Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 21 februari 2001
gepubliceerd op 05 april 2001

Koninklijk besluit tot bepaling van de wijze waarop de leden van het federaal Borstvoedingscomité worden voorgedragen en aangewezen

bron
ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu
numac
2001022176
pub.
05/04/2001
prom.
21/02/2001
ELI
eli/besluit/2001/02/21/2001022176/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

21 FEBRUARI 2001. - Koninklijk besluit tot bepaling van de wijze waarop de leden van het federaal Borstvoedingscomité worden voorgedragen en aangewezen


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 29 april 1999 betreffende de oprichting van een federaal Borstvoedingscomité, inzonderheid op artikel 7, § 3;

Gelet op het advies 30.313/3 van de Raad van State, gegeven op 10 oktober 2000;

Op de voordracht van Onze Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder « Comité » : het federaal Borstvoedingscomité.

Art. 2.§ 1. De Voorzitter, de Ondervoorzitter en de effectieve leden worden door Ons benoemd.

De benoemingen van de in artikel 7, § 1, b), f), g) en h) van de wet van 29 april 1999 betreffende de oprichting van een federaal Borstvoedingscomité bedoelde leden geschieden uit een dubbeltal voorgedragen door de representatieve beroepsverenigingen en -organisaties van de betrokken personen. § 2. De leden worden gekozen op grond van hun kennis, hun ervaring en hun interesse voor de promotie van borstvoeding.

Art. 3.Voor elk effectief lid wordt een plaatsvervanger benoemd onder de voorwaarden, bedoeld in artikel 2.

Art. 4.De Voorzitter en de Ondervoorzitter worden benoemd onder de effectieve leden.

Art. 5.Het mandaat van de effectieve en plaatsvervangende leden wordt van rechtswege beëindigd wanneer de leden de hoedanigheid verliezen op grond waarvan zij zijn benoemd.

Art. 6.Onze Minister bevoegd voor de volksgezondheid, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 21 februari 2001.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu, Mevr. M. AELVOET

^