Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 20 september 2023
gepubliceerd op 30 oktober 2023

Koninklijk besluit betreffende de minimumvoorwaarden voor de aanbiedingen die in aanmerking komen voor de sociale tarieven

bron
federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie
numac
2023046542
pub.
30/10/2023
prom.
20/09/2023
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

20 SEPTEMBER 2023. - Koninklijk besluit betreffende de minimumvoorwaarden voor de aanbiedingen die in aanmerking komen voor de sociale tarieven


VERSLAG AAN DE KONING Sire, Het ontwerp van koninklijk besluit dat U ter ondertekening wordt voorgelegd, bepaalt de minimumvoorwaarden voor de aanbiedingen die in aanmerking komen voor de sociale tarieven, conform artikel 38/1, § 1, van bijlage 1 bij de wet van 13 juni 2005Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/06/2005 pub. 20/06/2005 numac 2005011238 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet betreffende de elektronische communicatie sluiten betreffende de elektronische communicatie (hierna "de wet").

Het stelt ook overeenkomstig artikel 38/1, § 2, van bijlage 1 bij de wet, de referentie-index vast voor de berekening van de indexering van de maximumprijzen van de basisaanbiedingen die in het onderhavige koninklijk besluit worden vastgesteld.

Artikel 38/1, § 1, van bijlage 1 bij de wet, machtigt de Koning om de minimumvoorwaarden vast te leggen voor de aanbiedingen die de operatoren bedoeld in artikel 74, paragrafen 4 en 6 moeten aanbieden met het oog op de verstrekking van het sociale element van de universele dienst.

Artikel 22/2, § 2, van bijlage 1 bij de wet bepaalt dan weer de categorie van personen die recht hebben op datzelfde sociaal tarief.

Het gaat om categorieën die grotendeels vergelijkbaar zijn met deze die gebruikt worden in het kader van de toekenning van het sociaal tarief voor gas en/of elektriciteit, die prioritair gericht zijn op gezinnen en bejaarden met een laag inkomen, alsook op sommige personen met een fysieke of mentale beperking (hierna "de rechthebbenden").

Zoals aangegeven in de memorie van toelichting bij de wet van 30 augustus 2023Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/08/2023 pub. 04/10/2023 numac 2023045608 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet houdende wijziging van de wet van 13 juni 2005 betreffende de elektronische communicatie en houdende hervorming van de sociale tarieven sluiten tot wijziging van de wet van 13 juni 2005Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/06/2005 pub. 20/06/2005 numac 2005011238 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet betreffende de elektronische communicatie sluiten betreffende de elektronische communicatie die onder andere artikel 38/1 van bijlage 1 van de wet heeft geïntegreerd, is er voor talrijke aspecten van het dagelijkse leven een internettoegang nodig. De COVID-19-pandemie die diverse lockdowns met zich bracht, heeft overigens het belang van internettoegang aangetoond, in die zin dat tal van taken (bancaire en administratieve diensten online, telewerk, enz.) digitaal worden verricht.

Internettoegang lijkt daarom meer dan ooit noodzakelijk voor de sociale inclusie.

Het is belangrijk te herhalen dat artikel 74 van de wet de omzetting vormt van artikel 85 van Richtlijn (EU) 2018/1972 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2018 tot vaststelling van het Europees wetboek voor elektronische communicatie. Dat laatste artikel stelt de lidstaten in staat om de aanbieders van adequate breedbandinternettoegangsdiensten en spraakcommunicatiediensten te verplichten om tariefformules aan te bieden die verschillen van deze die in normale commerciële omstandigheden worden aangeboden wanneer ze van mening zijn dat de retailprijzen voor die diensten niet betaalbaar zijn voor de consumenten met lage inkomens of bijzondere sociale behoeften.

Er werd vastgesteld dat de prijzen van de vaste diensten hoger liggen in België zowel ten opzichte van de buurlanden als van andere Europese lidstaten (cf. de mededeling van de Raad van het BIPT van 20 september 2021 betreffende de vergelijkende prijzenstudie van de telecommunicatiediensten in België en in de buurlanden; European Commission, Mobile and fixed broadband prices in 2020, 12 november 2021, blz. 17.) Dat hoge prijsniveau heeft gevolgen voor de betaalbaarheid van de vaste diensten voor personen met een laag inkomen of met specifieke sociale behoeften, rekening houdend met het belang dat de burgers hechten aan de mogelijkheid om toegang te krijgen tot vast breedbandinternet.

