gepubliceerd op 28 november 2014
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 maart 2014, gesloten in het Paritair Comité voor de warenhuizen, tot vaststelling, voor 2014, van de modaliteiten van financiering van de bijdrage van het "Sociaal Fonds voor de warenhuizen" in de cursussen voor de beroepsopleiding
19 SEPTEMBER 2014. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 maart 2014, gesloten in het Paritair Comité voor de warenhuizen, tot vaststelling, voor 2014, van de modaliteiten van financiering van de bijdrage van het "Sociaal Fonds voor de warenhuizen" in de cursussen voor de beroepsopleiding (1)
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de warenhuizen;
Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 19 maart 2014, gesloten in het Paritair Comité voor de warenhuizen, tot vaststelling, voor 2014, van de modaliteiten van financiering van de bijdrage van het "Sociaal Fonds voor de warenhuizen" in de cursussen voor de beroepsopleiding.
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 19 september 2014.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, Mevr. M. DE CONINCK _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de warenhuizen Collectieve arbeidsovereenkomst van 19 maart 2014 Vaststelling, voor 2014, van de modaliteiten van financiering van de bijdrage van het "Sociaal Fonds voor de warenhuizen" in de cursussen voor de beroepsopleiding (Overeenkomst geregistreerd op 14 mei 2014 onder het nummer 121118/CO/312) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de werknemers van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de warenhuizen. HOOFDSTUK II. - Beroepsopleiding - financiering
Art. 2.Voor de financiering van de activiteiten inzake beroepsopleiding van het "Sociaal Fonds voor de warenhuizen" in toepassing van de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 januari 1981 tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid en tot vaststelling van zijn statuten, zoals vervangen door de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 maart 2007 (geregistreerd op 5 april 2007 onder het nr. 82411/CO/312), wordt de bijdrage van de werkgevers gestort aan voornoemd sociaal fonds vastgesteld op 1 EUR per werknemer, die op datum van 30 september 2013 in de onderneming is tewerkgesteld.
De aangifte die bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid werd ingediend voor het derde kwartaal van 2013 geldt als basis voor de berekening van het personeelsbestand per 30 september 2013. HOOFDSTUK III. - Inning van de bijdragen van de werkgevers
Art. 3.De inning van de bijdragen van de werkgevers, berekend overeenkomstig artikel 2, gebeurt door het sociaal fonds in de loop van de maand augustus.
De werkgevers storten de aan het sociaal fonds verschuldigde sommen uiterlijk op 31 augustus. HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen
Art. 4.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2014 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2014.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 19 september 2014.
De Minister van Werk, Mevr. M. DE CONINCK