Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 20 september 2024
gepubliceerd op 24 oktober 2024

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 november 2023, gesloten in het Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf, betreffende de vervoerskosten

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2024204311
pub.
24/10/2024
prom.
20/09/2024
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

20 SEPTEMBER 2024. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 november 2023, gesloten in het Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf, betreffende de vervoerskosten (1)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf;

Op de voordracht van de Minister van Werk,

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 24 november 2023, gesloten in het Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf, betreffende de vervoerskosten.

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 20 september 2024.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad: Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf Collectieve arbeidsovereenkomst van 24 november 2023 Vervoerskosten (Overeenkomst geregistreerd op 21 december 2023 onder het nummer 184852/CO/109)

HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied en duur van de overeenkomst

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers die ressorteren onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf en op de arbeid(st)ers, hierna werknemers genoemd, die zij tewerkstellen.

Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2024 en is gesloten voor onbepaalde duur. Zij vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 december 2021 betreffende de vervoerskosten (171247/CO/109).

Zij kan, met een opzeggingstermijn van drie maanden, per aangetekend schrijven aan de voorzitter van het Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf en aan de in dit paritair comité vertegenwoordigde organisaties, door één van de ondertekenende partijen worden opgezegd.

HOOFDSTUK II. - Openbaar vervoer

Art. 3.Gemeenschappelijk openbaar treinvervoer Wat het door de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen georganiseerd vervoer betreft, zal de tussenkomst van de werkgever in de prijs van het gebruikte vervoerbewijs berekend worden op basis van de tabel met forfaitaire bedragen, opgenomen in artikel 3 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 19/9 van 23 april 2019 van de Nationale Arbeidsraad betreffende de financiële bijdrage van de werkgevers in de prijs van het gemeenschappelijk openbaar vervoer van de werknemers.

Art. 4.Gemeenschappelijk openbaar vervoer, met uitzondering van het treinvervoer Voor wat betreft het gemeenschappelijk openbaar vervoer, met uitzondering van het treinvervoer, zal de bijdrage van de werkgever in de prijs van de abonnementen, berekend vanaf de vertrekhalte, vastgesteld worden volgens de hierna vastgestelde modaliteiten : § 1. Wanneer de prijs van het vervoer in verhouding tot de afstand staat, wordt de tussenkomst van de werkgever in de prijs van het gebruikte vervoerbewijs berekend op basis van de tabel bedoeld in artikel 3 van deze collectieve arbeidsovereenkomst, zonder evenwel 75 pct. van de werkelijke vervoerprijs te overschrijden. § 2. Wanneer de prijs een eenheidsprijs is, ongeacht de afstand, wordt de bijdrage van de werkgever forfaitair vastgesteld en bedraagt zij 71,8 pct. van de effectief door de werknemer betaalde prijs, begrensd tot het bedrag van de werkgeverstussenkomst voor een afstand tot 7 km, berekend op basis van de tabel bedoeld in artikel 3 van deze collectieve arbeidsovereenkomst.

Art. 5.Gecombineerd gemeenschappelijk openbaar vervoer Ingeval de werknemer gebruik maakt van een combinatie van de trein en één of meerdere andere gemeenschappelijke openbaar vervoermiddelen dan de trein, en er wordt slechts één vervoerbewijs afgeleverd voor het geheel van de afstand - zonder dat in dit vervoerbewijs een onderverdeling wordt gemaakt per gemeenschappelijk openbaar vervoermiddel - wordt de bijdrage van de werkgever berekend op basis van de tabel bedoeld in artikel 3 van deze collectieve arbeidsovereenkomst.

Art. 6.In elk ander geval dat de werknemer meer dan één gemeenschappelijk openbaar vervoermiddel gebruikt dan voorzien in artikel 5, wordt de bijdrage van de werkgever voor het geheel van de afstand als volgt berekend : nadat met betrekking tot elk afzonderlijk gemeenschappelijk openbaar vervoermiddel waarvan de werknemer gebruik maakt de bijdrage van de werkgever is berekend overeenkomstig de bepalingen van de artikelen 3, 4, § 1, 4, § 2 en 5 van deze collectieve arbeidsovereenkomst, worden de aldus bekomen bedragen bij elkaar opgeteld om de bijdrage van de werkgever voor het geheel van de afgelegde afstand vast te stellen.

Art. 7.Terugbetalingstijdstip De bijdrage van de werkgever in de door de werknemers gedragen vervoerskosten zal maandelijks betaald worden.

Art. 8.Modaliteiten van terugbetaling § 1. De werknemers leggen aan de werkgevers een ondertekende verklaring voor waarin verzekerd wordt dat zij geregeld gebruik maken van een gemeenschappelijk openbaar vervoermiddel om zich van hun woonplaats naar hun plaats van tewerkstelling te begeven; bovendien preciseren zij, indien mogelijk, het aantal effectief afgelegde kilometers.

Het ontbreken van een dergelijke ondertekende verklaring is geen reden om geen tussenkomst in de vervoerskosten te betalen. § 2. De werknemers moeten iedere wijziging van deze toestand zo snel mogelijk op dezelfde wijze mededelen. § 3. De werkgever mag op elk ogenblik nagaan of de verklaring van een werknemer met de werkelijkheid strookt.

Art. 9.De tussenkomst van de werkgever in de vervoerskosten zal betaald worden op voorlegging van de vervoerbewijzen, uitgereikt door de NMBS en/of de andere maatschappijen van gemeenschappelijk openbaar vervoer.

HOOFDSTUK III. - Private vervoermiddelen

Art. 10.Algemeen De betrokken werknemers leggen aan de werkgever een ondertekende verklaring voor waarbij zij bevestigen dat zij geregeld een privaat vervoermiddel gebruiken om zich van hun woonplaats naar de werkplaats te begeven, met vermelding van de juiste afstand tussen de woonplaats en de werkplaats, evenals de aard van het vervoermiddel dat zij gebruiken om zich te verplaatsen tussen de woonplaats en de werkplaats. Het ontbreken van een dergelijke ondertekende verklaring is geen reden om geen tussenkomst in de vervoerskosten te betalen.

Het aantal in aanmerking te nemen kilometers wordt in gemeen overleg vastgesteld op het vlak van de onderneming en vermeld in de voornoemde verklaring.

De werknemers moeten iedere wijziging van deze toestand zo snel mogelijk op dezelfde wijze mededelen.

De werkgever mag op elk ogenblik nagaan of de verklaring van een werknemer met de werkelijkheid strookt.

De tussenkomst van de werkgever in de door de werknemers gedragen vervoerkosten zal minstens eenmaal per maand worden betaald.

De tussenkomst van de werkgever vindt slechts plaats voor de dagen van aanwezigheid op het werk.

Art. 11.Privaat vervoermiddel uitgezonderd fiets § 1. In de ondernemingen die geen collectief vervoermiddel ter beschikking van de werknemers stellen, worden voor de werknemers die gebruik maken van een privaat vervoermiddel behalve de fiets, voor zover de kortst af te leggen afstand van hun woning tot de werkplaats in één enkele richting 5 km of meer bedraagt, volgende modaliteiten van tussenkomst van de werkgever in de vervoerskosten bepaald. § 2. De tussenkomst van de werkgever is gelijk aan 50 pct. van de prijs van de treinkaart in 2de klasse van de NMBS, voor het overeenstemmende aantal kilometers.

De tussenkomst van de werkgever zal nochtans, voor eenzelfde aantal kilometers, nooit hoger kunnen zijn dan de tussenkomst op basis van de tabel, bedoeld in artikel 3 van deze collectieve arbeidsovereenkomst.

Art. 12.Fiets Ingeval de werknemer gebruik maakt van een fiets werd vanaf 1 januari 2019 een fietsvergoeding van 0,10 EUR per kilometer toegekend voor de afstand heen en terug van zijn woning tot de werkplaats, onverminderd gunstigere regelingen op ondernemingsvlak.

Vanaf 1 januari 2022 werd de in het eerste lid bedoelde fietsvergoeding verhoogd tot 0,12 EUR per kilometer.

Vanaf 1 januari 2024 wordt de fietsvergoeding gekoppeld aan de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 164 van de Nationale Arbeidsraad en verhoogd van 0,12 EUR naar 0,27 EUR per kilometer met een maximum van 40 kilometer per dag heen en terug.

De modaliteiten rond de cumulatie met andere vervoersonkosten worden bepaald op ondernemingsniveau.

HOOFDSTUK IV. - Door de onderneming met de financiële deelneming van de werknemers georganiseerd vervoer of door de ondernemingen voor een gedeelte van het traject uitsluitend op eigen kosten georganiseerd vervoer

Art. 13.Ingeval het transport is georganiseerd door de werkgever, met de financiële deelneming van de werknemers, of indien de werkgever een gedeelte van het traject uitsluitend op eigen kosten heeft georganiseerd, dient, wat zijn bijdrage in de kosten van vervoer van de werknemers betreft, een oplossing worden gezocht die is ingegeven door de bepalingen van deze overeenkomst en door de volgende overwegingen : - voor het door de ondernemingen met financiële deelneming van de werknemers georganiseerd vervoer, wordt de tussenkomst van de ondernemingen berekend met inachtneming van de door de ondernemingen reeds gedragen lasten voor de organisatie van dat vervoer; - voor de door de ondernemingen voor een gedeelte van het traject uitsluitend op eigen kosten georganiseerd vervoer en ingeval de werknemers eveneens gemeenschappelijke openbare vervoermiddelen gebruiken, wordt de tussenkomst van de werkgever berekend op basis van de totale met een gemeenschappelijk openbaar vervoermiddel afgelegde afstand met aftrek van de kosten die de onderneming reeds draagt voor het door haar georganiseerd vervoer; - de financiële tussenkomst van de werknemers mag echter niet hoger zijn dan het bedrag, bepaald als werkgeverstussenkomst bij artikel 3 van deze collectieve arbeidsovereenkomst; - de verworven rechten van de werknemers blijven echter behouden.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 20 september 2024.

De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE


Bijlage bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 november 2023, gesloten in het Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf, betreffende de vervoerskosten De raming van de jaarlijkse bruto bezoldiging moet omvatten : 1° de vaste elementen : de maandelijkse brutowedde, inbegrepen de eventuele bijkomende wedden, zoals onder meer de vergoeding voor de kennis en het gebruik van beide landstalen, hierbij rekening gehouden met het beweeglijk gedeelte toegekend in functie van het indexcijfer van de consumptieprijzen.Het jaarlijks brutobedrag wordt bekomen door de vaste elementen, die betrekking hebben op de eerste maand waarvoor de financiële bijdrage van de werkgever in de prijs van het vervoer van de werknemers wordt gevraagd, te vermenigvuldigen met 12, zelfs indien de werknemer geen 12 maanden werkt; 2° de veranderlijke elementen: a.per maand : commissieloon, premies, overuren, enz.

Hier gelden de bruto cijfers voor de laatste 12 maanden. Indien de werklieden geen 12 maanden heeft gewerkt wordt het in aanmerking te nemen bedrag bekomen door het maandgemiddelde voor de effectief gewerkte maanden, te vermenigvuldigen met 12. b. per jaar : commissieloon, premies, 13de maand en andere toelagen die sommige werkgevers eens of meermaals per jaar aan hun personeel toekennen, ingevolge overeenkomst of gebruik. De brutobedragen toegekend gedurende de laatste 12 maanden moeten bij de jaarlijkse brutobedragen, waarvan sprake onder 1° en 2°, a., worden gevoegd.

De raming van de jaarlijkse brutobezoldiging moet niet omvatten: 1° de toelagen van sociale aard, zoals : haard- en standplaatstoelage, kindergeld, vakantiegeld; 2° de bedragen toegekend als vergoeding voor bepaalde kosten (reiskosten, representatiegelden, enz.); 3° pensioenen van allerlei aard. Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 20 september 2024.

De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE


^