De mogelijkheid om toegang te krijgen tot de vaste breedbandinternetdiensten tegen een meer betaalbare prijs biedt de gezinnen die worden geconfronteerd met problemen van betaalbaarheid dan ook de kans om ten volle deel te nemen aan het sociale en economische leven.

De sociale tarieven bieden deze rechthebbenden inderdaad de mogelijkheid om toegang te krijgen tot breedbandinternettoegangsdiensten tegen betaalbaardere prijzen via tariefplannen die verschillen van deze die beschikbaar zijn op de Belgische particuliere markt.

Overigens bestaat de kans dat er in de toekomst meer druk zal komen op de betaalbaarheid door de stijging van de retailprijzen in een gespannen geopolitieke context.

Dit ontwerp legt dan ook de verplichting vast voor de categorie van de operatoren bedoeld in artikel 74, de paragrafen 4 en 6 van de wet, om aan de rechthebbenden een sociaal abonnement voor breedbandinternet te verstrekken op een vaste locatie en minstens een sociale bundel met ten minste breedbandinternettoegang verstrekt op een vaste locatie aan te bieden. De kenmerken van deze aanbiedingen worden toegelicht in de artikelen van dit ontwerp van koninklijk besluit.

Artikelsgewijze bespreking Artikel 1.

Dit artikel behoeft geen commentaar.

Art. 2.

Dit artikel bepaalt de minimumsnelheden voor download en upload alsook het minimumvolume dat de operatoren bedoeld in artikel 74, de paragrafen 4 en 6 van de wet moeten bieden aan de rechthebbenden in het kader van een breedbandinternetaanbod op een vaste locatie. Dat aanbod zal aan de rechthebbenden in kwestie moeten worden aangeboden tegen een maximale maandelijkse prijs van 19 euro, btw inbegrepen.

Deze maximale maandelijkse prijs werd vastgelegd rekening houdend met de retailprijzen op de markt en na raadpleging van de betrokken operatoren die ook hebben aangegeven in staat te zijn basisaanbiedingen te doen met upload- en downloadsnelheden van respectievelijk minstens 30 Mbps en 4 Mbps wanneer dat technisch mogelijk is. Overigens is 30 Mbps de snelheid die eerder was vastgelegd in België om de zones te definiëren die maximaal door één enkele Next Generation Access-infrastructuur (of NGA) waren gedekt (cf. Analyse van de markten voor breedband en televisieomroep (2018), blz. 130 en blz. 537, BIPT). Overigens benadrukken we op technologisch vlak onder meer de algemene stijgende tendens van de snelheden en de uitrol van ultrasnel internet zowel op het hybride coax/glasvezelnetwerk als op het glasvezelnetwerk. Deze uitrol stelt de operatoren in staat om steeds hogere snelheden aan te bieden.

Bovendien kan 99,1% van de Belgische huishoudens toegang hebben tot snelheden van minstens 30 Mbps (cf. de kwalitatieve studie van de vaste en mobiele breedbandnetwerken in België, 2021, blz. 6).

Aldus trachten de aanbiedingen die minstens de kenmerken bevatten waarin dit artikel voorziet, de rechthebbenden in staat te stellen om ten volle deel te nemen aan het sociale en economische leven. De indicator voor materiële en sociale ontbering van de Unie omvat met name dertien "goederen en diensten" uit het dagelijkse leven die als wenselijk, zelfs noodzakelijk, beschouwd worden om een aanvaardbare levensstandaard te hebben. Een van de dertien vermelde materiële en sociale ontberingen is het zich niet kunnen aanschaffen van een internetverbinding thuis om financiële redenen.

Het artikel legt ook de continuïteit van de dienst op ingeval de vastgelegde volumelimiet wordt overschreden, tegen een voldoende snelheid om de rechthebbenden in staat te stellen hun e-mail te blijven raadplegen.

Art. 3.

Volgens considerans 220 van het Wetboek met betrekking tot artikel 85 van het Wetboek kan "betaalbaarheid verzekeren [...] speciale tariefopties of pakketten behelzen die zijn afgestemd op de behoeften van gebruikers met een laag inkomen of gebruikers met bijzondere sociale behoeften (...)." De Belgische particuliere telecommarkt wordt gekenmerkt door een sterke opname van de bundel. Eind 2021 kocht 81% van de Belgische particuliere klanten zo hun internettoegangsdiensten als onderdeel van een bundel, terwijl slechts 19% van de bevolking breedbandinternet als standalone kocht (cf.: De situatie op de elektronische-communicatie- en televisiemarkt (2022), BIPT).

Uit de studies van het BIPT blijkt dat voor consumenten die bundels gebruiken, namelijk een combinatie van internet, tv en vaste en/of mobiele telefonie, de prijzen in ons land ten opzichte van de prijzen in de buurlanden over het algemeen hoger zijn (cf.: Mededeling van de Raad van het BIPT van 20 september 2021 betreffende de vergelijkende prijzenstudie van de telecommunicatiediensten in België en in de buurlanden).

Rekening houdend met deze vaststellingen, is het gerechtvaardigd om ervoor te zorgen dat breedbandinternet betaalbaar wordt gemaakt voor de rechthebbenden, niet alleen wanneer het afzonderlijk verkocht wordt (als "standalone"), maar om er ook voor te zorgen dat er minstens één bundel met breedbandinternet betaalbaar is voor deze personen.

Het artikel verplicht de operatoren bedoeld in artikel 74, de paragrafen 4 en 6 van de wet bijgevolg om de rechthebbenden minimaal één bundel aan te bieden met ten minste breedbandinternet verstrekt op een vaste locatie voor een maandelijks maximumbedrag van 40 euro btw inbegrepen. Deze maandelijkse maximumprijs werd vastgelegd rekening houdend met de retailprijzen die op de markt werden vastgesteld en na raadpleging van de betrokken operatoren.

Het artikel preciseert dat het internetelement van deze bundels ten minste de kenmerken van volume en snelheid moet naleven die zijn gedefinieerd in artikel 2.

Er dient ook te worden benadrukt dat, conform artikel 22/2, § 4, van bijlage 1 bij de wet, er slechts één begunstigde van het sociaal tarief mag zijn per huishouden. Zo moet de begunstigde die het sociaal tarief wenst te genieten voor zijn huishouden ofwel het breedbandinternetaanbod als standalone kiezen ofwel de bundel met op zijn minst breedbandinternet.

Art. 4.

Dit artikel voorziet zowel voor het breedbandinternetaanbod als standalone waarvan sprake in artikel 2 als voor de bundel waarvan sprake in artikel 3, in een korting van 50% op de installatiekosten voor de rechthebbenden. Deze korting wordt opgelegd om de kwetsbare personen te helpen deze uitgavepost het hoofd te bieden.

Art. 5.

Dit artikel bepaalt de referentie-index waarvan sprake in artikel 38/1, § 2, tweede lid, van bijlage 1 bij de wet.

Art. 6.

Dit artikel kent het recht toe aan de rechthebbenden om andere diensten en/of bijkomende opties aan te schaffen zonder het recht op hun sociaal tarief te verliezen. Onder `dienst' moet worden verstaan de diensten zoals televisie, spraakcommunicatiediensten verzorgd op een vaste en niet-vaste locatie, enz. Onder `opties' moet worden verstaan bijvoorbeeld de verhoging van het maandelijkse volume, enz.

Het artikel preciseert dat de gefactureerde tarieven voor die andere diensten en/of bijkomende opties niet hoger mogen zijn dan het tarief gefactureerd aan de andere gebruikers voor diezelfde diensten of opties in het kader van hun meest vergelijkbare gecommercialiseerde aanbiedingen bij hun andere gebruikers. Ten slotte mag het tarief gefactureerd voor het geheel van deze diensten en opties niet hoger zijn dan dat van de meest vergelijkbare gecommercialiseerde bundel bij hun andere gebruikers.

Het artikel voorziet ook in de controle van de toepassing van deze verplichting door het Instituut, in voorkomend geval op basis van verslagen gevraagd aan de begunstigden.

Art. 7.

Dit artikel behoeft geen commentaar.

Art. 8.

Dit artikel behoeft geen commentaar.

Ik heb de eer te zijn, Sire, Van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaar, De Minister van Telecommunicatie, P. DE SUTTER

20 SEPTEMBER 2023. - Koninklijk besluit betreffende de minimumvoorwaarden voor de aanbiedingen die in aanmerking komen voor de sociale tarieven FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op artikel 108 van de Grondwet;

Gelet op artikel 38/1 van bijlage 1 bij de wet van 13 juni 2005Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/06/2005 pub. 20/06/2005 numac 2005011238 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet betreffende de elektronische communicatie sluiten betreffende de elektronische communicatie;

Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 5 juli 2022;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Staatssecretaris voor Begroting, gegeven op 13 juli 2022;

Gelet op de raadpleging van 24 januari 2023 tot 2 februari 2023 van het Interministerieel Comité voor Telecommunicatie en Radio-omroep en Televisie;

Gelet op de adviesaanvraag binnen dertig dagen, die op 24 juli 2023 bij de Raad van State is ingediend, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Overwegende dat het advies niet is meegedeeld binnen die termijn;

Gelet op artikel 84, § 4, tweede lid, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister van Telecommunicatie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder: - "wet": de wet van 13 juni 2005Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/06/2005 pub. 20/06/2005 numac 2005011238 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet betreffende de elektronische communicatie sluiten betreffende de elektronische communicatie; - "het Instituut": het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie zoals bedoeld in artikel 13 van de wet van 17 januari 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/01/2003 pub. 24/01/2003 numac 2003014009 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet met betrekking tot het statuut van de regulator van de Belgische post- en telecommunicatiesector type wet prom. 17/01/2003 pub. 24/01/2003 numac 2003014010 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet betreffende de rechtsmiddelen en de geschillenbehandeling naar aanleiding van de wet van 17 januari 2003 met betrekking tot het statuut van de regulator van de Belgische post- en telecommunicatiesector sluiten met betrekking tot het statuut van de regulator van de Belgische post- en telecommunicatiesector.

Art. 2.§ 1. De operatoren bedoeld in artikel 74, paragrafen 4 en 6 van de wet bieden de personen bedoeld in artikel 22/2, § 2, van bijlage 1 bij de wet, een sociaal abonnement voor breedbandinternet verstrekt op een vaste locatie voor een maandelijks maximumbedrag van 19 euro btw inbegrepen, met minimaal de volgende kenmerken: 1° een maandelijks minimumvolume van 150 GB;2° een downloadsnelheid van minstens 30 Mbps wanneer dat technisch mogelijk is;3° een uploadsnelheid van minstens 4 Mbps wanneer dat technisch mogelijk is. § 2. Bij overschrijding van de volumelimiet bedoeld in paragraaf 1 zal de dienst bedoeld in paragraaf 1 blijven aangeboden worden tegen een snelheid die het minstens mogelijk maakt om e-mails te raadplegen.

Art. 3.De operatoren bedoeld in artikel 74, paragrafen 4 en 6 van de wet bieden aan de personen bedoeld in artikel 22/2, § 2, van bijlage 1 bij de wet ten minste een sociale bundel aan met ten minste breedbandinternettoegang verstrekt op een vaste locatie voor een maandelijks maximumbedrag van 40 euro btw inbegrepen.

Het element breedbandinternet op een vaste locatie van die gebundelde aanbiedingen moet ten minste de kenmerken van volume en snelheid naleven die zijn gedefinieerd in artikel 2.

Art. 4.Voor de aanbiedingen bedoeld in de artikelen 2 en 3 bieden de operatoren bedoeld in artikel 74, paragrafen 4 en 6, van de wet aan de personen bedoeld in artikel 22/2, § 2, van bijlage 1 bij de wet een korting van 50% op de installatiekosten aan.

Art. 5.Voor de indexering van de bedragen bedoeld in de artikelen 2 en 3, die doorgevoerd wordt overeenkomstig artikel 38/1, § 2, van bijlage 1 bij de wet, is de referentie-index die in aanmerking genomen moet worden de afgevlakte gezondheidsindex van de maand december 2023.

Art. 6.De personen bedoeld in artikel 22/2, § 2, van bijlage 1, bij de wet die de aanbiedingen genieten bedoeld in de artikelen 2 en 3 mogen andere diensten en/of aanvullende opties verwerven dan de begunstigden van sociale tarieven zonder het voordeel van hun sociaal tarief te verliezen.

Het gefactureerde tarief voor elk van die andere diensten en/of aanvullende opties mag niet hoger zijn dan het tarief gefactureerd aan andere gebruikers voor diezelfde diensten of opties in het kader van hun meest vergelijkbare aanbiedingen die aan hun andere gebruikers worden aangeboden.

In voorkomend geval mag het tarief gefactureerd voor het geheel van diensten en opties niet hoger zijn dan dat van de meest vergelijkbare bundel die aan hun andere gebruikers wordt aangeboden.

Het Instituut is belast met het verifiëren van de toepassing van die verplichting, in voorkomend geval, op basis van verslagen gevraagd aan de personen bedoeld in artikel 22/2, § 2, van bijlage 1 bij de wet.

Art. 7.Dit koninklijk besluit treedt in werking op 1 januari 2024.

Art. 8.De minister bevoegd voor Telecommunicatie is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 20 september 2023.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Telecommunicatie, P. DE SUTTER

^