Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 21 december 2021
gepubliceerd op 30 december 2021

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit nr. 20 van 20 juli 1970 tot vaststelling van de tarieven van de belasting over de toegevoegde waarde en tot indeling van de goederen en de diensten bij die tarieven wat mondmaskers en hydroalcoholische gels betreft

bron
federale overheidsdienst financien
numac
2021043597
pub.
30/12/2021
prom.
21/12/2021
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

21 DECEMBER 2021. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit nr. 20 van 20 juli 1970 tot vaststelling van de tarieven van de belasting over de toegevoegde waarde en tot indeling van de goederen en de diensten bij die tarieven wat mondmaskers en hydroalcoholische gels betreft


VERSLAG AAN DE KONING Sire, Terwijl tijdens de laatste maanden van de afgelopen zomer de doelstellingen van het "zomerplan", zoals vastgesteld tijdens het Overlegcomité van 11 mei 2021, werden gehaald, is de gezondheidssituatie in ons land de laatste weken plots verslechterd, met als gevolg een meer dan aanzienlijke toename van het aantal besmettingen, ziekenhuisopnames en patiënten op intensieve zorg.

Om te voorkomen dat onze gezondheidszorg overbelast geraakt en om de werking van het onderwijs en de economie zo normaal mogelijk te laten verlopen, heeft het Overlegcomité van 17 november 2021 besloten om het dragen van een masker vanaf de leeftijd van tien jaar in een heel aantal situaties te verplichten.

Vanaf 20 november 2021 is het dragen van het mondmasker derhalve opnieuw verplicht, onder meer in de gesloten ruimtes van het openbaar vervoer en het georganiseerde collectieve vervoer, voor medische en niet-medische beroepen, in zorginrichtingen, in inrichtingen en plaatsen waar horeca-activiteiten worden georganiseerd, in het kader van evenementen en massa-evenementen, zowel binnen als buiten en ongeacht de omvang van het evenement, in winkels en winkelcentra, in publiek toegankelijke ruimtes van ondernemingen, overheidsdiensten, openbare gebouwen en rechtbanken, in bibliotheken, speelotheken en mediatheken, in voor publiek toegankelijke ruimtes in inrichtingen die behoren tot de culturele, feestelijke, sportieve, recreatieve en evenementensector, in fitnesscentra en in gebouwen van de eredienst.

Het dragen van een mondmasker en het respecteren van een veiligheidsafstand van anderhalve meter blijven evenwel hoe dan ook nog steeds belangrijke instrumenten om de verspreiding van het virus tegen te gaan. Daarom blijft het dragen van een mondmasker nog altijd sterk aanbevolen in alle andere dan de hierboven genoemde situaties waarin besmetting via de lucht mogelijk is.

Gezien de plotse verslechtering van deze gezondheidssituatie en het opduiken van een nieuwe variant van de ziekte (omikron-variant), heeft het Overlegcomité van 26 november 2021, met onmiddellijke ingang, een nieuwe reeks maatregelen aangenomen in het kader van een "winterpakket" en nogmaals gewezen op de verplichting een mondmasker te dragen bij indoor evenementen plaatsvinden, terwijl het dragen van een mondmasker in andere omstandigheden waarin contact tussen personen mogelijk is, sterk wordt aanbevolen.

Ondanks deze maatregelen is gebleken dat het verzadigingsniveau van de diensten van de gezondheidszorg en dan in het bijzonder de diensten intensieve verzorging in de ziekenhuizen, een kritiek punt bereikte.

Op grond van die vaststelling, heeft het Overlegcomité op 3 december 2021 nog verscheidene bijkomende maatregelen genomen. Eén van die maatregelen verlaagt aldus de leeftijdsgrens voor de reeds bestaande mondmaskerplicht, ook in het onderwijs, naar zes jaar.

Aangezien de mondmaskerplicht aldus blijft bestaan en op vele plaatsen zelfs wordt uitgebreid, heeft de Regering beslist om de tarifaire gunstregeling van 6 pct. met drie maanden te verlengen, met ingang vanaf de datum waarop de huidige tijdelijke tarifaire gunstregeling afloopt.

Een andere zeer belangrijke barrièrehandeling is het regelmatig desinfecteren van de handen met hydroalcoholische gels. Onze burgers hebben zich die handeling ondertussen eigengemaakt en ze vormt een eenvoudig en efficiënt middel om de verspreiding van COVID-19 tegen te gaan. Veel van de inrichtingen die terug geopend mochten worden, nodigen hun cliënteel of bezoekers trouwens uit om systematisch die barrièrehandeling te stellen vooraleer hun inrichting of complex te betreden.

Bijgevolg heeft de Regering eveneens beslist om, net zoals voor de mondmaskers, de tarifaire gunstregeling van 6 pct. voor de hydroalcoholische gels met ingang van 1 januari 2022 met drie bijkomende maanden te verlengen om de continuïteit in de toepassing van dit verlaagd btw-tarief voor die goederen te verzekeren.

Toelichting bij de artikelen Artikel 1 Artikel 1 van het ontwerp heeft tot doel artikel 1ter van het koninklijk besluit nr. 20 van 20 juli 1970 tot vaststelling van de tarieven van de belasting over de toegevoegde waarde en tot indeling van de goederen en de diensten bij die tarieven, te wijzigen om te voorzien in een verlenging na 31 december 2021 tot en met 31 maart 2022 van het tarief van 6 pct. voor mondmaskers en hydroalcoholische gels.

Het toepassingsgebied van deze tijdelijke maatregel blijft identiek aan dat van de tot 31 december 2021 toepasselijke tarifaire gunstregeling.

Artikel 2 Overeenkomstig artikel 2 van dit ontwerp treedt dit besluit in werking vanaf 1 januari 2022 om te verzekeren dat de bestaande tarifaire gunstmaatregelen ononderbroken worden verlengd.

Wij hebben de eer te zijn, Sire, Van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaars, De Minister van Financiën, V. VAN PETEGHEM

21 DECEMBER 2021. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit nr. 20 van 20 juli 1970 tot vaststelling van de tarieven van de belasting over de toegevoegde waarde en tot indeling van de goederen en de diensten bij die tarieven wat mondmaskers en hydroalcoholische gels betreft FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde, artikel 37, § 1, vervangen bij de wet van 28 december 1992;

Gelet op het koninklijk besluit nr. 20 van 20 juli 1970 tot vaststelling van de tarieven van de belasting over de toegevoegde waarde en tot indeling van de goederen en de diensten bij die tarieven;

Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 7 december 2021;

Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting, d.d.16 december 2021;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, artikel 3, § 1;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende: - dat ons land sinds meer dan anderhalf jaar een zware sanitaire crisis doormaakt ingevolge de mondiale pandemie van het COVID-19 virus en dat die pandemie de Regering ertoe gedwongen heeft ingrijpende maatregelen te nemen die van aard zijn de individuele en collectieve vrijheden in te perken; - dat het overlegcomité van 17 november 2021 beslist heeft om vanaf 20 november 2021 in een heel aantal situaties de mondmaskerplicht vanaf tien jaar te veralgemenen; - dat gezien de plotse verslechtering van deze gezondheidssituatie en het opduiken van een nieuwe variant van de ziekte (omikron-variant), het Overlegcomité van 26 november 2021, met onmiddellijke ingang, een nieuwe reeks maatregelen heeft aangenomen in het kader van een "winterpakket" en nogmaals gewezen heeft op de verplichting een mondmasker te dragen bij evenementen die binnen plaatsvinden, terwijl het dragen van een mondmasker in andere omstandigheden waarin contact tussen personen mogelijk is, sterk wordt aanbevolen; - dat deze maatregelen nogmaals werden verstrengd na het Overlegcomité van 3 december 2021; - dat het dragen van een mondmasker en het respecteren van een veiligheidsafstand van anderhalve meter effectief belangrijke instrumenten zijn om de verspreiding van het virus tegen te gaan; - dat het dragen van een mondmasker verplicht wordt gemaakt of nog steeds verplicht is in een hele reeks situaties, namelijk op het openbaar vervoer en in de stations, in zorginstellingen, in winkels en winkelcentra, bij verplaatsingen in horecazaken, in conferentiezalen, handelsbeurzen, auditoria, gebouwen van de eredienst, gerechtsgebouwen en bibliotheken en, in het algemeen, in het kader van evenementen en massa-evenementen, zowel binnen als buiten en ongeacht de omvang van het evenement; - dat de leeftijdsgrens voor het dragen van een mondmasker, overal waar deze verplichting reeds gold en ook in het onderwijs, naar zes jaar werd verlaagd; - dat het bezit van een COVID Safe Ticket, noodzakelijk om toegang te krijgen tot bepaalde evenementen, onze medeburgers niet vrijstelt van het dragen van een mondmasker in een hele reeks situaties waarin mensen zich op korte afstand van elkaar bevinden; - dat het regelmatig ontsmetten van de handen door middel van hydroalcoholische gels de komende maanden hoe dan ook eveneens nog een belangrijke barrièrehandeling blijft om de verspreiding van COVID-19 tegen te gaan; - dat de toepassing van een verlaagd btw-tarief van 6 pct. op mondmaskers en hydroalcoholische gels ertoe bijdraagt om de financiële lasten die voortvloeien uit de correcte toepassing van de barrièrehandelingen in het kader van de COVID-19 pandemie te verlichten; - dat de herhaaldelijk verlengde toepassing van het verlaagde btw-tarief van 6 pct. op mondmaskers en hydroalcoholische gels afloopt op 31 december 2021; - dat er dus zonder verwijl een maatregel moet worden genomen om de toepassing van het verlaagde btw-tarief van 6 pct. op mondmaskers en hydroalcoholische gels te verlengen tot 31 maart 2022 en aldus de continuïteit van de toepassing van het verlaagde btw-tarief te verzekeren in het eerste trimester van 2022 gedurende hetwelk de barrièrehandelingen nog altijd een cruciale rol zullen blijven vervullen in het kader van de strijd tegen COVID-19;

Gelet op de impactanalyse van de regelgeving, uitgevoerd overeenkomstig de artikelen 6 en 7 van de wet van 15 december 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/2013 pub. 31/12/2013 numac 2013021138 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging sluiten houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging;

Op de voordracht van de minister van Financiën en op het advies van de in Raad vergaderde ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In artikel 1ter van het koninklijk besluit nr. 20 van 20 juli 1970 tot vaststelling van de tarieven van de belasting over de toegevoegde waarde en tot indeling van de goederen en de diensten bij die tarieven, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 1 december 1995, hersteld bij het koninklijk besluit van 5 mei 2020 bekrachtigd bij de wet van 29 mei 2020 en vervangen bij de wet van 18 juli 2021 en laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 29 september 2021, worden de woorden "tot en met 31 december 2021" vervangen door de woorden "tot en met 31 maart 2022".

Art. 2.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2022.

Art. 3.De minister bevoegd voor Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 21 december 2021.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Financiën, V. VAN PETEGHEM

^