Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 20 december 2007
gepubliceerd op 22 januari 2008

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 4 augustus 1969 tot regeling van de rechtstoestand van de voorzitter en de leden van de Vaste Commissie voor Taaltoezicht en tot regeling van dezer werking

bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
numac
2008000016
pub.
22/01/2008
prom.
20/12/2007
ELI
eli/besluit/2007/12/20/2008000016/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

20 DECEMBER 2007. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 4 augustus 1969 tot regeling van de rechtstoestand van de voorzitter en de leden van de Vaste Commissie voor Taaltoezicht en tot regeling van dezer werking


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken, samengevat op 18 juli 1966, inzonderheid op artikel 60, § 4, eerste lid;

Gelet op het koninklijk besluit van 4 augustus 1969 tot regeling van de rechtstoestand van de voorzitter en de leden van de Vaste Commissie voor Taaltoezicht en tot regeling van dezer werking;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 28 augustus 2006;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting, gegeven op 25 januari 2007;

Gelet op het advies nr.42.943/2 van de Raad van State, gegeven op 22 mei 2007, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Overwegende dat het presentiegeld van de vaste en plaatsvervangende leden van de Vaste Commissie voor Taaltoezicht niet werd gewijzigd sedert de inwerkingtreding van het koninklijk besluit van 4 augustus 1969 tot regeling van de rechtstoestand van de voorzitter en de leden van de Vaste Commissie voor Taaltoezicht en tot regeling van dezer werking;

Overwegende dat het aangewezen is het presentiegeld van de vaste en plaatsvervangende leden van de Vaste Commissie voor Taaltoezicht, alsmede het totale jaarlijkse bedrag van het presentiegeld van de leden en de ondervoorzitters van de Vaste Commissie voor Taaltoezicht te verhogen;

Overwegende dat de bedragen die nog uitgedrukt waren in Belgische frank moeten omgezet worden in euro en dat hierbij de doorzichtigheid van de bedragen moet behouden blijven door het resultaat van de wiskundige bewerking, zoals deze bepaald is door de Europese verordeningen, af te ronden;

Overwegende dat de reis- en verblijfkosten van de leden van de Commissie voor Taaltoezicht volgens dezelfde regels moeten terugbetaald worden als deze die toepasselijk zijn op de personeelsleden van de federale openbare diensten;

Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In artikel 21 van het koninklijk besluit tot regeling van de rechtstoestand van de voorzitter en de leden van de Vaste Commissie voor Taaltoezicht en tot regeling van dezer werking worden volgende wijzigingen aangebracht : 1° de woorden « 1 000 frank », « 100 000 frank » en « 110 000 frank » worden respectievelijk vervangen door de woorden « 36 euro », « 3.575 euro » en « 3.895 » euro; 2° het derde lid wordt vervangen door de volgende leden : « De reiskosten van de leden van de Commissie worden terugbetaald overeenkomstig het koninklijk besluit van 18 januari 1965 houdende algemene regeling inzake reiskosten. Voor de bepaling van de afstand die als basis dient voor de berekening van deze vergoeding, dient men de afstand te beschouwen tussen de plaats waar de zitting plaatsvindt en de hoofdverblijfplaats of de werkplaats, langs de kortste weg. Onder hoofdverblijfplaats dient verstaan te worden de gemeente waar het lid ingeschreven is in de bevolkingsregisters.

De leden van de Commissie hebben recht op een vergoeding van hun verblijfkosten op grond van de bepalingen van het koninklijk besluit van 24 december 1964 tot vaststelling van de vergoedingen wegens verblijfkosten toegekend aan de leden van het personeel der federale overheidsdiensten.

Voor de vaststelling van de reis- en verblijfkosten die voortvloeien uit de uitoefening van hun mandaat worden de leden van de Commissie gelijkgesteld met de personeelsleden van de federale overheidsdiensten die titularis zijn van een titel in de klasse A5. »; 3° tussen het zesde en het zevende lid wordt het volgende lid ingevoegd : « De bedragen van de in vorige leden bedoelde presentiegelden zijn gebonden aan de spilindex 138.01. »

Art. 2.Onze Minister van Binnenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 20 december 2007.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, P. DEWAEL

^