gepubliceerd op 29 december 1998
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 april 1997, gesloten in het Paritair Subcomité voor het bedrijf der grint- en zandgroeven welke in openlucht geëxploiteerd worden in de provincies Antwerpen, West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen en Limburg, tot verlenging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 april 1987 betreffende het conventioneel brugpensioen
19 OKTOBER 1998. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 april 1997, gesloten in het Paritair Subcomité voor het bedrijf der grint- en zandgroeven welke in openlucht geëxploiteerd worden in de provincies Antwerpen, West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen en Limburg, tot verlenging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 april 1987 betreffende het conventioneel brugpensioen (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 april 1987, gesloten in het Paritair Subcomité voor het bedrijf der grint- en zandgroeven welke in openlucht geëxploiteerd worden in de provincies Antwerpen, West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen en Limburg, betreffende het conventioneel brugpensioen, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 2 februari 1988, verlengd bij de collectieve arbeidsovereenkomsten van 8 december 1988, 11 februari 1991, 8 januari 1993 en 5 mei 1995, respectievelijk algemeen verbindend verklaard bij de koninklijke besluiten van 14 augustus 1989, 19 september 1991, 18 november 1994 en 4 augustus 1996, laatst verlengd bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 maart 1997, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 22 december 1997;
Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor het bedrijf der grint- en zandgroeven welke in openlucht geëxploiteerd worden in de provincies Antwerpen, West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen en Limburg;
Op de voordracht van Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 21 april 1997, gesloten in het Paritair Subcomité voor het bedrijf der grint- en zandgroeven welke in openlucht geëxploiteerd worden in de provincies Antwerpen, West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen en Limburg, tot verlenging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 april 1987 betreffende het conventioneel brugpensioen.
Art. 2.Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 19 oktober 1998.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Koninklijk besluit van 2 februari 1988, Belgisch Staatsblad van 20 februari 1988.
Koninklijk besluit van 14 augustus 1989, Belgisch Staatsblad van 30 augustus 1989.
Koninklijk besluit van 19 september 1991, Belgisch Staatsblad van 5 november 1991.
Koninklijk besluit van 18 november 1994, Belgisch Staatsblad van 25 februari 1995.
Koninklijk besluit van 4 augustus 1996, Belgisch Staatsblad van 20 september 1996.
Koninklijk besluit van 22 december 1997, Belgisch Staatsblad van 20 maart 1998.
Bijlage Paritair Subcomité voor het bedrijf der grint- en zandgroeven welke in openlucht geëxploiteerd worden in de provincies Antwerpen, West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen en Limburg Collectieve arbeidsovereenkomst van 21 april 1997 Verlenging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 april 1987 betreffende het conventioneel brugpensioen (Overeenkomst geregistreerd op 16 september 1997 onder het nummer 44972/CO/102.06)
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de werklieden en werksters, hierna werklieden genoemd, van de ondernemingen welke ressorteren onder het Paritair Subcomité voor het bedrijf der grind- en zandgroeven welke in openlucht geëxploiteerd worden in de provincies Antwerpen, West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen en Limburg, met uitzondering van de witzandexploitaties.
Art. 2.Onverminderd de toepassing van het koninklijk besluit van 7 december 1992 betreffende de toekenning van werkloosheidsuitkeringen in geval van conventioneel brugpensioen wordt de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 april 1987, gesloten in het Paritair Subcomité voor het bedrijf der grind- en zandgroeven welke in openlucht geëxploiteerd worden in de provincies Antwerpen, West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen en Limburg, betreffende het conventioneel brugpensioen, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 2 februari 1988, bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 20 februari 1988, verlengd bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 december 1988, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 14 augustus 1989, bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 30 augustus 1989, verlengd bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 11 februari 1991, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 19 september 1991, bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 5 november 1991, verlengd bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 januari 1993, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 18 november 1994, bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 25 februari 1995, verlengd bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 mei 1995, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 4 augustus 1996, bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 20 september 1996 en verlengd bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 maart 1997, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 22 december 1997, bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 20 maart 1998, verlengd tot 31 december 1998.
Art. 3.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 juli 1997 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 1998.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 19 oktober 1998.
De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET