Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 19 november 2020
gepubliceerd op 08 januari 2021

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 17 oktober 2019, gesloten in het Paritair Comité voor toeristische attracties, betreffende het statuut van de syndicale afvaardiging

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2020204604
pub.
08/01/2021
prom.
19/11/2020
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

19 NOVEMBER 2020. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 17 oktober 2019, gesloten in het Paritair Comité voor toeristische attracties, betreffende het statuut van de syndicale afvaardiging (1)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor toeristische attracties;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 17 oktober 2019, gesloten in het Paritair Comité voor toeristische attracties, betreffende het statuut van de syndicale afvaardiging.

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 19 november 2020.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor toeristische attracties Collectieve arbeidsovereenkomst van 17 oktober 2019 Statuut van de syndicale afvaardiging (Overeenkomst geregistreerd op 20 november 2019 onder het nummer 155336/CO/333) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.De collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de werknemers van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor toeristische attracties, welke gemiddeld minstens 50 werknemers (FTE) tewerkstellen.

Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt onder "werknemers" verstaan : de mannelijke en vrouwelijke werknemers.

Voor de berekening van het gemiddeld aantal werknemers, vermeld in het eerste lid, dient te worden verstaan onder "onderneming" : de juridische entiteit of de technische bedrijfseenheid zoals bepaald in de wet van augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk.

Voor de berekening van het gemiddeld aantal werknemers, vermeld in het eerste lid, dient te worden verstaan onder "werknemer" : iedere persoon die verbonden is met de onderneming door een arbeidsovereenkomst.

Worden niet als "werknemer" beschouwd : - de werknemer die verbonden is door een vervangingsovereenkomst gesloten overeenkomstig artikel 11ter van de wet van 3 juli 1978Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/1978 pub. 03/07/2008 numac 2008000527 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten type wet prom. 03/07/1978 pub. 12/03/2009 numac 2009000158 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten sluiten betreffende de arbeidsovereenkomsten; - de werknemer die een werknemer vervangt wiens arbeidsovereenkomst volledig geschorst is in het kader van het stelsel van tijdskrediet bedoeld in de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103 gesloten in de Nationale Arbeidsraad; - de studenten.

Het gemiddeld aantal werknemers, vermeld in het eerste lid, wordt berekend op basis van het gemiddeld aantal tewerkgestelde werknemers uitgedrukt in voltijdse equivalenten op basis van de sociale balans van het werkjaar dat de vraag tot oprichting van een syndicale afvaardiging voorafgaat, zoals voorzien in artikel 7, derde lid van onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst. Voor de nieuwe ondernemingen en de bestaande ondernemingen die geen rekeningen neerleggen met de sociale balans verschaft de werkgever de informatie aan de voorzitter van het paritair comité voor de telling. HOOFDSTUK II. - Algemene principes

Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt aangegaan door de representatieve werknemers- en werkgeversorganisaties vertegenwoordigd in het Paritair Comité voor toeristische attracties, ter uitvoering van en overeenkomstig de op 24 mei 1971 in de Nationale Arbeidsraad tot stand gekomen collectieve arbeidsovereenkomst, betreffende het statuut van de syndicale afvaardigingen van het personeel der ondernemingen.

Zij bepaalt de essentiële principes betreffende de bevoegdheid en de werkingsmodaliteiten van de syndicale afvaardigingen van het personeel voor de ondernemingen welke van vermeld paritair comité afhangen.

Art. 3.De ondernemingshoofden erkennen dat de leden van hun personeel, die zijn aangesloten bij één van de ondertekenende representatieve werknemersorganisaties, bij hen zijn vertegenwoordigd door een syndicale afvaardiging.

Art. 4.De werknemers erkennen de noodzakelijkheid van een wettig gezag van de ondernemingshoofden en zij maken ervan een erepunt hun werk plichtsgetrouw uit te voeren.

De werkgevers eerbiedigen de waardigheid van de werknemers en zij maken ervan een erepunt hen met rechtvaardigheid te behandelen. Zij verbinden zich ertoe hun vrijheid van vereniging en de vrije ontplooiing van hun organisatie in de onderneming, direct of indirect, niet te hinderen.

Art. 5.De ondernemingshoofden verbinden zich ertoe geen enkele druk uit te oefenen op het personeel om hen te beletten bij een vakbond aan te sluiten en aan de niet-aangesloten werknemers geen andere voorrechten dan aan de aangesloten werknemers toe te kennen.

Art. 6.De representatieve werknemersorganisaties, evenals de syndicale afvaardigingen, verbinden zich ertoe hun aangeslotenen aan te bevelen hun werk gewetensvol uit te voeren, in alle omstandigheden blijk te geven van zin voor rechtvaardigheid, billijkheid en verzoening, welke bepalend zijn voor goede sociale verhoudingen in de onderneming, de praktijken van paritaire verhoudingen, welke met de geest van deze collectieve arbeidsovereenkomst stroken, na te leven en de actie van de directie van de onderneming en haar vertegenwoordigers van om het even welke rang, niet te belemmeren.

De werkgevers en de werknemers verbinden er zich eveneens toe de eerbiediging van de sociale wetgeving van de collectieve arbeidsovereenkomsten, alsmede van het arbeidsreglement, te verzekeren.

De sociale gesprekspartners engageren er zich toe geen misbruik te maken van de ontslagbescherming van de syndicaal afgevaardigden. HOOFDSTUK III. - Oprichting en samenstelling van de syndicale afvaardiging

Art. 7.Alleen de in artikel 2 bedoelde erkende representatieve werknemersorganisaties die gekozenen hebben in de ondernemingsraad (OR) of in het comité voor preventie en bescherming van het werk (CPBW) zijn gerechtigd om kandidaten voor te stellen voor de aanwijzing van een syndicale afvaardiging.

Zij stellen zich onderling akkoord, eventueel door beroep te doen op het verzoeningsinitiatief van de voorzitter van het paritair comité, voor de aanwijzing, in de ondernemingen, van een gemeenschappelijke syndicale afvaardiging, rekening houdend met het aantal leden dat zij moet omvatten en van het aan iedere vertegenwoordigde organisatie toekomend aantal in verhouding tot het effectief van haar aangeslotenen in de onderneming.

De vraag tot oprichting van een syndicale afvaardiging moet schriftelijk worden ingediend bij het ondernemingshoofd door ten minste één van de erkende representatieve werknemersorganisaties welke verkozenen hebben in de ondernemingsraad of het Comité voor preventie en bescherming op het werk.

Voor de ondernemingen waar geen syndicale delegatie bestaat op het ogenblik van de ondertekening van deze collectieve arbeidsovereenkomst, teneinde de aanvraag zoals vermeld in de vorige alinea te valideren dient 50 pct. van het betrokken personeel van de onderneming aangesloten te zijn op het ogenblik van de vraag tot oprichting van een syndicale afvaardiging bedoeld in het vorige lid.

Het ondernemingshoofd dient op deze vraag te reageren binnen een termijn van 15 werkdagen.

De syndicale afgevaardigden worden voorgesteld, rekening houdend met het gezag waarover zij moeten beschikken bij de uitoefening van hun mandaat en met hun bevoegdheid welke een goede kennis van de onderneming en van de bedrijfstak omvat en een geest van werkinzet en dialoog overeenkomstig de algemene principes zoals voorzien collectieve arbeidsovereenkomst nr. 5 en in deze collectieve arbeidsovereenkomst.

Het ondernemingshoofd mag zich steeds verzetten, uit hoofde van ernstige redenen, tegen de aanduiding of het behoud van een afgevaardigde.

In dit geval, laat het ondernemingshoofd aan de betrokken representatieve werknemersorganisaties de reden kennen van zijn verzet, en dit binnen de vijftien werkdagen welke volgen op de mededeling van de voorgestelde lijst.

In geval tussen de partijen geen akkoord wordt bereikt over de oprichting van de syndicale delegatie, wordt de betwisting aan de voorzitter van het paritair comité voorgelegd, die ter zake beslist na de partijen, eventueel bijgestaan door hun raadgever, te hebben gehoord.

In geval tussen de partijen geen akkoord wordt bereikt over de aanduiding of het behoud van de syndicaal afgevaardigden, wordt de betwisting aan het verzoeningsbureau van het paritair comité voorgelegd, die ter zake beslist na de partijen, eventueel bijgestaan door hun raadgever, te hebben gehoord.

Art. 8.§ 1. De syndicale afvaardiging is samengesteld uit effectieve afgevaardigden en uit plaatsvervangende afgevaardigden.

De plaatsvervangende afgevaardigden oefenen hun mandaat slechts uit ter vervanging van een effectief lid : 1. indien dit lid is belet wegens een onderbreking van zijn arbeidsovereenkomst;2. indien het effectief lid is overleden;3. indien het effectief lid de in artikel 11 van deze collectieve arbeidsovereenkomst bepaalde voorwaarden niet meer vervult;4. indien het mandaat van een effectief lid is vervallen. § 2. Het aantal leden is als volgt vastgesteld : 1. in de ondernemingen welke 50 tot 99 werknemers tewerkstellen : 1 effectieve afgevaardigde en 1 plaatsvervangende afgevaardigde die behoren tot de ondernemingsraad of het comité voor preventie en bescherming op het werk;2. in de ondernemingen welke 100 en meer werknemers tewerkstellen : 2 effectieve afgevaardigden en 1 plaatsvervangende afgevaardigde die behoren tot de ondernemingsraad of het comité voor preventie en bescherming op het werk. Vanaf 1 juli 2020 is het aantal leden als volgt samengesteld : 1. in de ondernemingen welke 50 tot 99 werknemers tewerkstellen : 2 effectieve afgevaardigde en 1 plaatsvervangende afgevaardigde die behoren tot de ondernemingsraad of het comité voor preventie en bescherming op het werk; 2. in de ondernemingen welke 100 en meer werknemers tewerkstellen : 3 effectieve afgevaardigden en 1 plaatsvervangende afgevaardigde die behoren tot de ondernemingsraad of het comité voor preventie en bescherming op het werk.".

Art. 9.Indien het mandaat van een syndicale afgevaardigde een einde neemt, heeft de representatieve werknemersorganisatie waarbij deze afgevaardigde is aangesloten, het recht, na kennisgeving aan de werkgever en onverminderd de bepalingen van artikel 7, een persoon aan te duiden die het mandaat zal voleindigen voor zover deze behoort tot de ondernemingsraad of het comité voor preventie en bescherming op het werk en voldoet aan de voorwaarden voorzien in artikel 11.

Art. 10.Bij de aanwijzing van de afgevaardigden, zorgen de representatieve werknemersorganisaties in de mate van het mogelijke ervoor dat de verschillende afdelingen van de onderneming en de bestaande personeels- of ploegencategorieën zijn vertegenwoordigd.

Art. 11.Om de functies van effectief of plaatsvervangende afgevaardigde te kunnen vervullen, moeten de werknemers voldoen aan de volgende voorwaarden : 1. van Belgische nationaliteit of een onderdaan van een lidstaat van de Europese Economische Gemeenschap of houder van een arbeidskaart zijn;2. de leeftijd van ten volle achttien jaar hebben bereikt;3. sinds zes opeenvolgende maanden in de onderneming werken op het ogenblik van de aanwijzing;4. niet in opzeggingstermijn zijn;5. aangesloten zijn bij één van de representatieve werknemersorganisaties bedoeld in artikel 2;6. behoren tot de ondernemingsraad of het comité voor preventie en bescherming op het werk. HOOFDSTUK IV. - Bevoegdheid van de syndicale afvaardiging

Art. 12.De bevoegdheid van de syndicale afvaardiging heeft onder meer betrekking op : 1. de arbeidsverhoudingen;2. de onderhandelingen met het oog op het sluiten van de collectieve arbeidsovereenkomsten of akkoorden in de schoot van de onderneming, onverminderd de collectieve arbeidsovereenkomsten of akkoord gesloten op andere vlakken;3. de toepassing, in de onderneming, van de sociale wetgeving, de collectieve arbeidsovereenkomsten, het arbeidsreglement en de individuele arbeidsovereenkomsten;4. het eerbiedigen van de algemene principes vastgesteld bij de artikelen 2 tot en met 6 van deze collectieve arbeidsovereenkomst.

Art. 13.De syndicale afvaardiging heeft het recht door het ondernemingshoofd of door zijn vertegenwoordiger te worden ontvangen, naar aanleiding van ieder geschil of betwisting van individuele of collectieve aard, welk(e) in de onderneming voorkomt.

Hetzelfde recht komt haar toe, wanneer dergelijke geschillen of betwistingen dreigen uit te breken.

Art. 14.Iedere individuele klacht wordt door de betrokken werknemer, op aanvraag bijgestaan door zijn syndicale afgevaardigde, langs de gewone hiërarchische weg voorgelegd.

De syndicale afvaardiging heeft het recht te worden ontvangen naar aanleiding van alle geschillen of betwistingen van individuele aard, welke niet langs deze zijde konden worden opgelost.

Art. 15.Teneinde de geschillen of betwistingen bedoeld bij de artikelen 13 en 14 te voorkomen, moet de hele syndicale afvaardiging voorafgaandelijk door het ondernemingshoofd worden ingelicht over de veranderingen welke de contractuele of gebruikelijke arbeids- en loonvoorwaarden zouden kunnen wijzigen, met uitsluiting van de inlichtingen van individuele aard.

Art. 16.Het ondernemingshoofd of zijn vertegenwoordiger ontvangt de syndicale afvaardiging ten laatste binnen de acht dagen welke volgen op het indienen van de aanvraag. HOOFDSTUK V. - Statuut van de leden van de syndicale afvaardiging

Art. 17.De duur van het mandaat van de leden van de syndicale afvaardiging wordt vastgesteld op vier jaar en loopt samen met de duur van het mandaat van de werknemersvertegenwoordigers in de ondernemingsraad of het comité voor preventie en bescherming op het werk.

De mandaten zijn hernieuwbaar voor zover voldaan wordt aan de voorwaarden voorzien in artikel 11.

Indien de betrokken representatieve werknemersorganisatie haar voornemen tot wijziging niet binnen de veertien dagen na het verstrijken van het mandaat heeft meegedeeld, wordt het mandaat van de uittredende afgevaardigde stilzwijgend verlengd.

Art. 18.Het mandaat van de syndicale afvaardiging neemt een einde : a) na verloop van zijn arbeidsovereenkomst afgesloten voor bepaalde duur;b) na verloop van zijn arbeidsovereenkomst afgesloten voor een bepaald werk;c) bij de verbreking van de arbeidsovereenkomst op initiatief van de werknemer met uitzondering van de verbreking van de arbeidsovereenkomst door de werknemer om een dringende reden in hoofde van de werkgever;d) bij het overlijden van de werknemer;e) door overmacht indien de gevolgen ervan een definitief karakter hebben;f) bij het akkoord van de werkgever en werknemer om de arbeidsovereenkomst te beëindigen;g) wanneer hij van zijn mandaat wordt ontheven door de representatieve werknemersorganisatie welke hem heeft aangesteld;h) wanneer hij niet meer behoort tot de ondernemingsraad of het comité voor preventie en bescherming op het werk.

Art. 19.Het mandaat van syndicaal afgevaardigde mag geen aanleiding geven tot enig nadeel noch tot speciale voordelen voor degene die het uitoefent.

De syndicale afgevaardigden genieten de normale promoties en bevorderingen van de categorie werknemers waartoe zij behoren.

Art. 20.De leden van de syndicale afvaardiging mogen niet worden afgedankt om redenen welke verband houden met de normale uitoefening van hun mandaat en welke stroken met deze collectieve arbeidsovereenkomst.

