gepubliceerd op 28 december 2005
Koninklijk besluit houdende uitstel van de inwerkingtreding van de wet van 22 mei 2003 tot wijziging van de wet van 29 oktober 1846 op de inrichting van het Rekenhof
20 DECEMBER 2005. - Koninklijk besluit houdende uitstel van de inwerkingtreding van de wet van 22 mei 2003 tot wijziging van de wet van 29 oktober 1846 op de inrichting van het Rekenhof
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 22 mei 2003 tot wijziging van de wet van 29 oktober 1846 op de inrichting van het Rekenhof, inzonderheid op artikel 11, gewijzigd bij de programmawet van 27 december 2004;
Overwegende dat de wet van 22 mei 2003 tot wijziging van de wet van 29 oktober 1846 op de inrichting van het Rekenhof tot doel heeft de huidige inrichtingswet in overeenstemming te brengen met de filosofie van het nieuwe boekhoudsysteem;
Overwegende dat de aanpassing van de wettelijke bepalingen die de organisatie regelen van de externe controle uitgeoefend door het Rekenhof, gelijktijdig moet uitgevoerd worden met de effectieve invoering van de nieuwe begrotings- en boekhoudtechnieken;
Overwegende dat de inwerkingtreding van de wet van 22 mei 2003 houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de federale Staat tot 1 januari 2007 wordt uitgesteld;
Gelet op het advies nr. 39.423/4 van de Raad van State, gegeven op 12 december 2005.
Op de voordracht van Onze Minister van Financiën en van Onze Minister van Begroting, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.De inwerkingtreding van de wet van 22 mei 2003 tot wijziging van de wet van 29 oktober 1846 op de inrichting van het Rekenhof wordt uitgesteld tot 1 januari 2007.
Art. 2.Dit besluit treedt in werking op 31 december 2005.
Art. 3.Onze Minister van Financiën en Onze Minister van Begroting zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 20 december 2005.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Financiën, D. REYNDERS De Minister van Begroting, Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE