20 DECEMBER 2024. - Koninklijk besluit ter invoering van de investeringslijsten en de klimaat- en milieu-uitsluitingslijst bedoeld in de artikelen 69/1 en 75, tweede lid, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 en ter vastlegging van de digitale investeringen die in aanmerking komen voor de in artikel 69, derde lid, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 bedoelde verhoogde basisaftrek

FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992: - artikel 69/1, § 2, tweede tot vijfde lid, § 3, tweede tot vierde lid en § 4, tweede tot vijfde lid; - artikel 75, tweede tot vijfde lid; - artikel 77, eerste, tweede en vierde lid;

Gelet op het KB/WIB 92;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 4 november 2024;

Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting, d.d. 29 november 2024;

Overwegende dat de zaken waarvoor geen nieuw initiatief van de Regering is vereist en die met het oog op de continuïteit van het gezag door de uitvoerende macht moeten worden behandeld, omdat anders een voor de burgers nadelig vacuüm zou ontstaan, in lopende zaken moeten worden voortgezet;

Gelet op het advies nummer 77.286/3 van de Raad van State, gegeven op 16 december 2024, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 3°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende: - dat dit besluit bepaalt welke digitale vaste activa in aanmerking komen voor de verhoogde basisaftrek, alsook de verschillende investeringslijsten vastlegt met daarop de vaste activa die in aanmerking komen voor de verhoogde thematische aftrek; - dat deze verhoogde basisaftrek en verhoogde thematische aftrek van toepassing zullen zijn op vanaf 1 januari 2025 verkregen of tot stand gebrachte vaste activa; - dat de ondernemingen die in aanmerking kunnen komen voor deze aftrekken dus zo spoedig mogelijk op de hoogte moeten worden gebracht van de na te leven verplichtingen; - dat dit besluit dus dringend moet worden genomen;

Overwegende dat ENOVER geen gemeenschappelijk advies heeft overgemaakt binnen de drie maanden, overeenkomstig artikel 69/1, § 2, derde lid, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, na de vraag van de Minister van Financiën tot advies, gedaan op 13 mei 2024;

Overwegende de hierop volgende individuele adviesaanvragen aan de verschillende ministers van Energie in de zin van artikel 69/1, § 2, vierde lid, van hetzelfde Wetboek, gedaan op 4 september 2024;

Overwegende het naar aanleiding van de bovenstaande individuele adviesaanvragen op 3 oktober 2024 gegeven advies van de Waalse minister van Energie;

Overwegende het op 30 juli 2024 gegeven advies van de federale minister van Mobiliteit naar aanleiding van de in artikel 69/1, § 3, tweede lid, van hetzelfde Wetboek bedoelde adviesvraag;

Overwegende dat de Interministeriële conferentie leefmilieu geen gemeenschappelijk advies heeft overgemaakt binnen de drie maanden, overeenkomstig artikel 69/1, § 4, derde lid, van hetzelfde Wetboek, na de vraag van de Minister van Financiën tot advies, gedaan op 13 mei 2024;

Overwegende de hierop volgende individuele adviesaanvragen aan de verschillende ministers van Leefmilieu in de zin van artikel 69/1, § 4, vierde lid, van hetzelfde Wetboek, gedaan op 4 september 2024;

Overwegende het naar aanleiding van de bovenstaande individuele adviesaanvragen op 3 oktober 2024 gegeven advies van de Vlaamse minister van Omgeving;

Overwegende dat de Staatssecretaris voor Digitalisering geen advies heeft overgemaakt binnen de drie maanden, overeenkomstig artikel 69/1, § 5, derde lid, van hetzelfde Wetboek, na de vraag van de Minister van Financiën tot advies, gedaan op 13 mei 2024;

Overwegende dat ENOVER en de Interministeriële conferentie leefmilieu geen advies hebben overgemaakt binnen de drie maanden, overeenkomstig artikel 75, derde lid, van hetzelfde Wetboek, na de vraag van de Minister van Financiën tot advies, gedaan op 13 mei 2024;

Overwegende de hierop volgende individuele adviesaanvragen aan de verschillende ministers van Leefmilieu en Energie in de zin van artikel 75, vierde lid, van hetzelfde Wetboek, gedaan op 4 september 2024;

Overwegende de naar aanleiding van de bovenstaande individuele adviesaanvragen op 3 oktober 2024 gegeven adviezen van de Waalse minister van Energie en de Vlaamse minister van Omgeving;

Overwegende de nieuwe adviesaanvraag aan de Interministeriële conferentie leefmilieu voor de samenstelling van de milieu-investeringslijst, gedaan op 13 november 2024;

Overwegende het naar aanleiding van bovenstaande adviesaanvraag op 27 november 2024 gegeven advies van de Interministeriële conferentie leefmilieu;

Overwegende het op 30 juli 2024 gegeven advies van de federale minister van Mobiliteit, naar aanleiding van de in de zin van artikel 75, derde lid, van hetzelfde Wetboek bedoelde adviesaanvraag;

Op voordracht van de minister van Financiën en op het advies van de in Raad vergaderende ministers,

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In artikel 49/1, § 1, van het KB/WIB 92, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 2 december 2015Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 02/12/2015 pub. 08/12/2015 numac 2015003406 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit tot wijziging van het KB/WIB 92 wat de investeringsaftrek voor digitale investeringen betreft sluiten, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° punt A.wordt aangevuld met een bepaling onder 3°, luidende: "3° investeringen in een geregistreerd kassasysteem en meer bepaald de gecertificeerde kassa en de gecertificeerde fiscale datamodule zoals omschreven in artikel 2 van de wet van 30 juli 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/07/2013 pub. 28/08/2013 numac 2013011409 bron federale overheidsdienst financien federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet met betrekking tot de certificatie van een geregistreerd kassasysteem in de horecasector type wet prom. 30/07/2013 pub. 04/02/2014 numac 2014000067 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet met betrekking tot de certificatie van een geregistreerd kassasysteem in de horecasector. - Duitse vertaling sluiten met betrekking tot de certificatie van een geregistreerd kassasysteem in de horecasector."; 2° punt B.wordt aangevuld met een bepaling onder 4°, luidende: "4° de digitale investeringen noodzakelijk om de onderneming in regel te stellen met de verplichtingen uit de Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG."; 3° punt C.wordt vernummerd naar punt E.; 4° er worden een punt C.en een punt D. ingevoegd, luidende: "C. Investeringen in systemen (software en apparatuur) die het boekhoudkundige en financiële beheer van de onderneming mogelijk maken.

D. Met betrekking tot investeringen in digitale vaste activa die gedaan worden met het oog op klantenwerving en het digitaal beheer van de contractuele en commerciële relaties van de belastingplichtige: 1° investeringen in systemen (software en apparatuur) die de reputatie, de zichtbaarheid en de online aanwezigheid van de belastingplichtige verzekeren, alsook die welke klantenwerving en verkoop mogelijk maken; 2° investeringen in systemen (software en apparatuur) die het beheer van de commerciële, contractuele en administratieve klantenrelaties van de belastingplichtige mogelijk maken."; 5° in punt C., vernummerd naar punt E., worden in de inleidende zin de woorden "de investeringen in digitale betalings- en facturatiesystemen of in systemen die dienen voor de beveiliging van ICT" vervangen door de woorden "de onder punt A tot D bedoelde investeringen"; 6° in punt C., vernummerd naar punt E., worden de woorden "tot B, 3° " vervangen door de woorden "tot D, 2° " en worden de woorden "tot C, 1° " vervangen door de woorden "tot E, 1° ".

Art. 2.Bijlage II van het KB/WIB 92, laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 12 mei 2003Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 12/05/2003 pub. 20/05/2003 numac 2003003289 bron federale overheidsdienst financien en federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot wijziging van het KB/WIB 92 inzake investeringen in beveiliging type koninklijk besluit prom. 12/05/2003 pub. 20/06/2003 numac 2003003290 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit tot wijziging van het KB/WIB 92 inzake de belastingvermindering voor uitgaven voor vernieuwing van woningen gelegen in een zone voor positief grootstedelijk beleid type koninklijk besluit prom. 12/05/2003 pub. 03/06/2003 numac 2003021154 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister en federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Koninklijk besluit betreffende de overdracht van de goederen, rechten en verplichtingen van de Belgische Dienst voor de Buitenlandse Handel aan het Agentschap voor Buitenlandse Handel, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest sluiten, wordt vervangen door de bijlage bij dit besluit.

Art. 3.Bijlage IIbis van het KB/WIB 92, opgeheven bij het koninklijk besluit van 30 september 2014, wordt hersteld door de bijlage bij dit besluit.

Art. 4.In hetzelfde besluit, worden in het opschrift van de bijlage IIter/1 de woorden "opgesomd in artikel 69, § 1, eerste lid, 2°, f" vervangen door de woorden "bedoeld in artikel 69, derde lid".

Art. 5.In hetzelfde besluit wordt de bijlage IIter/2 toegevoegd, opgenomen als bijlage bij dit besluit.

Art. 6.Bijlage IIquater van het KB/WIB 92, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 17 augustus 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 17/08/2007 pub. 18/10/2007 numac 2007003449 bron federale overheidsdienst budget en beheerscontrole Koninklijk besluit tot oprichting van het Auditcomité van de Federale Overheid type koninklijk besluit prom. 17/08/2007 pub. 16/10/2007 numac 2007012367 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 juli 2005, gesloten in het Paritair Subcomité voor de schoeiselindustrie, de laarzenmakers en de maatwerkers, betreffende de arbeidsvoorwaarden van de werklieden en werksters sluiten en laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 15 juni 2012, wordt vervangen door de bijlage bij dit besluit.

Art. 7.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2025.

Art. 8.De minister bevoegd voor Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 20 december 2024.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Financiën, V. VAN PETEGHEM

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld