Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 20 juni 2013
gepubliceerd op 28 juni 2013

Koninklijk besluit tot uitvoering van sommige bepalingen van de programmawet van 27 december 2006 wat betreft de aard van de arbeidsrelaties die bestaan in het kader van de uitoefening van werkzaamheden die vallen onder het toepassingsgebied van het paritair comité voor de landbouw of van het paritair comité voor het tuinbouwbedrijf (1)

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2013203502
pub.
28/06/2013
prom.
20/06/2013
ELI
eli/besluit/2013/06/20/2013203502/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

20 JUNI 2013. - Koninklijk besluit tot uitvoering van sommige bepalingen van de programmawet (I) van 27 december 2006 wat betreft de aard van de arbeidsrelaties die bestaan in het kader van de uitoefening van werkzaamheden die vallen onder het toepassingsgebied van het paritair comité voor de landbouw of van het paritair comité voor het tuinbouwbedrijf (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de programmawet (I) van 27 december 2006, artikelen 337/1, § 2, en 337/2, § 3, ingevoegd bij de wet van 25 augustus 2012Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/08/2012 pub. 11/09/2012 numac 2012021115 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet tot wijziging van Titel XIII van de programmawet van 27 december 2006, wat de aard van de arbeidsrelaties betreft sluiten;

Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 4 maart 2013;

Gelet op het advies van de Hoge Raad voor de Zelfstandigen en de K.M.O.'s, gegeven op 18 maart 2013;

Gelet op het advies van het paritair comité voor de landbouw (P.C. 144), gegeven op 19 maart 2013;

Gelet op het advies van het paritair comité voor het tuinbouwbedrijf (P.C. 145), gegeven op 19 maart 2013;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op 21 maart 2013;

Gelet op het advies van het Directiecomité van het Federaal aansturingsbureau van de sociale inlichtingen en opsporingsdienst, gegeven op 22 maart 2013;

Gelet op advies 53.278/1 van de Raad van State, gegeven op 29 mei 2013 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Eerste Minister, de Minister van Sociale Zaken, de Minister van Zelfstandigen, de Minister van Werk en de Staatssecretaris voor de Bestrijding van de sociale en de fiscale fraude en op het advies van de in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.§ 1. Dit besluit is van toepassing op de arbeidsrelaties die bestaan in het kader van de uitoefening van werkzaamheden die worden verricht door landbouwondernemingen, te weten : - de grasteelt en weideboomgaarden; - de tabaksteelt en -drogerij; - de hopteelt en -drogerij; - de teelt van geneeskrachtige kruiden; - de teelt van suikerbieten; - de teelt van cichoreiwortels; - de teelt van landbouwzaad en pootaardappelen; - de teelt van teenwilg; - de fokkerij; - de pluimveeteelt; - de bijenteelt; - de visteelt; - de mosselteelt; - de oesterteelt; - de kunstmatige bevruchting; - het onderhouden en verzorgen van paarden, het verhuren van paardenboxen, stallingen en het onderhoud ervan, het geven van instructies in verband met paardrijden, met uitzondering van de activiteiten ressorterende onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor het hotelbedrijf; - de door de bevoegde overheid erkende diensten voor bedrijfsverzorging in de landbouw.

Dit besluit is ook van toepassing op de arbeidsrelaties die bestaan in het kader van de uitoefening van werkzaamheden die worden verricht door tuinbouwondernemingen, te weten : - de groententeelt, met inbegrip van de speciale teelten, zoals de witloof- en paddestoelenteelt; - de fruitteelt, met inbegrip van de speciale teelten, zoals druiven-, perziken- en aardbeienteelt; - de bloemen- en sierplantenteelt, alle specialiteiten inbegrepen; - de boomkwekerij, met inbegrip van de rozen en sierheesterteelt; - de teelt van de tuinbouwzaden; - het aanleggen en/of onderhouden van parken, tuinen, sportterreinen, recreatieterreinen, groene zones, begraafplaatsen met inbegrip van begraafplaatsen van vreemde militairen in België; - het aanleggen en/of onderhouden in eigen beheer van parken, tuinen, sportterreinen, recreatieterreinen of groene zones, wanneer de werklieden van de onderneming hoofdzakelijk aan deze activiteiten zijn tewerkgesteld; - het verrichten van onderzoek in verband met tuinbouwgewassen en organiseren van voorlichting in de tuinbouwsector; - de ondernemingen waarvan de hoofdactiviteit bestaat uit het sorteren van tuinbouwproducten; - de productie van potgrond, turf, schors en bodemverbeterende producten.

Wat de boomkwekerij en de bloemen- en sierplantenteelt betreft, wordt onder telen onder meer verstaan : het zaaien, planten, verspenen, oppotten, verpotten, stekken, in vitro of anderszins vermeerderen, bemesten, forceren, in bloei trekken, toppen alsook het verrichten van alle mogelijke andere of gelijkaardige werkzaamheden aan bollen, stekken, plantmateriaal evenals aan planten die men zelf geheel of hoofdzakelijk teelt (d.w.z. plantmateriaal dat op het ogenblik van inkoop reeds een zekere ontwikkeling doormaakte). § 2. Voor de toepassing van dit besluit moet worden verstaan onder « de onderneming » de onderneming die de werken uitvoert of de onderneming die de werken uitvoert en waarin de persoon die de werken uitvoert aandelen bezit. Deze definitie is niet van toepassing op het in artikel 3, g) bedoelde criterium.

Art. 2.De in artikel 337/1, § 1, van de programmawet (I) van 27 december 2006 bepaalde lijst wordt uitgebreid tot de in artikel 1 bedoelde activiteiten.

Art. 3.De criteria bedoeld in artikel 337/2, § 1, van de programmawet (I) van 27 december 2006 worden vervangen als volgt : a) ontstentenis van enig financieel of economisch risico in hoofde van diegene die de werkzaamheden uitvoert, zoals dit onder meer het geval is : - bij ontstentenis van een persoonlijke en substantiële investering in de onderneming met eigen middelen, of, - bij ontstentenis van een persoonlijke en substantiële deelname in de winsten en de verliezen van de onderneming;b) ontstentenis van verantwoordelijkheid en beslissingsmacht aangaande de financiële middelen van de onderneming in hoofde van diegene die de werkzaamheden uitvoert;c) ontstentenis van beslissingsmacht over het aankoopbeleid van de onderneming in hoofde van diegene die de werkzaamheden uitvoert;d) ontstentenis van beslissingsmacht over het prijsbeleid van de onderneming in hoofde van diegene die de werkzaamheden uitvoert, behoudens wanneer de prijzen wettelijk zijn vastgelegd;e) de garantie op betaling van een vaste vergoeding, ongeacht de omvang van de prestaties geleverd door diegene die de werkzaamheden uitvoert;f) het ontbreken van de mogelijkheid om voor de uitvoering van het overeengekomen werk eigen personeel aan te werven of zich te laten vervangen;g) het zich niet voordoen als een onderneming ten overstaan van andere personen, zoals dit onder meer het geval is wanneer geen gebruik wordt gemaakt van een logo of een eigen bedrijfsnaam, of hoofdzakelijk of gewoonlijk voor één en dezelfde medecontractant werken;h) uitsluitend of hoofdzakelijk werken met materiaal of vervoermiddelen, ter beschikking gesteld, gefinancierd of gewaarborgd door de medecontractant;i) het ontbreken van onafhankelijkheid van diegene die de werkzaamheden uitvoert, ten overstaan van de medecontractant wat betreft zijn logies;j) werken op dezelfde plaatsen als de werknemers van de medecontractant, uitvoeren van dezelfde werkzaamheden als hen en niet beschikken over een gespecialiseerde beroepskennis nodig voor de uitvoering van de werkzaamheden.

Art. 4.De Eerste Minister, de minister bevoegd voor Sociale Zaken, de minister bevoegd voor Zelfstandigen en de minister bevoegd voor Werk zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 20 juni 2013.

ALBERT Van Koningswege : De Eerste Minister, E. DI RUPO De Minister van Sociale Zaken, Mevr. L. ONKELINX De Minister van Zelfstandigen, Mevr. S. LARUELLE De Minister van Werk, Mevr. M. DE CONINCK De Staatssecretaris voor de Bestrijding van sociale en fiscale fraude, J. CROMBEZ _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 27 december 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/12/2006 pub. 28/12/2006 numac 2006021363 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen (1) type wet prom. 27/12/2006 pub. 28/12/2006 numac 2006021365 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen (1) sluiten, Belgisch Staatsblad van 28 december 2006. Wet van 25 augustus 2012Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/08/2012 pub. 11/09/2012 numac 2012021115 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet tot wijziging van Titel XIII van de programmawet van 27 december 2006, wat de aard van de arbeidsrelaties betreft sluiten, Belgisch Staatsblad van 11 september 2012.

^