Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 20 december 1999
gepubliceerd op 18 januari 2000

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 8 februari 1999 betreffende de handel en het gebruik van stoffen bestemd voor dierlijke voeding

bron
ministerie van middenstand en landbouw
numac
1999016416
pub.
18/01/2000
prom.
20/12/1999
ELI
eli/besluit/1999/12/20/1999016416/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

20 DECEMBER 1999. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 8 februari 1999 betreffende de handel en het gebruik van stoffen bestemd voor dierlijke voeding


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 11 juli 1969 betreffende de bestrijdingsmiddelen en de grondstoffen voor de landbouw, tuinbouw, bosbouw en veeteelt, gewijzigd door de wet van 5 februari 1999;

Gelet op het koninklijk besluit van 8 februari 1999 betreffende de handel en het gebruik van stoffen bestemd voor dierlijke voeding;

Gelet op het Verdrag tot instelling van de Europese Economische Gemeenschap van 25 maart 1957 bekrachtigd door de wet van 2 december 1957;

Gelet op de beschikking 1999/420/EG van 18 juni 1999 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen, houdende wijziging van Beschikking 91/516/EEG tot vaststelling van een lijst van voor gebruik in mengvoeders verboden ingrediënten;

Gelet op de richtlijn nr. 1999/61/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 18 juni 1999, tot wijziging van de bijlagen bij de richtlijnen 79/373/EEG en 96/25/EG van de Raad;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wetten van 9 augustus 1980, 16 juni 1989, 4 juli 1989 en 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat enerzijds bovenvermelde richtlijn en beschikking binnen de gestelde tijd dienen omgezet te worden in nationaal recht en dat het anderzijds noodzakelijk is de industrie zonder verwijl op de hoogte te brengen van deze wijziging van de wetgeving;

Op de voordracht van Onze Minister van Landbouw en Middenstand, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In hoofdstuk I, deel A, punt VII - Bepalingen inzake de etikettering van dierenvoeders bestaande uit weefsels van zoogdieren afkomstig eiwit - van de bijlage van het koninklijk besluit van 8 februari 1999 betreffende de handel en het gebruik van stoffen bestemd voor de dierlijke voeding, wordt het derde streepje van de tweede alinea vervangen door de tekst in bijlage bij dit besluit.

Art. 2.In hoofdstuk V, punt 4.2 van de bijlage van hetzelfde besluit wordt het derde streepje vervangen door de tekst in bijlage bij dit besluit.

Art. 3.In hoofdstuk V, punt 8 - Lijst van ingrediënten waarvan het in het verkeer brengen en het gebruik in mengvoeders en voormengsels verboden is - van hetzelfde besluit wordt het derde streepje van punt 9 vervangen door de tekst in bijlage bij dit besluit.

Art. 4.In hoofdstuk V, punt 8 - Lijst van ingrediënten waarvan het in het verkeer brengen en het gebruik in mengvoeders en voormengsels verboden is - van de bijlage van hetzelfde besluit worden in punt 9 de woorden « en in voormengsels » ingevoegd tussen de woorden « in mengvoeders » en « voor herkauwers ».

Art. 5.In artikel 24, punt 5°, van hetzelfde besluit worden de woorden « de punten 1 en 2 van hoofdstuk V » vervangen door de woorden « de punten 1, 2 en 4 van hoofdstuk V ».

Art. 6.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 7.Onze Minister belast met Landbouw en Middenstand is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 20 december 1999.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Landbouw en Middenstand, J. GABRIELS

Bijlage « - gehydrolyseerd eiwit met een molecuulgewicht van minder dan 10 000 dalton, dat : i) is verkregen uit huiden, afkomstig van dieren die in een slachthuis zijn geslacht, waarbij door een officiële dierenarts een antemortemkeuring is verricht overeenkomstig hoofdstuk VI van bijlage I bij Richtlijn 64/433/EEG, en die op grond van die keuring geschikt zijn bevonden om overeenkomstig die richtlijn te worden geslacht, en ii) is vervaardigd met gebruikmaking van een productieprocédé waarbij de nodige maatregelen worden getroffen om verontreiniging van de huiden zoveel mogelijk te voorkomen, de huiden worden gepekeld, gekalkt en intensief gewassen en het materiaal vervolgens wordt blootgesteld aan een pH van meer dan 11 gedurende meer dan drie uur bij een temperatuur van meer dan 80 °C, en de huiden vervolgens een hittebehandeling ondergaan bij meer dan 140 °C gedurende 30 minuten bij een druk van meer dan 3,6 bar, of met gebruikmaking van een gelijkwaardig, door de Commissie, na raadpleging van het terzake bevoegde wetenschappelijk comité, goedgekeurd procédé, en iii) komt uit inrichtingen die een programma inzake interne controles (HACCP) uitvoeren.» Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 20 december 1999.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Landbouw en Middenstand, J. GABRIELS

^