vergoedingen bij economische werkloosheid ontvingen, en voor welk bedrag (geglobaliseerd per beschutte werkplaats). HOOFDSTUK IV. - Gelijkstelling economische werkloosheid voor de eindejaarspremie
Art. 5.Voor de werknemers met een arbeidsovereenkomst voor arbeiders die niet gevat worden door de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 november 1997 betreffende de functieclassificatie voor sommige personeelsleden in de ondernemingen voor beschutte tewerkstelling, wordt voor de berekening van de eindejaarspremie het maximum aantal gelijkgestelde uren (uren geproratiseerd in functie van de werkelijke wekelijkse arbeidsduur) in geval van economische werkloosheid opgetrokken van 114 uren naar 152 uren.
Indien er arbeiders zijn die wel gevat worden door de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 november 1997 betreffende de functieclassificatie voor sommige personeelsleden in de ondernemingen voor beschutte tewerkstelling, dan moet het aantal gelijkgestelde uren (uren geproratiseerd in functie van de werkelijke wekelijkse arbeidsduur) in geval van werkloosheid om economische redenen voor de berekening van de eindejaarspremie, evenwaardig zijn als diegene voor de arbeiders die niet gevat zijn door die collectieve arbeidsovereenkomst van 21 november 1997. HOOFDSTUK V. - Verlenging periode van economische herstelsubsidie, en aanvullende afspraken
Art. 6.De invoering van deze collectieve arbeidsovereenkomst doet geen afbreuk aan, en heft niet op, en cumuleert niet met het bestaan van individuele systemen van aanvullende vergoeding bij economische werkloosheid of gelijkstellingen van de economische werkloosheid bij de berekening van de eindejaarspremie op het niveau van de individuele werkplaats. HOOFDSTUK VI. - Slotbepalingen
Art. 7.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van bepaalde duur, en heeft uitwerking vanaf 1 januari 2011 en eindigt op 31 december 2012.
Deze collectieve arbeidsovereenkomst zal door de sociale partners worden geëvalueerd met het oog op een mogelijke verlenging.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 21 juli 2011.
De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET