21 DECEMBER 2001. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de officiële Duitse vertaling van sommige bepalingen van twee koninklijke besluiten van 10 juni 2001 tot wijziging van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 31 december 1983 tot hervorming der instellingen voor de Duitstalige Gemeenschap, inzonderheid op artikel 76, § 1, 1°, en § 3, vervangen bij de wet van 18 juli 1990;

Gelet op de ontwerpen van officiële Duitse vertaling - van hoofdstuk III van het koninklijk besluit van 10 juni 2001 tot het in overeenstemming brengen van de sociale zekerheid met het koninklijk besluit van 10 juni 2001 tot eenvormige definiëring van begrippen met betrekking tot arbeidstijdgegevens ten behoeve van de sociale zekerheid, met toepassing van artikel 39 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels, - van hoofdstuk IV van het koninklijk besluit van 10 juni 2001 waarin, met toepassing van artikel 39 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels, het uniform begrip « gemiddeld dagloon » wordt vastgesteld en sommige wettelijke bepalingen in overeenstemming worden gebracht, opgemaakt door de Centrale Dienst voor Duitse vertaling van het Adjunct-arrondissementscommissariaat in Malmedy;

Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.De bij dit besluit respectievelijk in bijlagen 1 en 2 gevoegde teksten zijn de officiële Duitse vertaling : - van hoofdstuk III van het koninklijk besluit van 10 juni 2001 tot het in overeenstemming brengen van de sociale zekerheid met het koninklijk besluit van 10 juni 2001 tot eenvormige definiëring van begrippen met betrekking tot arbeidstijdgegevens ten behoeve van de sociale zekerheid, met toepassing van artikel 39 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels; - van hoofdstuk IV van het koninklijk besluit van 10 juni 2001 waarin, met toepassing van artikel 39 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels, het uniform begrip « gemiddeld dagloon » wordt vastgesteld en sommige wettelijke bepalingen in overeenstemming worden gebracht.

Art. 2.Onze Minister van Binnenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 21 december 2001.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, A. DUQUESNE

Bijlage 1 MINISTERIUM DER SOZIALEN ANGELEGENHEITEN, DER VOLKSGESUNDHEIT UND DER UMWELT UND MINISTERIUM DER BESCHÄFTIGUNG UND DER ARBEIT 10. JUNI 2001 - Königlicher Erlass zur Angleichung der sozialen Sicherheit an den Königlichen Erlass vom 10.Juni 2001 zur einheitlichen Bestimmung von Begriffen in Bezug auf die Arbeitszeit im Bereich der sozialen Sicherheit in Anwendung von Artikel 39 des Gesetzes vom 26. Juli 1996 zur Modernisierung der sozialen Sicherheit und zur Sicherung der gesetzlichen Pensionsregelungen BERICHT AN DEN KÖNIG Sire, (...) Prüfung der Artikel (...) KAPITEL III - Gesundheitspflege- und Entschädigungspflichtversicherung für Lohnempfänger Durch die in diesem Kapitel enthaltenen Bestimmungen werden die Artikel 32, 86 und 103 des Gesetzes über die Gesundheitspflege- und Entschädigungspflichtversicherung abgeändert.

Die Artikel 19, 20 und 21 des vorliegenden Erlasses betreffen die Ersetzung der Begriffe « Vertragsauflösung/Bruch des Arbeitsvertrags » und « Vollzeitlaufbahnunterbrechung » durch einheitliche Begriffe. (...) Wir haben die Ehre, Sire, die getreuen und ehrerbietigen Diener Eurer Majestät zu sein.

Die Ministerin der Beschäftigung, Frau L. ONKELINX Der Minister der Sozialen Angelegenheiten und der Pensionen, F. VANDENBROUCKE

10. JUNI 2001 - Königlicher Erlass zur Angleichung der sozialen Sicherheit an den Königlichen Erlass vom 10.Juni 2001 zur einheitlichen Bestimmung von Begriffen in Bezug auf die Arbeitszeit im Bereich der sozialen Sicherheit in Anwendung von Artikel 39 des Gesetzes vom 26. Juli 1996 zur Modernisierung der sozialen Sicherheit und zur Sicherung der gesetzlichen Pensionsregelungen ALBERT II., König der Belgier, Allen Gegenwärtigen und Zukünftigen, Unser Gruss! Aufgrund des Gesetzes vom 26. Juli 1996 zur Modernisierung der sozialen Sicherheit und zur Sicherung der gesetzlichen Pensionsregelungen, insbesondere des Artikels 39;

Aufgrund der koordinierten Gesetze über die Familienbeihilfen für Lohnempfänger, insbesondere des Artikels 53 § 1, ersetzt durch das Gesetz vom 22. Dezember 1989 und abgeändert durch die Gesetze vom 30.

