20 DECEMBER 1999. - Koninklijk besluit betreffende de benamingen en de kenmerken van het commercieel propaan en het commercieel butaan

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 14 juli 1991 betreffende de handelspraktijken en de voorlichting en bescherming van de consument, inzonderheid op artikel 14;

Gelet op het advies van de Hoge Raad voor de Middenstand, gegeven op 31 maart 1995;

Gelet op het advies van de Raad voor het Verbruik, gegeven op 29 juni 1995;

Gelet op het advies van de Interministeriële Conferentie voor het Leefmilieu, gegeven op 25 maart 1997;

Gelet op de informatieprocedure opgelegd door de richtlijn 98/34/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 juni 1998 betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en technische voorschriften en regels betreffende de diensten van de informatiemaatschappij, gewijzigd bij de richtlijn 98/48/EG van 20 juli 1998;

Gelet op het advies van de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Vice-Eerste Minister en Minister van Mobiliteit en Vervoer, van Onze Minister van Consumentenzaken, van Onze Minister van Middenstand, van Onze Minister van Economie en van Onze Staatssecretaris voor Energie, Besluit :

Artikel 1.§ 1. Om op de markt te worden gebracht, dienen commercieel propaan en butaan, vervaardigd in België, te beantwoorden aan de norm "NBN T 52-706 - Aardolieproducten - Brandstoffen (klasse F) - Vloeibaar gemaakt petroleumgas - Specificaties", laatste uitgave. § 2. Mogen eveneens op de markt gebracht worden producten die wettelijk gecommercialiseerd en/of vervaardigd worden in een andere Lid-Staat van de Europese Unie of in een land van de Europese Vrijhandelsassociatie dat toegetreden is tot het Europees Economisch Ruimte-akkoord, overeenkomstig de normen, de technische voorschriften en productiemethoden bepaald in paragraaf 1 of die dezelfde kenmerken hebben.

Art. 2.Onverminderd het facultatief gelijktijdig gebruik van merken of alle andere commerciële benamingen, moeten de benamingen van het commercieel propaan of het commercieel butaan vermeld worden op de documenten betreffende de verkoop en de levering.

Art. 3.De inbreuken op de bepalingen van dit besluit worden opgespoord, vastgesteld, vervolgd en bestraft overeenkomstig de bepalingen van de wet van 14 juli 1991 betreffende de handelspraktijken en de voorlichting en bescherming van de consument.

Art. 4.Onze Vice-Eerste Minister en Minister van Mobiliteit en Vervoer, Onze Minister van Consumentenzaken, Onze Minister van Middenstand, Onze Minister van Economie en Onze Staatssecretaris voor Energie, zijn ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 20 december 1999.

ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste en Minister van Mobiliteit en Vervoer, Mevr. I. DURANT De Minister van Consumentenzaken, Mevr. M. AELVOET De Minister van Middenstand, J. GABRIELS De Minister van Economie, R. DEMOTTE De Staatssecretaris voor Energie, O. DELEUZE