21 JANUARI 2000. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de officiële Duitse vertaling van het koninklijk besluit van 4 mei 1999 tot wijziging van het koninklijk besluit van 10 april 1995 tot vaststelling van de voorwaarden waaronder de gemeenten bepaalde financiële hulp van de Staat kunnen krijgen op het vlak van de veiligheid en de inbraakpreventie

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 31 december 1983 tot hervorming der instellingen voor de Duitstalige Gemeenschap, inzonderheid op artikel 76, § 1, 1° en § 3, vervangen door de wet van 18 juli 1990;

Gelet op het ontwerp van officiële Duitse vertaling van het koninklijk besluit van 4 mei 1999 tot wijziging van het koninklijk besluit van 10 april 1995 tot vaststelling van de voorwaarden waaronder de gemeenten bepaalde financiële hulp van de Staat kunnen krijgen op het vlak van de veiligheid en de inbraakpreventie, opgemaakt door de Centrale dienst voor Duitse vertaling van het Adjunctarrondissementscommissariaat in Malmedy;

Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.De bij dit besluit gevoegde tekst is de officiële Duitse vertaling van het koninklijk besluit van 4 mei 1999 tot wijziging van het koninklijk besluit van 10 april 1995 tot vaststelling van de voorwaarden waaronder de gemeenten bepaalde financiële hulp van de Staat kunnen krijgen op het vlak van de veiligheid en de inbraakpreventie.

Art. 2.Onze Minister van Binnenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 21 januari 2000.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, A. DUQUESNE

Bijlage - Annexe MINISTERIUM DES INNERN 4. MAI 1999 - Königlicher Erlass zur Abänderung des Königlichen Erlasses vom 10.April 1995 zur Festlegung der Bedingungen für die Gewährung bestimmter finanzieller Beihilfen des Staates an Gemeinden im Bereich der Sicherheit und der Vorbeugung gegen Einbruchsdiebstähle ALBERT II., König der Belgier, Allen Gegenwärtigen und Zukünftigen, Unser Gruss! Aufgrund von Artikel 37 der Verfassung;

Aufgrund des Königlichen Erlasses vom 10. April 1995 zur Festlegung der Bedingungen für die Gewährung bestimmter finanzieller Beihilfen des Staates an Gemeinden im Bereich der Sicherheit und der Vorbeugung gegen Einbruchsdiebstähle;

Aufgrund der am 17. Juli 1991 koordinierten Gesetze über die Staatsbuchführung, insbesondere der Artikel 55 bis 58;

Aufgrund des Gesetzes vom 1. August 1985 zur Festlegung sozialer Bestimmungen, abgeändert durch die Königlichen Erlasse Nr. 474 vom 28.

Oktober 1986 und Nr. 502 vom 31. Dezember 1986 und durch die Gesetze vom 7. November 1987, 22. Dezember 1989, 20. Juli 1991, 30. März 1994 und 21. Dezember 1994;

Aufgrund des Gesetzes vom 30. März 1994 zur Festlegung sozialer Bestimmungen, abgeändert durch das Gesetz vom 21. Dezember 1994, insbesondere der Artikel 69 bis 72;

Aufgrund des Königlichen Erlasses vom 16. November 1994 über die Verwaltungs- und Haushaltskontrolle;

Aufgrund des Königlichen Erlasses vom 26. April 1968 zur Organisation und Koordinierung der Kontrolle über die Gewährung und Verwendung von Zuschüssen;

Aufgrund des Königlichen Erlasses vom 5. Juli 1994 zur Festlegung der Kontrollmodalitäten bei der Gewährung einer finanziellen Beihilfe an Gemeinden beim Abschluss einer Sicherheitsvereinbarung oder bei der Anwerbung von zusätzlichem Personal im Rahmen ihres Polizeidienstes;

Aufgrund des Königlichen Erlasses vom 5. Juli 1994 zur Festlegung der Bedingungen, unter denen die Gemeinden bestimmte finanzielle Beihilfen des Staates im Bereich der Sicherheit erhalten können;

Aufgrund der Dringlichkeit, begründet durch die zwingende Notwendigkeit, so schnell wie möglich den Betrag der verschiedenen finanziellen Beihilfen festzusetzen, die die Gemeinden erhalten können;

Aufgrund des Beschlusses des Ministerrates vom 1. April 1999;

Aufgrund der Stellungnahme der Finanzinspektion vom 27. April 1999;

Auf Vorschlag Unseres Ministers des Innern und aufgrund der Stellungnahme Unserer im Rat versammelten Minister, Haben Wir beschlossen und erlassen Wir: Artikel 1 - Artikel 1 § 1 des Königlichen Erlasses vom 10. April 1995 zur Festlegung der Bedingungen für die Gewährung bestimmter finanzieller Beihilfen des Staates an Gemeinden im Bereich der Sicherheit und der Vorbeugung gegen Einbruchsdiebstähle wird wie folgt abgeändert: « einem Höchstbetrag von 100 Millionen Franken » wird durch « einem Höchstbetrag von 10 Millionen Franken » ersetzt.

In Artikel 1 § 1 wird folgendes hinzugefügt: « Derselbe Betrag wird im Rahmen der auf dem Saldo des Sicherheitsfonds verfügbaren Mittel für ein Jahr verlängert. » Art. 2 - Diese Ausgaben werden auf den spezifischen Artikel des Haushaltsplans, der durch Artikel 1 § 2quater Absatz 2 des Gesetzes vom 1. August 1985 zur Festlegung sozialer Bestimmungen eingeführt worden ist, angerechnet.

Art. 3 - Paragraph 1 [sic, zu lesen ist: Artikel 3 § 1] wird wie folgt abgeändert: - Die Bestimmung « aus den Kriminalitätszahlen der Gendarmerie und der Gerichtspolizei für das Jahr 1993" wird ersetzt durch: « aus den Kriminalitätszahlen, die der Allgemeine Polizeiunterstützungsdienst für das Jahr 1997 veröffentlicht hat, ». - Die Bestimmung « der durch den Allgemeinen Polizeiunterstützungsdienst für das Jahr 1993 aufgestellten Morphologie der Polizeidienststellen » wird ersetzt durch: « der durch den Allgemeinen Polizeiunterstützungsdienst für das Jahr 1997 aufgestellten Morphologie der Polizeidienststellen ».

Art. 4 - Die Zuteilung der Mittel an die berücksichtigten Gemeinden wird in der Anlage zum vorliegenden Erlass angegeben.

Art. 5 - Unser Minister des Innern ist mit der Ausführung des vorliegenden Erlasses beauftragt.

Gegeben zu Brüssel, den 4. Mai 1999 ALBERT Von Königs wegen: Der Minister des Innern L. VAN DEN BOSSCHE

Anlage Zuteilung der föderalen Mittel für die Prämien für technische Vorbeugung (1999) Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gesehen, um Unserem Erlass vom 4. Mai 1999 beigefügt zu werden.

ALBERT Von Königs wegen:Der Minister des Innern L. VAN DEN BOSSCHE Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 21 januari 2000.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, A. DUQUESNE