gepubliceerd op 04 februari 2011
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 15 mei 2009, gesloten in het Paritair Comité voor de audiovisuele sector, betreffende de invoering van de loonschalen
21 DECEMBER 2010. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 15 mei 2009, gesloten in het Paritair Comité voor de audiovisuele sector, betreffende de invoering van de loonschalen (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de audiovisuele sector;
Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 15 mei 2009, gesloten in het Paritair Comité voor de audiovisuele sector, betreffende de invoering van de loonschalen.
Art. 2.De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 21 december 2010.
ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de audiovisuele sector Collectieve arbeidsovereenkomst van 15 mei 2009 Invoering van loonschalen (Overeenkomst geregistreerd op 26 oktober 2009 onder het nummer 95241/CO/227) HOOFDSTUK I. - Situering, doelstelling en toepassingsgebied
Artikel 1.Situering en doelstelling De werkgeversfederaties en vakbonden van de audiovisuele sector hebben op 17 oktober 2008 een akkoord bereikt met betrekking tot de invoering van loonschalen, steunend op de functieclassificatie die door het Paritair Comité van de audiovisuele sector reeds werd goedgekeurd (koninklijk besluit van 12 augustus 2008).
De voorgestelde loonschalen werden vastgelegd, rekening houdend met de salary survey die in opdracht van het paritair comité werd uitgevoerd door het consultantsbureau Hudson. In de voorgestelde loonschalen worden de loonmarge 2007-2008 en de loonmarge 2009-2010 geïntegreerd, exclusief de indexeringen in 2009-2010.
Met betrekking tot de toepassing van de loonschalen staat het begrip ervaring centraal. Onder deze "ervaring" wordt verstaan : het aantal jaren dat een functiehouder de functie heeft uitgevoerd, zoals gedefinieerd in artikel 5 en 6.
Er werd overeengekomen om de loonschalen per 1 januari 2009 in te voeren in het volgende stappenplan : 1. de invoering van de functieclassificatie;2. de invoering van de loonschalen;3. de invoering van de inschalingprocedure. De werkgevers van de audiovisuele sector zullen de overeengekomen functieclassificatie en loonschalen in de onderneming retro-actief invoeren ten laatste op 31 oktober 2009.
Deze collectieve arbeidsovereenkomst stelt zich niet in de plaats van collectieve arbeidsovereenkomsten of akkoorden op bedrijfsniveau die voordeliger zijn voor de werknemers.
Art. 2.Toepassingsgebied Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de werknemers tewerkgesteld in de ondernemingen die vallen onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de audiovisuele sector.
Onder "werknemers" wordt verstaan : het mannelijk en vrouwelijk bediendepersoneel, ongeacht het type arbeidsovereenkomst waaronder het is tewerkgesteld. HOOFDSTUK II. - Invoering functieclassificatie
Art. 3.Klassen en referentiefuncties Overeenkomstig de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 december 2007 houdende de invoering en toepassing van de functieclassificatie, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 12 augustus 2008, gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomst van 15 mei 2009, worden de bedienden ingedeeld in zes klassen op basis van de 54 referentiefuncties. HOOFDSTUK III. - Inschakeling van een nieuwe werknemer
Art. 4.Loonschalen De werknemer die in dienst treedt vanaf de 1 januari 2009 wordt ingeschaald volgens het barema in bijlage 1.
Art. 5.Ervaring De werknemers worden ingeschaald in de klasse die overeenstemt met de functie en rekening houdend met de ervaring (beroepsloopbaan) - Worden voor 100 pct. (volledig) in rekening genomen voor het bepalen van de ervaring : de periodes van voltijdse tewerkstelling in eenzelfde functie ongeacht het statuut waarin de functie werd uitgeoefend (werknemer, overheid, zelfstandige, uitzendarbeid). - Worden voor 50 pct. in rekening genomen voor het bepalen van de ervaring : de periodes van voltijdse tewerkstelling in een aanverwante functie ongeacht het statuut waarin de functie werd uitgeoefend (werknemer, overheid, zelfstandige, uitzendarbeid). - Worden voor 25 pct. in rekening genomen voor het bepalen van de ervaring : de periodes van voltijdse tewerkstelling in een andere (niet aanverwante) functie ongeacht het statuut waarin de functie werd uitgeoefend (werknemer, overheid, zelfstandige, uitzendarbeid).
Art. 6.Deeltijdse tewerkstelling De periodes van deeltijdse tewerkstelling worden gelijkgesteld met periodes van voltijdse tewerkstelling.
Art. 7.Gelijkgestelde periodes Bepaalde periodes van inactiviteit worden gelijkgesteld met periodes van tewerkstelling - wettelijke jaarlijkse vakantie - extralegaal verlof - wettelijke feestdagen - extralegale feestdagen - klein verlet - beroepsziekte - arbeidsongeval - ziekte en ongeval (eerste jaar) - moederschaprust - syndicale vorming - inhaalrust voor overuren - compensatiedagen voor arbeidsduurvermindering - verlof om dwingende redenen (collectieve arbeidsovereenkomst nr. 45) - thematische verloven (ouderschapsverlof, palliatief verlof, ernstig ziek familielid) - voltijds tijdskrediet (gecumuleerd tot maximum 1 jaar) - deeltijds tijdskrediet - onbetaald verlof (gecumuleerd tot maximum 1 jaar)
Art. 8.Afrondingsregels De aldus vastgestelde ervaring wordt afgerond naar het dichtstbijzijnde jaartal.
Ervaring van X-jaren en 1 tot/met 6 maanden wordt afgerond naar X-jaren.
Ervaring van X-jaren en meer dan 6 maanden wordt afgerond naar (X+1)-jaren.
Eens deze ervaring is vastgesteld, volgt de inschaling in de dichtstbijzijnde lagere baremieke stap.
Indien de aanwerving gebeurt in de eerste helft van het jaar, dan wordt het gewerkte jaargedeelte als een volledig baremiek jaar aangerekend. Indien de aanwerving gebeurt in de tweede helft van het jaar dan vervalt het gewerkte jaargedeelte voor de berekening van baremieke jaren. HOOFDSTUK IV. - Na de inschaling
Art. 9.Promotie Indien een werknemer promotie maakt naar een functie die behoort tot een hogere functieklasse, wordt het kangoeroeprincipe (zie voorbeelden in bijlage 3) gehanteerd. Per gestegen functieklasse wordt de ervaring verminderd met één baremieke stap (afhankelijk van de ervaring kan dit 1, 2, 3 of 5 functiejaren zijn).
Art. 10.Gelijkgestelde periodes Dezelfde periodes van inactiviteit, zoals voorzien in artikel 7 worden gelijkgesteld met periodes van tewerkstelling.
Art. 11.Jaarlijkse aanpassing Jaarlijks op 1 januari wordt de ervaring van de werknemers aangepast, rekening houdend met de periodes van tewerkstelling en de gelijkstellingen.
Indien de aldus vastgestelde ervaring de volgende baremieke stap heeft bereikt, moet het salaris minimaal gelijk zijn aan het corresponderende nieuwe baremaloon, rekening houdend met dezelfde afrondingsregels van artikel 8. HOOFDSTUK V. - Inschaling werknemers in dienst op 31 december 2008
Art. 12.Inschalingstabel Een geannualiseerde inschalingtabel, van toepassing op de werknemers in dienst op 31 december 2008, wordt als bijlage 2 bij deze collectieve arbeidsovereenkomst gevoegd.
Deze inschalingtabel wordt enkel gebruikt voor het toekennen van de baremieke stap bij de invoering van de loonschalen voor werknemers in dienst op 31 december 2008.
De inschaling gebeurt aan de hand van de inschalingtabel op basis van het salaris van de werknemer op 31 december 2008.
De werknemer wordt ingeschaald in de dichtstbijzijnde lagere baremieke stap.
In geval van deeltijdse tewerkstelling wordt voor de inschaling het salaris omgerekend naar het maandsalaris voor een voltijdse tewerkstelling.
Art. 13.Inschalingprocedure Werknemers worden ingeschaald in de klasse die overeenstemt met de huidige functie op basis van het huidige salaris.
Op het moment van de inschaling wordt hij/zij gekoppeld aan de dichtstbijzijnde lagere baremieke stap. Indien de op deze wijze toegekende baremieke ervaringsstap lager is dan de reële anciënniteit in de onderneming en de werknemer heeft tijdens de tewerkstelling in de onderneming geen promotie gemaakt, dient het salaris gecorrigeerd te worden, rekening houdend met de reële anciënniteit in de onderneming.
Indien de op deze wijze toegekende baremieke ervaringsstap lager is dan de reële anciënniteit in de onderneming en de werknemer heeft tijdens de tewerkstelling in de onderneming wel promotie gemaakt, dan wordt de baremieke stap toegekend die overeenstemt met het reëel aantal jaren anciënniteit in de onderneming, verminderd met drie ervaringsstappen per gestegen klasse (zie voorbeelden in bijlage 3).
Afhankelijk van de op die manier gecorrigeerde baremieke stap wordt het salaris al of niet aangepast.
Onder "promotie" wordt verstaan : het uitoefenen van een functie die behoort tot een hogere klasse.
Art. 14.Gelijkgestelde periodes Bij het bepalen van het effectief aantal jaren anciënniteit binnen de onderneming worden dezelfde periodes van inactiviteit gelijkgesteld met periodes van tewerkstelling zoals voorzien in artikel 7. HOOFDSTUK VI. - Duurtijd en opzeggingsmodaliteiten
Art. 15.Duurtijd Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2009 en is van onbepaalde duur.
Art. 16.Opzeggingsmodaliteiten Zij kan op verzoek van de meest gerede ondertekenende partij worden opgezegd met een opzeggingstermijn van drie maanden. Deze opzegging moet per aangetekende brief worden gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de audiovisuele sector en aan de ondertekenende organisaties.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 21 december 2010.
De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET
Bijlage 1 aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 15 mei 2009, gesloten in het Paritair Comité voor de audiovisuele sector, betreffende de invoering van de loonschalen Loonschalen
Start
1
3
6
9
12
15
18
21
24
27
30
35
40
6
2.063
2.106
2.270
2.435
2.599
2.755
2.901
3.034
3.149
3.244
3.325
3.392
3.426
3.460
5
1.919
1.959
2.092
2.224
2.353
2.475
2.586
2.685
2.770
2.840
2.897
2.925
2.955
2.984
4
1.802
1.839
1.946
2.049
2.147
2.237
2.318
2.387
2.445
2.486
2.520
2.545
2.571
2.596
3
1.708
1.743
1.829
1.909
1.984
2.061
2.121
2.172
2.194
2.216
2.238
2.261
2.283
2.307
2
1.635
1.668
1.738
1.803
1.860
1.907
1.926
1.945
1.964
1.984
2.004
2.024
2.044
2.065
1
1.579
1.612
1.668
1.714
1.753
1.779
1.797
1.815
1.833
1.851
1.870
1.888
1.907
1.926
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 21 december 2010.
De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET
Annexe 2 à la convention collective de travail du 15 mai 2009, conclue au sein de la Commission paritaire pour le secteur audio-visuel, relative à l'introduction des barèmes salariaux
Bijlage 2 aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 15 mei 2009, gesloten in het Paritair Comité voor de audiovisuele sector, betreffende de invoering van de loonschalen
Table d'insertion annualisée applicable aux travailleurs en service au 31 décembre 2008
Geannualiseerde inschalingstabel van toepassing op de werknemers in dienst op 31 december 2008
Start
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
6
2.063
2.106
2.187
2.269
2.325
2.380
2.435
2.490
2.544
2.599
2.651
2.703
2.755
2.803
2.852
2.901
2.945
2.989
3.034
3.072
3.111
5
1.919
1.959
2.025
2.092
2.136
2.180
2.224
2.267
2.310
2.353
2.393
2.434
2.475
2.512
2.549
2.586
2.619
2.652
2.685
2.713
2.742
4
1.802
1.839
1.893
1.946
1.980
2.015
2.049
2.082
2.114
2.147
2.177
2.207
2.237
2.264
2.291
2.318
2.341
2.364
2.387
2.407
2.426
3
1.708
1.743
1.786
1.829
1.855
1.882
1.909
1.934
1.959
1.984
2.009
2.035
2.061
2.081
2.101
2.121
2.138
2.155
2.172
2.179
2.187
2
1.635
1.668
1.703
1.738
1.760
1.781
1.803
1.822
1.841
1.860
1.876
1.891
1.907
1.913
1.919
1.926
1.932
1.939
1.945
1.952
1.958
1
1.579
1.612
1.640
1.668
1.683
1.699
1.714
1.727
1.739
1.752
1.761
1.770
1.779
1.785
1.791
1.797
1.803
1.809
1.815
1.821
1.827
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
34
35
36
37
38
39
40
6
3.149
3.181
3.212
3.244
3.271
3.298
3.325
3.347
3.370
3.392
3.399
3.406
3.412
3.419
3.426
3.433
3.439
3.446
3.453
3.460
5
2.770
2.794
2.817
2.840
2.859
2.878
2.897
2.906
2.916
2.925
2.931
2.937
2.943
2.949
2.955
2.961
2.967
2.972
2.978
2.984
4
2.445
2.459
2.472
2.486
2.498
2.509
2.520
2.528
2.537
2.545
2.550
2.555
2.560
2.565
2.571
2.576
2.581
2.586
2.591
2.596
3
2.194
2.202
2.209
2.216
2.224
2.231
2.238
2.246
2.253
2.261
2.265
2.270
2.274
2.279
2.283
2.288
2.293
2.297
2.302
2.307
2
1.964
1.971
1.978
1.984
1.991
1.997
2.004
2.011
2.017
2.024
2.028
2.032
2.036
2.040
2.044
2.048
2.052
2.057
2.061
2.065
1
1.833
1.839
1.845
1.851
1.857
1.863
1.870
1.876
1.882
1.888
1.892
1.896
1.900
1.903
1.907
1.911
1.915
1.919
1.922
1.926
Vu pour être annexé à l'arrêté royal du 21 décembre 2010.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 21 december 2010.
La Vice-Première Ministre et Ministre de l'Emploi et de l'Egalité des chances, chargée de la Politique de migration et d'asile,
De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid,
Mme J. MILQUET
Mevr. J. MILQUET
Bijlage 3 aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 15 mei 2009, gesloten in het Paritair Comité voor de audiovisuele sector, betreffende de invoering van de loonschalen Het "kangoeroeprincipe" : voorbeelden Definitie van het "kangoeroeprincipe" : wanneer een werknemer promotie maakt naar een functie die behoort tot een hogere functieklasse, wordt de ervaring verminderd met één baremieke stap per gestegen functieklasse. 1. Promotie
Start Départ
1
3
6
9
12
15
18
21
24
27
30
35
40
6
2.063
2.106
2.270
2.435
2.599
2.755
2.901
3.034
3.149
3.244
3.325
3.392
3.426
3.460
5
1.919
1.959
2.092
2.224
2.353
2.475
2.586
2.685
2.770
2.840
2.897
2.925
2.955
2.984
4
1.802
1.839
1.946
2.049
2.147
2.237
2.318
2.387
2.445
2.486
2.520
2.545
2.571
2.596
3
1.708
1.743
1.829
1.909
1.984
2.061
2.121
2.172
2.194
2.216
2.238
2.261
2.283
2.307
2
1.635
1.668
1.738
1.803
1.860
1.907
1.926
1.945
1.964
1.984
2.004
2.024
2.044
2.065
1
1.579
1.612
1.668
1.714
1.753
1.779
1.797
1.815
1.833
1.851
1.870
1.888
1.907
1.926
Exemple 1 Voorbeeld 1
Exemple 2 Voorbeeld 2
Exemple 3 Voorbeeld 3
Voorbeeld 1 : een werknemer van klasse 3 maakt promotie naar een functie van klasse 4. Zijn ervaring werd op 1 jaar vastgelegd. * hij zal in zijn nieuwe klasse ingevoerd worden : 3 -> 4 (verhoging met één klasse); * de ervaring wordt met één baremieke stap (-1 jaar) verminderd : + -> start; * zijn loon wordt aangepast naar minimum 1.802 EUR. Voorbeeld 2 : een werknemer van klasse 1 maakt promotie naar een functie van klasse 2. Zijn ervaring werd op 15 jaar vastgelegd. * hij zal in zijn nieuwe klasse ingevoerd worden : 1 -> 2 (verhoging met één klasse); * de ervaring wordt met één baremieke stap (-3 jaar) verminderd : + 5 -> 12; * zijn loon wordt aangepast naar minimum 1.907 EUR. Voorbeeld 3 : een werknemer van klasse 3 maakt promotie naar een functie van klasse 5. Zijn ervaring werd op 35 jaar vastgelegd. * hij zal in zijn nieuwe klasse ingevoerd worden : 3 -> 5 (verhoging met twee klassen); * de ervaring wordt met twee baremieke stap (-8 jaar) verminderd : 35 -> 27; * zijn loon wordt aangepast naar minimum 2.897 EUR. 2. Inschaling werknemers in dienst op 31 december 2008. Start
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
6
2.063
2.106
2.187
2.269
2.325
2.380
2.435
2.490
2.544
2.599
2.651
2.703
2.755
2.803
2.852
5
1.919
1.959
2.025
2.092
2.136
2.180
2.224
2.267
2.310
2.353
2.393
2.434
2.475
2.512
2.549
4
1.802
1.839
1.893
1.946
1.980
2.015
2.049
2.082
2.114
2.147
2.177
2.207
2.237
2.264
2.291
3
1.708
1.743
1.786
1.829
1.855
1.882
1.909
1.934
1.959
1.984
2.009
2.035
2.061
2.081
2.101
2
1.635
1.668
1.703
1.738
1.760
1.781
1.803
1.822
1.841
1.860
1.876
1.891
1.907
1.913
1.919
1
1.579
1.612
1.640
1.668
1.683
1.699
1.714
1.727
1.739
1.752
1.761
1.770
1.779
1.785
1.791
Voorbeeld 1
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
6
2.901
2.945
2.989
3.034
3.072
3.111
3.149
3.181
3.212
3.244
3.271
3.298
3.325
3.347
3.370
5
2.586
2.619
2.652
2.685
2.713
2.742
2.770
2.794
2.817
2.840
2.859
2.878
2.897
2.906
2.916
4
2.318
2.341
2.364
2.387
2.407
2.426
2.445
2.459
2.472
2.486
2.498
2.509
2.520
2.528
2.537
3
2.121
2.138
2.155
2.172
2.179
2.187
2.194
2.202
2.209
2.216
2.224
2.231
2.238
2.246
2.253
2
1.926
1.932
1.939
1.945
1.952
1.958
1.964
1.971
1.978
1.984
1.991
1.997
2.004
2.011
2.017
1
1.797
1.803
1.809
1.815
1.821
1.827
1.833
1.839
1.845
1.851
1.857
1.863
1.870
1.876
1.882
Voorbeeld 2
30
31
32
33
34
35
36
37
38
39
40
6
3.392
3.399
3.406
3.412
3.419
3.426
3.433
3.439
3.446
3.453
3.460
5
2.925
2.931
2.937
2.943
2.949
2.955
2.961
2.967
2.972
2.978
2.984
4
2.545
2.550
2.555
2.560
2.565
2.571
2.576
2.581
2.586
2.591
2.596
3
2.261
2.265
2.270
2.274
2.279
2.283
2.288
2.293
2.297
2.302
2.307
2
2.024
2.028
2.032
2.036
2.040
2.044
2.048
2.052
2.057
2.061
2.065
1
1.888
1.892
1.896
1.900
1.903
1.907
1.911
1.915
1.919
1.922
1.926
Voorbeeld 3 De werknemer wordt ingeschaald in de dichtsbijzijnde lagere baremieke stap. In geval van deeltijdse tewerkstelling wordt voor de inschaling het salaris omgerekend naar het maandsalaris voor een voltijdse tewerkstelling. Werknemers worden ingeschaald in de klasse die overeenstemt met de huidige functie op basis van het huidige salaris.
Op het moment van de inschaling wordt hij/zij gekoppeld aan de dichtstbijzijnde lagere baremieke stap.
Indien de op deze wijze toegekend baremieke ervaringsstap lager is dan de reële anciënniteit in de onderneming en de werknemer heeft tijdens de tewerkstelling in de onderneming wel promotie gemaakt, wordt de baremieke stap toegekend die overeenstemt met het reëel aantal jaren anciënniteit in de onderneming, verminderd met drie ervaringsstappen per gestegen klasse (zie voorbeelden). Afhankelijk van de op die manier gecorrigeerde baremieke stap wordt het salaris al of niet aangepast.
Voorbeeld 1 : een werknemer van klasse 2 heeft 5 jaar anciënniteit in de onderneming en heeft een loon van 1.705 EUR (baremaloon 1.781 EUR) op 31 december 2008. Hij heeft vóór 31 december 2008 in de onderneming promotie gemaakt van een functie van klasse 1 jaar een functie van klasse 2. * Hij zal in klasse 2 ingevoerd worden. * De ervaring wordt 3 jaar verminderd wegens de promotie van 1 klasse naar klasse 2 in het verleden (1 klasse gestegen = -3 jaar ervaring) : 5 -> 2. * Zijn loon moet minimum 1.703 EUR bedragen. * Geen aanpassing van het loon noodzakelijk.
Voorbeeld 2 : een werknemer van klasse 5 heeft 21 jaar anciënniteit in de onderneming en heeft een loon van 2.500 EUR (baremaloon 2.770 EUR) op 31 december 2008. Hij heeft vóór 31 december 2008 in de onderneming promotie gemaakt van een functie van klasse 3 jaar een functie van klasse 5. * Hij zal in klasse 5 ingevoerd worden. * De ervaring wordt 2 x 3 jaar (6 jaar) verminderd wegens de promotie van 3 klasse naar klasse 5 in het verleden (2 klassen gestegen = -6 jaar ervaring) : 2 -> 15. * Zijn loon moet minimum 2.586 EUR bedragen. * Aanpassing van het loon vanaf 1 januari 2009.
Voorbeeld 3 : een werknemer van klasse 5 heeft 40 jaar anciënniteit in de onderneming en heeft een loon van 2.960 EUR (baremaloon 2.984 EUR) op 31 december 2008. Hij heeft vóór 31 december 2008 in de onderneming promotie gemaakt van een functie van klasse 2 jaar een functie van klasse 5. * Hij zal in klasse 5 ingevoerd worden. * De ervaring wordt 3 x 3 jaar (9 jaar) verminderd wegens de promotie van 2 klasse naar klasse 5 in het verleden (3 klassen gestegen = -9 jaar ervaring) : 40 -> 31. * Zijn loon moet minimum 2.931 EUR bedragen. * In klasse 5 correspondeert zijn loon met ervaring 35 jaar (baremaloon 2 955 EUR). * Hij wordt ingeschaald in klasse 5 met een ervaring van 35 jaar.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 21 december 2010.
De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET