Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 20 juli 2004
gepubliceerd op 06 augustus 2004

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 14 september 1984 tot vaststelling van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen

bron
federale overheidsdienst sociale zekerheid
numac
2004022625
pub.
06/08/2004
prom.
20/07/2004
ELI
eli/besluit/2004/07/20/2004022625/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

20 JULI 2004. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 14 september 1984 tot vaststelling van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, inzonderheid op artikel 35, § 1, gewijzigd bij de wetten van 20 december 1995, 22 februari 1998, 24 december 1999, 10 augustus 2001, 22 augustus 2002, 5 augustus 2003 en 22 december 2003, en § 2, gewijzigd bij de wetten van 20 december 1995 en 10 augustus 2001, en bij het koninklijk besluit van 25 april 1997;

Gelet op de bijlage bij het koninklijk besluit van 14 september 1984 tot vaststelling van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, inzonderheid op artikel 29, vervangen bij het koninklijk besluit van 29 januari 1993 en gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 9 september 1993, 28 maart 1995, 25 februari 1996, 29 november 1996, 10 juni 1998, 28 februari 1999, 5 oktober 1999, 16 juli 2001, 19 november 2001 en 4 mei 2004;

Gelet op het voorstel van de Overeenkomstencommissie orthopedisten-verzekeringsinstellingen van 3 juni 2003 en 10 december 2003;

Overwegende dat door de Dienst voor geneeskundige evaluatie en controle geen advies is geformuleerd binnen een termijn van vijf dagen, vermeld in artikel 27, vierde lid, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, en dat het betrokken advies dienvolgens met toepassing van die wetsbepaling wordt geacht te zijn gegeven, Gelet op het advies van de Commissie voor begrotingscontrole van 17 december 2003;

Gelet op de beslissing van het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering van 22 december 2003;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 11 maart 2004;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 12 mei 2004;

Gelet op het advies 37.327/1 van de Raad van State, gegeven op 17 juni 2004;

Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In artikel 29 van de bijlage bij het koninklijk besluit van 14 september 1984 tot vaststelling van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, vervangen bij het koninklijk besluit van 29 januari 1993 en gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 9 september 1993, 28 maart 1995, 25 februari 1996, 29 november 1996, 10 juni 1998, 28 februari 1999, 5 oktober 1999, 16 juli 2001, 19 november 2001 en 4 mei 2004, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° In § 1, opschrift « A.Hoofd-hals-romp », wordt de relatieve waarde « T 26,15 » van de verstrekking 645175 vervangen door « T 12,55 ». 2° In § 1, opschrift « B.Onderste ledematen », worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1) de verstrekking 647334 wordt vervangen door de volgende verstrekking : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld 2) na de verstrekking 697071 worden het volgend opschrift en verstrekking ingevoegd : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Met malum perforans plantare wordt bedoeld een droge of natte druknecrose. De tussentijdse voetbedaanpassingen kunnen worden aangerekend onder het verstrekkingsnummer 653435. » 3° § 1, opschrift « E.Prothese onderste ledematen », wordt vervangen door de volgende bepalingen en verstrekkingen : « E. Prothesen van de onderste ledematen : » Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld 5° In § 2 worden na de woorden « waarvan sprake in § 12 » de woorden « , van de prothesen van de onderste ledematen die enkel mogen worden voorgeschreven door de geneesheren waarvan sprake in § 13 » ingevoegd. 6° In § 4, A., 1°, worden na de woorden « met uitzondering van de verstrekkingen bedoeld in » de woorden "§ 1, E. Prothesen van de onderste ledematen, » ingevoegd. 7° In § 11 wordt punt g) geschrapt.8° § 13 wordt vervangen door de volgende bepalingen : « § 13.Prothesen van de onderste ledematen : A. De in § 1, E., bedoelde verstrekkingen (prothesen of kokervernieuwing) worden enkel vergoed indien ze zijn voorgeschreven door een geneesheer-specialist in orthopedie, in fysische geneeskunde, in vasculaire heelkunde of in pediatrie of een geneesheer-specialist in revalidatie in één van voornoemde disciplines aan de hand van het specifiek geneeskundig voorschrift voorzien in het reglementair document bedoeld in B. Voor de personen die behoren tot de onder § 13, C., 2°, gedefinieerde groepen 4 of 5 wordt de evaluatie van de prothesist voor akkoord ondertekend door een geneesheer-specialist in één van voornoemde disciplines. Daartoe plaatst de geneesheer-specialist zijn handtekening in het tweede luik van het "Geneeskundig voorschrift van een prothese van het onderste ledemaat".

Voor de jaarlijkse verstrekking 676535 (stompkousen), en de verstrekkingen opgesomd onder § 1, E., 1, 8°, § 1, E., 3, 14° en § 1, E., 4, 11° (recalibrage) en § 1, E., 5 (onderhoud en herstellingen), en § 1, E., 6 (cosmetiek) en §, E., 7 (liner) is geen geneeskundig voorschrift vereist.

B. 1° Het getuigschrift van aflevering wordt ingediend samen met het reglementair document waarvan het model is vastgesteld door het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging, op voorstel van de Overeenkomstencommissie orthopedisten-verzekeringsinstellingen. 2° Dat reglementair document omvat : -het geneeskundig voorschrift - het evaluatiegetuigschrift C.Evaluatieprocedure : 1° De eerste toerusting gebeurt met een evaluatieprothese opgenomen in de verstrekkingen van § 1, ., 1., van dit artikel. Die eerste prothese heeft tot doel de patiënt te verticaliseren en te revalideren.

Gedurende de revalidatieperiode wordt de stompevolutie nauwkeurig opgevolgd via kokeraanpassingen (kalibreren of indien nodig een nieuwe koker zoals bepaald in § 1, E., 2. of § 13, C.). 2° Na de intensieve revalidatieperiode en zodra de stomp een zekere stabiliteit heeft verworven (minimum 3 maanden) wordt de patiënt door de verstrekker geëvalueerd en ondergebracht in één van de volgende groepen, zoals gedefinieerd in § 1, E., eerste lid : Groep 1 : Patiënten zonder vooruitzicht op een loopfunctie.

Die patiënten komen enkel in aanmerking voor de terugbetaling van een cosmetische prothese.

De functie van die prothese : - het omvatten en beschermen van het stompoppervlak - de actieve propulsie door de patiënt gezeten in zijn rolstoel met de prothese, bij amputatie onder de knie - het herstellen van de lichaamsintegriteit - het stabiliseren van de zithouding.

Groep 2 : Patiënten met een zeer beperkte loopfunctie en die aangewezen zijn op hulp van derden voor transfer/verplaatsingen.

Die patiënten komen enkel in aanmerking voor de terugbetaling van een transferprothese.

De functie van die prothese : - de ondersteuning zodat in de ADL-functies kan voorzien worden - transfer.

Groep 3 : Patiënten met beperkte loopfunctie die gebruik maken van loophulpen en zich zonder hulp van derden verplaatsen en die aan sociale activiteiten buitenshuis deelnemen.

Die patiënten komen in aanmerking voor de terugbetaling van een definitieve prothese.

De functie van die prothese is het autonoom statisch en dynamisch functioneren van de patiënt in hogergenoemde context.

Groep 4 : Actieve patiënten die bij het stappen met prothese geen loophulpen gebruiken.

Die patiënten komen in aanmerking voor de terugbetaling van een definitieve prothese.

De functie van die prothese is het autonoom statisch en dynamisch functioneren van de patiënt in hogergenoemde context.

Groep 5 : Zeer actieve patiënten waarvan de mogelijkheden met de prothese moeten beantwoorden aan de volgende looptest zonder loophulp of andere steun : - voor amputaties onder het kniegewricht : stappend met zijn prothese een snelheid kunnen aanhouden van 5 km/uur gedurende minstens 10 minuten. - voor amputaties boven of door het kniegewricht : stappend met zijn prothese een snelheid kunnen aanhouden van 3 km/uur gedurende minstens 10 minuten. - voor bilaterale onderbeenamputaties : stappend met zijn prothesen een snelheid kunnen aanhouden van 4 km/uur gedurende minstens 5 minuten. - voor bilaterale amputaties waarvan minstens één een mechanisch kniegewricht vereist : stappend met zijn prothesen een snelheid kunnen aanhouden van 3 km/uur gedurende minstens 5 minuten.

Die patiënten komen in aanmerking voor de terugbetaling van een definitieve prothese.

De functie van die prothese is het autonoom statisch en dynamisch functioneren van de patiënt in hogernoemde context. 3° De erkende verstrekker vult het evaluatiegetuigschrift, voorzien in het reglementair document bedoeld in B., in en voegt het bij het getuigschrift van aflevering. Indien het gaat om een rechthebbende die behoort tot groep 4 of 5 moeten alle elementen die geleid hebben tot de keuze van de groep ter inzage van de adviserend geneesheer beschikbaar worden gehouden.

D. Kokervernieuwing : Op voorschrift van de geneesheren vermeld in punt A. kan een kokervernieuwing worden aangevraagd omwille van één van de volgende redenen : - na een heelkundige ingreep op de betreffende stomp; - na een belangrijke morfologische wijziging van de stomp van de weke delen of botstructuren (chemotherapie, medicatie, dialyse, diabetes, dieet,...); - huidallergieën of andere vormen van overgevoeligheid; - pubertaire groeispurt.

De verstrekker moet de medische motivatie van de kokervernieuwing ter inzage van de adviserend geneesheer beschikbaar houden.

Een nieuwe prothese kan slechts worden vergoed na een termijn van zes maanden na de vernieuwing van de koker.

E. Hernieuwingscriteria : 1° Bij hernieuwing wordt de patiënt opnieuw geëvalueerd volgens de bepalingen van § 13, C., 2°. De patiënt kan naargelang zijn prestaties in dezelfde groep blijven, naar een hogere groep stijgen of naar een lagere groep zakken. 2° Hernieuwingstermijnen : a) voor de rechthebbende bij wie de vorige prothese is afgeleverd vóór zijn 18de verjaardag mag de prothese jaarlijks worden vernieuwd;b) voor de rechthebbende bij wie de vorige prothese is afgeleverd vanaf zijn 18de verjaardag gelden de volgende termijnen : b1) Voor de prothesen, uitgezonderd de voetprothesen, gelden de volgende termijnen : - voor de cosmetische prothese van groep 1 : de prothese mag worden vernieuwd na een periode van 10 jaar; - voor de transferprothese van groep 2 : de prothese mag worden vernieuwd na een periode van 5 jaar; - voor de prothese van groep 3 : de prothese mag worden vernieuwd na een periode van 4 jaar; - voor de prothese van groepen 4 en 5 : de prothese mag worden vernieuwd na een periode van 3 jaar. b2) Voor de voetprothesen gelden de volgende termijnen : - 18 maanden voor de groepen 3, 4 en 5; - de groepen 1 en 2 volgen de termijnen voorzien in 2°, b1). 3° Voortijdige hernieuwing van de prothese : Op voorschrift van de geneesheren vermeld in § 13, A., eerste lid, kan de voortijdige hernieuwing worden aangevraagd omwille van de volgende redenen : na een amputatie, ernstig trauma of locomotorisch of neurologisch letsel ter hoogte van het andere onderste lidmaat of op een hoger niveau van hetzelfde lidmaat.

De patiënt moet opnieuw geëvalueerd worden aan de hand van (een) nieuwe evaluatieprothese(n). Bij een amputatie van het tweede onderste lidmaat moet in de aflevering van twee nieuwe prothesen worden voorzien.

F. De waarborg De waarborg slaat op de geleverde verstrekkingen, de juiste assemblage en de functionele anatomische aanpassing. Het koninklijk besluit van 18 maart 1999 betreffende de medische hulpmiddelen, stelt de verstrekker verantwoordelijk voor het eindproduct "maatwerk".

De waarborg geldt gedurende 1 jaar na de aflevering.

G. Onderhoud en herstellingen Het jaarlijks onderhoud van de prothese en zijn terugbetaalde toebehoren is verplicht.

Per amputatieniveau en per groep wordt een forfait voorzien dat bij normaal gebruik van de prothese de patiënt een mobiliteitsgarantie biedt.

De basisprijs op welke het totaalbedrag van het jaarlijkse onderhoud is gerekend, is de totaal terugbetaalde prijs van de prothese met de terugbetaalde toebehoren, maar zonder de jaarlijkse verstrekkingen (stompkousen, cosmetiek, liner).

De tegemoetkoming voor het onderhoud en herstel is een forfait (omniumprincipe). Dit houdt in dat de kosten van het onderhoud en herstel voor het terugbetaalde gedeelte van de prothese gedekt zijn door dit forfait.

Die tegemoetkoming sluit de vergoeding van een nieuwe prothese uit gedurende een tijdvak van zes maanden.

Het onderhoud houdt minimaal het volledig nazicht in van de specifieke en de opbouwcomponenten zowel wat betreft de uitlijning, stevigheid en functionaliteit als de structuur en de uitlijning van de koker.

De patiënt wordt vóór het eind van de 11de maand, volgend op de aflevering van de volledige prothese, voor de eerste maal uitgenodigd voor een onderhoud en nazicht door de verstrekker die de prothese geleverd heeft. Na telkens een periode van één jaar wordt de patiënt opnieuw uitgenodigd voor een onderhoud en nazicht volgens dezelfde modaliteiten door de verstrekker die het laatste onderhoud heeft verricht. Het model van uitnodiging wordt vastgesteld door het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging, op voorstel van de Overeenkomstencommissie orthopedisten-verzekeringsinstellingen.

Het onderhoud en nazicht dienen telkens te gebeuren in de loop van de 12e, 13e maand of 14e maand. De periodes van één jaar worden gerekend vanaf de datum van de aflevering van de volledige prothese.

Na elke onderhoud- en herstelbeurt, geldt een waarborg gedurende 1 jaar, op voorwaarde dat de patiënt zich steeds aanbiedt voor het jaarlijks onderhoud.

Indien de patiënt de verplichting tot jaarlijks onderhoud niet nakomt, vervalt de waarborg. De patiënt zal dan persoonlijk aansprakelijk worden gesteld voor die kosten. Wanneer de patiënt zich buiten de voorziene termijn aanmeldt voor een onderhoud en nazicht rekent de verstrekker dit aan via de verstrekking "696894 laattijdige herstelling".

De waarborg gaat daarna opnieuw in vanaf de volgende jaarlijkse onderhoud- en herstelbeurt die kadert in de periodes van telkens één jaar vanaf de datum van de aflevering van de volledige prothese, en waartoe de verstrekker de patiënt uitnodigt.

H. Onderhouds- en waarborgboekje Bij het afleveren van een prothese voor het onderste lidmaat wordt aan de patiënt een onderhouds- en waarborgboekje overhandigd, waarvan het model is vastgesteld door het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging, op voorstel van de Overeenkomstencommissie orthopedisten-verzekeringsinstellingen.

Onder "onderhouds- en waarborgboekje" wordt verstaan : een document dat minstens de volgende gegevens bevat : - administratieve patiëntengegevens, - type van prothese, - de opvolging van het jaarlijks nazicht en onderhoud evenals van de geleverde verstrekkingen, - de waarborgmodaliteiten, - onderhouds- en zorgvoorschriften voor de patiënt, - de gebruikte opbouw- en specifieke componenten met vermelding van de leverancier en van het serienummer.

Het onderhouds- en waarborgboekje bestaat uit twee exemplaren. Eén ervan is bestemd voor de patiënt, het andere blijft in het dossier van de verstrekker. De patiënt neemt kennis van de inhoud van dit boekje en tekent het exemplaar van de verstrekker voor ontvangst.

I. Kokeraanpassingen Er kunnen jaarlijks drie kokeraanpassingen/ recalibrages worden uitgevoerd.

J. Technische criteria 1° Minimumcriteria : a) Basisprothese per amputatieniveau : - de voorvoetprothese bestaat uit een koker en een voetsegment - de onderbeenprothese bestaat uit een koker en een voetmodule - de bovenbeenprothese bestaat uit een koker, een voet- en kniemodule - de heupexarticulatieprothese bestaat uit een bekkenkorf, een voet-, knie- en heupmodule.b) Partiële voetamputaties : - groep 3 : leder of kunststof koker en kunststof voorvoet - groep 4 : leder of kunststof koker en kunststof voorvoet met een matige energierestitutie - groep 5 : leder of kunststof koker met hoge adhesiviteitsgraad en kunststof voorvoet met hoge energierestitutie dankzij composietmateriaal.c) Hogere amputatieniveau's : Voet : - groep 3 : Sach voet of beweegbare voet - groep 4 : Voet die ten minste bestaat uit een vaste polymeerstructuur - groep 5 : Voet die ten minste bestaat uit een composietstructuur. Knie : - groep 3 : Kniegewricht met uitwendige of inwendige voorbrenger - groep 4 : Hydraulisch of pneumatisch kniegewricht - groep 5 : Hydraulisch of pneumatisch kniegewricht, elektronisch gestuurd.

Kokers : - groep 3 : Kunststof Soft-socket; thermoplastische, houten of giethars buitenkoker - groep 4 : Kunststof Soft-socket en standaard liner; thermoplastische, houten of composiet buitenkoker - groep 5 : Kunststof Soft-socket en standaard of op maat gemaakte liner; thermoplastische of composiet buitenkoker. 2° Congenitale afwijkingen (amelie, peromelie, hemimelie, ectromelie, focomelie,...) : a) Patiënten beneden de 45 kg worden met de hierbij passende componenten verzorgd.De classificatie gebeurt in functie van de topografie waarbij de bovenste protheserand ofwel het enkelgewricht, het kniegewricht, het heupgewricht of het bekken overstijgt. b) Zodra de patiënten meer wegen dan 45 kg vallen zij onder de normale nomenclatuur.De classificatie gebeurt als volgt : - indien de protheserand de enkel overstijgt, wordt zij beschouwd als een voetprothese - indien de protheserand de knie overstijgt, wordt zij beschouwd als een onderbeenprothese - indien de protheserand de heup overstijgt, wordt zij beschouwd als een dijprothese - indien de protheserand het bekken overstijgt, wordt zij beschouwd als een bekkenprothese (heupexarticulatie). 3° Minimummaatstaven inzake fabricage : a).Specifieke componenten met CE label - Voet met polymeerveer : voet met ingewerkte polymeer kern, die minstens 2/3 van de voetlengte inneemt, of met rubber enkel, die pro-supinatie, endo- en exorotatie toelaat. - Voet met koolstofveer : voet met ingewerkte koolstof kern, die minstens 2/3 van de voetlengte inneemt, of met hydraulische unit. - Knie met pneumatische of hydraulische unit : kniegewricht met ingebouwde unit, die de flexie en extensie bewegingen van het gewricht regelt. Flexie en extensie regeling zijn manueel afzonderlijk instelbaar. - Knie met pneumatische of hydraulische unit electronisch gestuurd : kniegewricht met ingebouwde unit, die de flexie en extensie bewegingen van het gewricht regelt. Flexie en extensie zijn afzonderlijk instelbaar middels een electronische sturing. b) Koker componenten met CE label - Liner (standaard) : een liner bestaat uit een homogeen gegoten polymeer dat : elastisch is, perfect de stomp omvat en aldus een adhesieve (vacuum) fixatie in de hand werkt.Deze liner is geprefabriceerd en is in verschillende maten verkrijgbaar. Deze liner wordt op de huid afgerold bij het aandoen. - Kit : de kit bestaat uit : Of een mechanisch pinsysteem met vergrendelings- en ontgrendelingsmechanisme, dat een goede fixatie van de prothese waarborgt.

Of een koordfixatie met vergrendeling.

Of een knieband die door zijn structuur, (gegoten polymeer met stoffen elastische buitenzijde) de flexie van de knie en de vacuum fixatie van de prothese garandeert. - Pneumatische kit voor koker : is een in of onder de koker ingewerkt systeem van verhoogde onderdruk of opblaasbare pelotten, dat ervoor kan zorgen dat te grote volumefluctuaties van de stomp tijdens de dag kunnen worden opgevangen. Dit systeem wordt in of onder de koker vastgemaakt en is te bedienen aan de kokerbuitenzijde. - Bekkenbandage (enkel voor bovenbeenprothese) : is een elastisch verband dat migratie van de prothese voorkomt. Een dijstuk dat de koker omvat en een bekkenriem die elastisch is, zorgen voor een bijkomende fixatie van de koker. c) Opbouwcomponenten met CE label - Torsie adaptor : is een tussen de koker en voet geplaatste adaptor die de torsies opvangt op de stomp die kunnen optreden in verschillende situaties tijdens het gaan. - Schokdemper : is een tussen de koker en voet geplaatste, regelbare telescopische adaptor die de schokken opvangt die optreden tijdens het gaan. - Rotatieadaptor (enkel dij- of heupprothese) : is een tussen koker en kniegewricht geplaatste adaptor die de lotushouding toelaat waardoor het aandoen van schoen of kleding vereenvoudigd wordt. d) Componenten zonder CE label - Liner maatwerk : bestaat uit een homogeen gegoten "op de individuele maat van de patiënt" siliconen of PU materiaal dat de stomp perfect omvat en aldus een adhesieve (vacuum) fixatie waarborgt.De fixatie in de harde koker wordt gegarandeerd middels vacuum met ventiel. Deze liner wordt bij het aanleggen op de huid afgerold. - Proefkoker : is een transparante diepgetrokken harde koker die toelaat de pasvorm te controleren zowel wat eindcontact als spanning betreft. Dankzij de doorzichtigheid zijn huidverkleuringen onmiddellijk zichtbaar. Deze koker dient opgebouwd te worden waardoor de patiënt(e) hiermee minstens twee weken kan proeflopen. - Flexibele koker met kaderstructuur : is een flexibele koker in diepgetrokken plaatmateriaal die omvat wordt door een in koolstof gegoten koker met kaderstructuur. De fixatie in deze koker wordt gegarandeerd middels vacuüm met ventiel. e) Cosmetiek - Coating : is een met een spuitpistool of bus aangebrachte spatwaterdichte gekleurde kunststoflaag. - Cosmetische kous in PVC : is een voorgevormde gekleurde PVC kous met duidelijke teenvorm en huidstructuur, die op de prothese wordt gekleefd. Deze kousen zijn in verschillende maten en kleuren beschikbaar. - Cosmetische kous in siliconen (prefab) : is een voorgevormde gekleurde siliconen kous met duidelijke teenvorm en huidstructuur, die op de prothese wordt gekleefd. Deze kousen zijn in verschillende maten en kleuren beschikbaar. - 2-delige cosmetiek : (enkel dij- of heupprothese) : is een in twee delen gemaakte cosmetiek waarvan minstens 1 deel is vervaardigd uit harder materiaal zoals bv. plastozote, dat een betere vormvastheid garandeert. - Cosmetische kous in siliconen (maatwerk) : is een op maat gemaakte kous die het andere been zo goed mogelijk nabootst zowel wat kleur als wat de anatomische vorm betreft.

K. Overgangsbepalingen Voor de rechthebbende bij wie een prothese is afgeleverd vóór 1 september 2004 : 1) De volgende hernieuwingstermijn is van toepassing : a) één jaar voor de rechthebbende bij wie de vorige prothese is afgeleverd vóór zijn 14e verjaardag;b) twee jaar voor de rechthebbende bij wie de vorige prothese is afgeleverd vanaf zijn 14e verjaardag en vóór zijn 21e verjaardag;c) vijf jaar voor de rechthebbende bij wie de vorige prothese is afgeleverd vanaf zijn 21e verjaardag. De bepalingen van § 1, E., 5. Onderhoud en herstellingen en van § 13, G. Onderhoud en herstellingen zijn niet van toepassing. Voor deze rechthebbende gelden de volgende verstrekkingen voor het onderhoud : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld 9° In § 15 worden na het woord « dysmelie » de woorden « van de bovenste ledematen » toegevoegd. 10° In de bijzondere voorwaarden van § 16, I.,vervalt het punt 2., f), 2., b) Onderste ledematen.

Art. 2.Dit besluit treedt in werking op 1 september 2004.

Art. 3.Onze Minister van Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 20 juli 2004.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken, R. DEMOTTE

^