gepubliceerd op 06 mei 1999
Koninklijk besluit tot vaststelling van de officiële Duitse vertaling van de wet van 12 februari 1999 tot invoeging van een artikel 15ter in de wet van 4 juli 1989 betreffende de beperking en de controle van de verkiezingsuitgaven voor de verkiezingen van de federale Kamers, de financiering en de open boekhouding van de politieke partijen en van een artikel 16bis in de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973
21 APRIL 1999. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de officiële Duitse vertaling van de wet van 12 februari 1999 tot invoeging van een artikel 15ter in de wet van 4 juli 1989 betreffende de beperking en de controle van de verkiezingsuitgaven voor de verkiezingen van de federale Kamers, de financiering en de open boekhouding van de politieke partijen en van een artikel 16bis in de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 31 december 1983 tot hervorming der instellingen voor de Duitstalige Gemeenschap, inzonderheid op artikel 76, § 1, 1° en § 3, vervangen door de wet van 18 juli 1990;
Gelet op het ontwerp van officiële Duitse vertaling van de wet van 12 februari 1999 tot invoeging van een artikel 15ter in de wet van 4 juli 1989 betreffende de beperking en de controle van de verkiezingsuitgaven voor de verkiezingen van de federale Kamers, de financiering en de open boekhouding van de politieke partijen en van een artikel 16bis in de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, opgemaakt door de Centrale dienst voor Duitse vertaling van het Adjunct-arrondissementscommissariaat in Malmedy;
Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.De bij dit besluit gevoegde tekst is de officiële Duitse vertaling van de wet van 12 februari 1999 tot invoeging van een artikel 15ter in de wet van 4 juli 1989 betreffende de beperking en de controle van de verkiezingsuitgaven voor de verkiezingen van de federale Kamers, de financiering en de open boekhouding van de politieke partijen en van een artikel 16bis in de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973.
Art. 2.Onze Minister van Binnenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 21 april 1999.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, L. VAN DEN BOSSCHE Annexe - Bijlage MINISTERIUM DES INNERN 12. FEBRUAR 1999 - Gesetz zur Einfügung eines Artikels 15ter in das Gesetz vom 4.Juli 1989 über die Einschränkung und Kontrolle der Wahlausgaben für die Wahlen der Föderalen Kammern und über die Finanzierung und die offene Buchführung der politischen Parteien und eines Artikels 16bis in die am 12. Januar 1973 koordinierten Gesetze über den Staatsrat ALBERT II., König der Belgier, Allen Gegenwärtigen und Zukünftigen, Unser Gruss! Die Kammern haben das Folgende angenommen, und Wir sanktionieren es: Artikel 1 - Vorliegendes Gesetz regelt eine in Artikel 77 der Verfassung erwähnte Angelegenheit.
Art. 2 - In das Gesetz vom 4. Juli 1989 über die Einschränkung und Kontrolle der Wahlausgaben für die Wahlen der Föderalen Kammern und über die Finanzierung und die offene Buchführung der politischen Parteien wird ein Artikel 15ter mit folgendem Wortlaut eingefügt: « Art. 15ter - § 1 - Wenn eine politische Partei durch eigenes Zutun oder durch Zutun ihrer Komponenten, Listen, Kandidaten oder gewählten Mandatsinhaber offensichtlich und durch mehrere übereinstimmende Indizien ihre feindselige Einstellung gegenüber den Rechten und Freiheiten zeigt, die durch die Konvention zum Schutz der Menschenrechte und Grundfreiheiten vom 4. November 1950, gebilligt durch das Gesetz vom 13. Mai 1955, und durch die in Belgien gültigen Zusatzprotokolle zu dieser Konvention gewährleistet werden, muss die Dotation, die der in Artikel 22 erwähnten Einrichtung aufgrund des vorliegenden Kapitels gewährt wird, binnen fünfzehn Tagen von der Kontrollkommission in Höhe des vom Staatsrat bestimmten Betrags gestrichen werden, wenn eine zweisprachige Kammer des Staatsrates es beschliesst.
Jede Klage, die von mindestens fünf Mitgliedern der Kontrollkommission eingereicht wird, muss unmittelbar an den Staatsrat gerichtet werden.
Die so übermittelte Klage vermerkt den Gegenstand des Antrags, den mutmasslichen Urheber der beanstandeten Handlung, deren detaillierte Beschreibung und gegebenenfalls die Weise, wie sie finanziert wurde.
Der Staatsrat spricht binnen zwei Monaten nach der Befassung einen ordnungsgemäss mit Gründen versehenen Entscheid aus und kann beschliessen, die Dotation zu streichen, die der in Artikel 22 erwähnten Einrichtung aufgrund des vorliegenden Kapitels gewährt wird, entweder in Höhe des doppelten Betrags der für die Ausführung dieser Handlung finanzierten oder getätigten Ausgaben oder für einen Zeitraum von mindestens drei Monaten und höchstens einem Jahr. § 2 - Gegen den Entscheid des Staatsrates kann binnen dreissig Tagen eine Kassationsbeschwerde vor dem Kassationshof eingeleitet werden.
Diese Beschwerde hat keine aufschiebende Wirkung. § 3 - Das Verfahren und die Modalitäten, nach denen die Betreffenden angehört werden, werden durch einen im Ministerrat beratenen Königlichen Erlass festgelegt. » Art. 3 - In die am 12. Januar 1973 koordinierten Gesetze über den Staatsrat wird ein Artikel 16bis mit folgendem Wortlaut eingefügt: « Art. 16bis - Die Abteilung befindet im Wege von Entscheiden über die in Anwendung von Artikel 15ter des Gesetzes vom 4. Juli 1989 über die Einschränkung und Kontrolle der Wahlausgaben für die Wahlen der Föderalen Kammern und über die Finanzierung und die offene Buchführung der politischen Parteien eingereichten Klagen. » Wir fertigen das vorliegende Gesetz aus und ordnen an, dass es mit dem Staatssiegel versehen und durch das Belgische Staatsblatt veröffentlicht wird.
Gegeben zu Brüssel, den 12. Februar 1999 ALBERT Von Königs wegen: Der Minister des Innern L. VAN DEN BOSSCHE Mit dem Staatssiegel versehen: Der Minister der Justiz T. VAN PARYS Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 21 april 1999.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, L. VAN DEN BOSSCHE.