gepubliceerd op 12 januari 2006
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 13 maart 2000 tot vaststelling van de maximumgehalten aan residuen van bestrijdingsmiddelen toegelaten in en op voedingsmiddelen
21 DECEMBER 2005. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 13 maart 2000 tot vaststelling van de maximumgehalten aan residuen van bestrijdingsmiddelen toegelaten in en op voedingsmiddelen
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 24 januari 1977 betreffende de bescherming van de verbruikers op het stuk van de voedingsmiddelen en andere producten, inzonderheid op artikel 5, gewijzigd bij de wetten van 22 maart 1989 en van 9 februari 1994;
Gelet op de wet van 21 december 1998 betreffende de productnormen ter bevordering van duurzame productie- en consumptiepatronen en ter bescherming van het leefmilieu en de volksgezondheid, inzonderheid op artikel 9, 2°, gewijzigd bij de wet van 28 maart 2003;
Gelet op het koninklijk besluit van 13 maart 2000 tot vaststelling van de maximumgehalten aan residuen van bestrijdingsmiddelen toegelaten in en op voedingsmiddelen, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 26 juni 2000, 3 september 2000, 23 januari 2001, 5 april 2001, 4 juli 2001, 26 oktober 2001, 4 februari 2002, 14 april 2002, 17 februari 2003, 25 maart 2003, 14 april 2003, 22 oktober 2003, 24 maart 2004, 20 juli 2004, 21 oktober 2004, 17 februari 2005 en van 17 september 2005;
Gelet op het overleg tussen de Gewestregeringen en de federale Overheid van 7 november 2005;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij wet van 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat het noodzakelijk is zich onverwijld te schikken naar de Richtlijn 2005/46/EG van de Commissie van 8 juli 2005 tot wijziging van de bijlagen bij de Richtlijnen 86/362/EEG, 86/363/EEG en 90/642/EEG van de Raad wat betreft de maximumgehalten aan residuen van amitraz, alsook naar de Richtlijn 2005/48/EG van de Commissie van 23 augustus 2005 tot wijziging van Richtlijnen 86/362/EEG, 86/363/EEG en 90/642/EEG van de Raad ten aanzien van de maximumgehalten aan residuen van bepaalde bestrijdingsmiddelen in en op granen en bepaalde producten van dierlijke en plantaardige oorsprong;
Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.In de bijlage bij het koninklijk besluit van 13 maart 2000 tot vaststelling van de maximumgehalten aan residuen van bestrijdingsmiddelen toegelaten in en op voedingsmiddelen worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in punt 3 worden de bepalingen met betrekking tot de bestrijdingsmiddelen AMITRAZ, FLUFENACET, FOSTHIAZAAT, IPRODION, PROPICONAZOOL en SILTHIOFAM vervangen door de bepalingen in bijlage I bij dit besluit;2° punt 3 wordt aangevuld met de bepalingen met betrekking tot de bestrijdingsmiddelen IODOSULFURON-METHYL-NATRIUM, MESOTRIONE, MOLINAAT en PICOXYSTROBIN in bijlage I bij dit besluit;3° in punt 3 worden de bepalingen met betrekking tot het bestrijdingsmiddel IODOSULFURON geschrapt;4° in punt 3 wordt voor het bestrijdingsmiddel CYROMAZIN, het maximale gehalte aan residuen « selder 2 » ingevoegd tussen de maximale gehalten aan residuen « sla en dergelijke 15 » en « artisjokken 2 »; 5° punt 4.A wordt aangevuld met de bepalingen met betrekking tot het bestrijdingsmiddel PICOXYSTROBIN in bijlage II bij dit besluit; 6° in punt 4.B worden de bepalingen met betrekking tot de bestrijdingsmiddelen AMITRAZ en PROPICONAZOOL vervangen door de bepalingen in bijlage II bij dit besluit; 7° in punt 4.B worden de bepalingen met betrekking tot de bestrijdingsmiddelen BROOMPROPYLAAT, FLUCYTHRINAAT en PROCHLORAZ geschrapt.
Art. 2.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt voor de bepalingen met betrekking tot de bestrijdingsmiddelen BROOMPROPYLAAT, CYROMAZIN, FLUCYTHRINAAT en PROCHLORAZ, op 10 januari 2007 voor de bepalingen met betrekking tot het bestrijdingsmiddel AMITRAZ en op 24 februari 2007 voor de bepalingen met betrekking tot de bestrijdingsmiddelen FLUFENACET, FOSTHIAZAAT, IODOSULFURON, IODOSULFURON-METHYL-NATRIUM, IPRODION, MESOTRIONE, MOLINAAT, PICOXYSTROBIN, PROPICONAZOOL en SILTHIOFAM.
Art. 3.Onze Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 21 december 2005.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, R. DEMOTTE
Bijlage I Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld (x) : Indien dit niveau niet met ingang van 1 juli 2007 bij een koninklijk besluit wordt bevestigd of gewijzigd, wordt de passende ondergrens van de analytische bepaling van toepassing. Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 21 december 2005 tot wijziging van het koninklijk besluit van 13 maart 2000 tot vaststelling van de maximumgehalten aan residuen van bestrijdingsmiddelen toegelaten in en op voedingsmiddelen.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, R. DEMOTTE
Bijlage II Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 21 december 2005 tot wijziging van het koninklijk besluit van 13 maart 2000 tot vaststelling van de maximumgehalten aan residuen van bestrijdingsmiddelen toegelaten in en op voedingsmiddelen.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, R. DEMOTTE