Dezember 1992 und 22. Februar 1998 und durch den Königlichen Erlass vom 11. Juni 1990, und des Artikels 59 Absatz 2, ersetzt durch das Gesetz vom 22. Dezember 1989;

Aufgrund des Königlichen Erlasses Nr. 50 vom 24. Oktober 1967 über die Ruhestands- und Hinterbliebenenpension für Lohnempfänger, insbesondere des Artikels 3 Absatz 1 Nr. 4, ersetzt durch das Gesetz vom 5. Juni 1970 und abgeändert durch das Gesetz vom 15. Mai 1984, und des Artikels 15, abgeändert durch das Gesetz vom 27. Juli 1971;

Aufgrund des Gesetzes vom 27. Juni 1969 zur Revision des Erlassgesetzes vom 28. Dezember 1944 über die soziale Sicherheit der Arbeitnehmer, so wie es bis heute abgeändert worden ist;

Aufgrund der am 28. Juni 1971 koordinierten Gesetze über den Jahresurlaub der Lohnempfänger, insbesondere des Artikels 3 Absatz 2, abgeändert durch das Gesetz vom 28. März 1975, des Artikels 5 Absatz 3, des Artikels 9 Absatz 1, abgeändert durch den Königlichen Erlass vom 1. März 1989 und durch das Gesetz vom 26. März 1999, des Artikels 10 Absatz 1, des Artikels 11, des Artikels 19 § 1 Absatz 2, ersetzt durch den Königlichen Erlass vom 18. April 1986, und des Artikels 65 § 2 Absatz 1, ersetzt durch das Gesetz vom 26. März 1999;

Aufgrund des Gesetzes vom 10. April 1974 [sic, zu lesen ist: 10. April 1971] über die Arbeitsunfälle, insbesondere des Artikels 34, abgeändert durch das Gesetz vom 25. Januar 1999, des Artikels 36 § 2 und des Artikels 37bis, eingefügt durch den Königlichen Erlass Nr. 39 vom 31. März 1982;

Aufgrund des Gesetzes vom 29. Juni 1981 zur Festlegung der allgemeinen Grundsätze der sozialen Sicherheit für Lohnempfänger, insbesondere des Artikels 1, des Artikels 7, des Artikels 14bis, ersetzt durch das Gesetz vom 1. August 1985, des Artikels 28, des Artikels 35 § 1, ersetzt durch das Gesetz vom 26. März 1999, des Artikels 35bis, eingefügt durch das Gesetz vom 20. Juli 1990, des Artikels 38 § 3 Nr. 8, ersetzt durch den Königlichen Erlass vom 28. September 1982 und abgeändert durch den Königlichen Erlass vom 1. März 1989, und des Artikels 38 § 3 Absatz 3, eingefügt durch den Königlichen Erlass vom 30. September 1983; Aufgrund des Königlichen Erlasses Nr. 213 vom 26. September 1983 über die Arbeitszeit in den Unternehmen, die der Paritätischen Kommission für das Bauwesen unterstehen, insbesondere des Artikels 5;

Aufgrund des am 14. Juli 1994 koordinierten Gesetzes über die Gesundheitspflege- und Entschädigungspflichtversicherung, insbesondere des Artikels 32 Absatz 1 Nr. 1, abgeändert durch den Königlichen Erlass vom 18. Februar 1997, des Artikels 86 § 1 Nr. 1 Buchstabe a) und des Artikels 103 § 1;

Aufgrund des Königlichen Erlasses vom 23. Dezember 1996 zur Ausführung der Artikel 15, 16 und 17 des Gesetzes vom 26. Juli 1996 zur Modernisierung der sozialen Sicherheit und zur Sicherung der gesetzlichen Pensionsregelungen, insbesondere des Artikels 8 § 7 Nr. 3;

Aufgrund des Königlichen Erlasses vom 10. Juni 2001 zur einheitlichen Bestimmung von Begriffen in Bezug auf die Arbeitszeit im Bereich der sozialen Sicherheit in Anwendung von Artikel 39 des Gesetzes vom 26.

Juli 1996 zur Modernisierung der sozialen Sicherheit und zur Sicherung der gesetzlichen Pensionsregelungen;

Aufgrund der Stellungnahme des Nationalen Arbeitsrates vom 10. März 1999;

Aufgrund der Stellungnahme des Finanzinspektors vom 18. November 1998;

Aufgrund des Einverständnisses des Ministers des Haushalts vom 25.

März 1999;

Aufgrund des Beschlusses des Ministerrates vom 26. März 1999 in Bezug auf den Antrag auf Begutachtung seitens des Staatsrates innerhalb einer Frist von höchstens einem Monat;

Aufgrund des Gutachtens des Staatsrates vom 12. Mai 1999, abgegeben in Anwendung von Artikel 84 Absatz 1 Nr. 1 der koordinierten Gesetze über den Staatsrat;

Auf Vorschlag Unseres Ministers der Beschäftigung und Unseres Ministers der Sozialen Angelegenheiten und der Pensionen und aufgrund der Stellungnahme Unserer Minister, die im Rat darüber beraten haben, Haben Wir beschlossen und erlassen Wir: (...) KAPITEL III - Gesundheitspflege- und Entschädigungspflichtversicherung für Lohnempfänger Art. 19 - In Artikel 32 Absatz 1 Nr. 1 des am 14. Juli 1994 koordinierten Gesetzes über die Gesundheitspflege- und Entschädigungspflichtversicherung, abgeändert durch den Königlichen Erlass vom 18. Februar 1997, werden die Wörter « die eine Entschädigung aufgrund einer ordnungswidrigen Vertragsauflösung beziehen, die ab dem 1. Juli 1970 erfolgt ist » durch die Wörter « die eine Entschädigung aufgrund einer ordnungswidrigen Beendigung des Arbeitsvertrags, einer einseitigen Beendigung des Arbeitsvertrags für Personalvertreter, einer einseitigen Beendigung des Arbeitsvertrags für Gewerkschaftsvertreter oder einer Beendigung des Arbeitsvertrags in gegenseitigem Einvernehmen beziehen » ersetzt.

Art. 20 - In Artikel 86 § 1 Nr. 1 Buchstabe a) desselben Gesetzes werden die Wörter « die eine Entschädigung aufgrund einer ordnungswidrigen Vertragsauflösung beziehen, die ab dem 1. Juli 1970 erfolgt ist, » durch die Wörter « die eine Entschädigung aufgrund einer ordnungswidrigen Beendigung des Arbeitsvertrags, einer einseitigen Beendigung des Arbeitsvertrags für Personalvertreter, einer einseitigen Beendigung des Arbeitsvertrags für Gewerkschaftsvertreter oder einer Beendigung des Arbeitsvertrags in gegenseitigem Einvernehmen beziehen » ersetzt.

Art. 21 - Artikel 103 § 1 desselben Gesetzes wird wie folgt abgeändert: 1. Nummer 3 wird wie folgt ersetzt: « 3.für den Zeitraum, für den er Anspruch auf eine Entschädigung wegen einer ordnungswidrigen Beendigung des Arbeitsvertrags, einer einseitigen Beendigung des Arbeitsvertrags für Personalvertreter, einer einseitigen Beendigung des Arbeitsvertrags für Gewerkschaftsvertreter oder einer Beendigung des Arbeitsvertrags in gegenseitigem Einvernehmen hat, ». 2. Nummer 7 wird wie folgt ersetzt: « 7.für den Zeitraum, während dessen er eine Laufbahnunterbrechungszulage wegen einer Vollzeitlaufbahnunterbrechung in Anspruch nehmen kann. » Art. 22 - Ein Artikel 137bis mit folgendem Wortlaut wird in dasselbe koordinierte Gesetz eingefügt: « Art. 137bis - Für die Anwendung des vorliegenden koordinierten Gesetzes und seiner Ausführungserlasse und -verordnungen gelten für die Beziehung zwischen Arbeitgeber und Arbeitnehmer die Begriffsbestimmungen in Bezug auf die Arbeitszeit, wie sie im Königlichen Erlass vom 10. Juni 2001 zur einheitlichen Bestimmung von Begriffen in Bezug auf die Arbeitszeit im Bereich der sozialen Sicherheit in Anwendung von Artikel 39 des Gesetzes vom 26. Juli 1996 zur Modernisierung der sozialen Sicherheit und zur Sicherung der gesetzlichen Pensionsregelungen festgelegt sind. » (...) Gegeben zu Brüssel, den 10. Juni 2001 ALBERT Von Königs wegen: Die Ministerin der Beschäftigung, Frau L. ONKELINX Der Minister der Sozialen Angelegenheiten und der Pensionen, F. VANDENBROUCKE Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 21 december 2001.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, A. DUQUESNE

Bijlage 2 MINISTERIUM DER SOZIALEN ANGELEGENHEITEN, DER VOLKSGESUNDHEIT UND DER UMWELT UND MINISTERIUM DER BESCHÄFTIGUNG UND DER ARBEIT 10. JUNI 2001 - Königlicher Erlass zur Festlegung in Anwendung von Artikel 39 des Gesetzes vom 26.Juli 1996 zur Modernisierung der sozialen Sicherheit und zur Sicherung der gesetzlichen Pensionsregelungen des einheitlichen Begriffs des « durchschnittlichen Tageslohns » und zur Harmonisierung einiger Gesetzesbestimmungen BERICHT AN DEN KÖNIG Sire, (...) 3. Prüfung der Artikel (...) Artikel 6 In diesem Artikel wird bestimmt, dass Artikel 87 Absatz 1 des am 14.

Juli 1994 koordinierten Gesetzes über die Gesundheitspflege- und Entschädigungspflichtversicherung ersetzt wird. Im neuen Text wird für die Zusammensetzung des Lohnausfalls im Rahmen der Arbeitsunfähigkeitsentschädigungen auf den Königlichen Erlass vom 10.

Juni 2001 zur Festlegung in Anwendung von Artikel 39 des Gesetzes vom 26. Juli 1996 zur Modernisierung der sozialen Sicherheit und zur Sicherung der gesetzlichen Pensionsregelungen des einheitlichen Begriffs des « durchschnittlichen Tageslohns » und zur Harmonisierung einiger Gesetzesbestimmungen sowie auf Berechnungsmodalitäten verwiesen, so wie diese durch eine in Artikel 80 Nr.5 erwähnte Verordnung festgelegt werden. Diese Verordnung wird die besonderen Regeln umfassen, die in Artikel 4 des Königlichen Erlasses über den durchschnittlichen Tageslohn erwähnt sind.

Artikel 7 Dieser Artikel ersetzt Artikel 113 Absatz 3 des vorerwähnten koordinierten Gesetzes vom 14. Juli 1994, was das Mutterschaftsgeld betrifft. (...) Wir haben die Ehre, Sire, die getreuen und ehrerbietigen Diener Eurer Majestät zu sein.

Die Ministerin der Beschäftigung, Frau L. ONKELINX Der Minister der Sozialen Angelegenheiten und der Pensionen, F. VANDENBROUCKE

10. JUNI 2001 - Königlicher Erlass zur Festlegung in Anwendung von Artikel 39 des Gesetzes vom 26.Juli 1996 zur Modernisierung der sozialen Sicherheit und zur Sicherung der gesetzlichen Pensionsregelungen des einheitlichen Begriffs des « durchschnittlichen Tageslohns » und zur Harmonisierung einiger Gesetzesbestimmungen ALBERT II., König der Belgier, Allen Gegenwärtigen und Zukünftigen, Unser Gruss! Aufgrund des Gesetzes vom 26. Juli 1996 zur Modernisierung der sozialen Sicherheit und zur Sicherung der gesetzlichen Pensionsregelungen, insbesondere des Artikels 39;

Aufgrund des Gesetzes vom 10. April 1971 über die Arbeitsunfälle, insbesondere des Artikels 36 § 1;

Aufgrund des am 14. Juli 1994 koordinierten Gesetzes über die Gesundheitspflege- und Entschädigungspflichtversicherung, insbesondere des Artikels 87 Absatz 1, ersetzt durch den Königlichen Erlass vom 13.

November 1996, und des Artikels 113 Absatz 3;

Aufgrund der Stellungnahme des Nationalen Arbeitsrates vom 4. April 2000;

Aufgrund der Stellungnahme des Finanzinspektors vom 10. Juli 2000;

Aufgrund des Einverständnisses des Ministers des Haushalts vom 19.

Juli 2000;

Aufgrund des Beschlusses des Ministerrates vom 20. Juli 2000 in Bezug auf den Antrag auf Begutachtung seitens des Staatsrates innerhalb einer Frist von höchstens einem Monat;

Aufgrund des Gutachtens des Staatsrates vom 5. Oktober 2000, abgegeben in Anwendung von Artikel 84 Absatz 1 Nr. 1 der koordinierten Gesetze über den Staatsrat;

Auf Vorschlag Unseres Ministers der Beschäftigung und Unseres Ministers der Sozialen Angelegenheiten und der Pensionen und aufgrund der Stellungnahme Unserer Minister, die im Rat darüber beraten haben, Haben Wir beschlossen und erlassen Wir: (...) KAPITEL IV - Gesundheitspflege- und Entschädigungspflichtversicherung für Lohnempfänger Art. 6 - Artikel 87 Absatz 1 des am 14. Juli 1994 koordinierten Gesetzes über die Gesundheitspflege- und Entschädigungspflichtversicherung, ersetzt durch den Königlichen Erlass vom 13. November 1996, wird durch folgende Bestimmung ersetzt: « Unbeschadet der Bestimmungen von Artikel 97 erhält der in Artikel 86 § 1 erwähnte Berechtigte, der arbeitsunfähig ist, so wie in Artikel 100 definiert, für jeden Werktag eines einjährigen Zeitraums, der mit Beginn seiner Arbeitsunfähigkeit einsetzt, oder für jeden Tag desselben Zeitraums, der durch eine Verordnung des Geschäftsführenden Ausschusses des Dienstes für Entschädigungen einem Werktag gleichgesetzt wird, eine « Entschädigung wegen primärer Arbeitsunfähigkeit » genannte Entschädigung, die nicht weniger als 55 Prozent des Lohnausfalls betragen darf; der berücksichtigte Lohn darf dabei den vom König festgelegten Betrag nicht überschreiten; dieser Höchstbetrag ist ebenfalls anwendbar, wenn der Berechtigte von mehreren Arbeitgebern beschäftigt wird. Der Lohnausfall wird festgelegt gemäss den Bestimmungen des Königlichen Erlasses vom 10.

Juni 2001 zur Festlegung in Anwendung von Artikel 39 des Gesetzes vom 26. Juli 1996 zur Modernisierung der sozialen Sicherheit und zur Sicherung der gesetzlichen Pensionsregelungen des einheitlichen Begriffs des « durchschnittlichen Tageslohns » und zur Harmonisierung einiger Gesetzesbestimmungen und auf der Grundlage von Berechnungsmodalitäten, die durch eine in Artikel 80 Nr.5 erwähnte Verordnung festgelegt werden. » Art. 7 - Artikel 113 Absatz 3 desselben Gesetzes wird durch folgende Bestimmung ersetzt: « Der Lohnausfall wird festgelegt gemäss den Bestimmungen des Königlichen Erlasses vom 10. Juni 2001 zur Festlegung in Anwendung von Artikel 39 des Gesetzes vom 26. Juli 1996 zur Modernisierung der sozialen Sicherheit und zur Sicherung der gesetzlichen Pensionsregelungen des einheitlichen Begriffs des « durchschnittlichen Tageslohns » und zur Harmonisierung einiger Gesetzesbestimmungen und auf der Grundlage von Berechnungsmodalitäten, die durch eine in Artikel 80 Nr. 5 erwähnte Verordnung festgelegt werden. Der Höchstbetrag, in Höhe dessen der Lohn berücksichtigt wird, ist der aufgrund von Artikel 87 Absatz 1 festgelegte Betrag. » (...) Gegeben zu Brüssel, den 10. Juni 2001 ALBERT Von Königs wegen: Die Ministerin der Beschäftigung, Frau L. ONKELINX Der Minister der Sozialen Angelegenheiten und der Pensionen, F. VANDENBROUCKE Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 21 december 2001.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, A. DUQUESNE