De leden van de syndicale afvaardiging mogen - behoudens een ontslag om dringende reden - niet worden afgedankt dan om erkende economische of technische redenen vreemd aan de vakbondsactiviteit.

De werkgever die overweegt een syndicale afgevaardigde af te danken, dringende reden uitgezonderd, moet hiervan de syndicale afvaardiging voorafgaandelijk in kennis stellen, evenals de indiener van de kandidatuur van deze afgevaardigde.

Een gemotiveerde kennisgeving moet worden betekend per aangetekend schrijven en wordt van kracht op de derde dag na haar verzending.

De betrokken representatieve werknemersorganisatie beschikt over een termijn van 14 kalenderdagen om zijn gemotiveerde weigering voor de erkenning van de geldigheid van het voorgenomen ontslag te betekenen.

Deze betekening gebeurt bij een ter post aangetekend schrijven; de periode van 14 kalenderdagen neemt een aanvang de dag dat het schrijven toegezonden door de werkgever van kracht wordt.

Het uitblijven van reactie vanwege de betrokken representatieve werknemersorganisatie wordt beschouwd als een erkenning van de geldigheid van de voorgenomen afdanking.

Indien de betrokken representatieve werknemersorganisatie weigert de geldigheid van de voorgenomen afdanking te erkennen, staat het de meest gerede partij vrij het geval voor te leggen aan de beoordeling van het verzoeningscomité van het paritair comité; de uitvoering van de afdankingsmaatregel mag tijdens de duur van de procedure niet worden getroffen.

Indien het verzoeningscomité niet tot een eenparige beslissing is kunnen komen binnen de 30 dagen na de aanvraag tot verzoening, kan het geschil inzake de geldigheid van redenen, door de werkgever ingeroepen om de afdanking te rechtvaardigen, eventueel aan de arbeidsrechtbank worden voorgelegd.

Art. 21.In geval van afdanking van een syndicale afgevaardigde wegens dringende reden, moet de betrokken representatieve werknemersorganisatie hiervan onmiddellijk op de hoogte worden gebracht.

Art. 22.De duurtijd van de bescherming is beperkt tot de duurtijd van het mandaat van de leden van de syndicale afvaardiging.

Art. 23.De werkgever is een forfaitaire vergoeding verschuldigd in de volgende gevallen : 1. indien hij een syndicale afgevaardigde afdankt zonder de procedure te eerbiedigen voorzien in artikel 20;2. indien, bij het einde van deze procedure, de geldigheid van de ontslagredenen, ten opzichte van de bepaling van artikel 20, tweede alinea, door het verzoeningscomité of door de arbeidsrechtbank niet wordt erkend;3. indien de werkgever de afgevaardigde ontslagen heeft uit hoofde van dringende reden en de arbeidsrechtbank het ontslag als ongegrond heeft verklaard;4. indien de arbeidsovereenkomst een einde heeft genomen uit hoofde van een ernstige fout van de werkgever, welke voor de afgevaardigde een reden vormt voor onmiddellijke verbreking van de overeen komst. De forfaitaire vergoeding is gelijk aan het brutoloon van één jaar, onverminderd de toepassing van de wettelijke beschikkingen ter zake.

De vergoeding is niet verschuldigd wanneer de syndicale afgevaardigde de vergoeding geniet voorzien in de artikelen 16, 17 en 18 van de wet van 19 maart 1991Relevante gevonden documenten type wet prom. 19/03/1991 pub. 22/12/2009 numac 2009000842 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende bijzondere ontslagregeling voor de personeelsafgevaardigden in de ondernemingsraden en in de comités voor veiligheid, gezondheid en verfraaiing van de werkplaatsen alsmede voor de kandidaat-personeelsafgevaardigden. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten houdende bijzondere ontslagregeling voor de personeelsafgevaardigden in de ondernemingsraden en in de comités voor preventie en bescherming op het werk, alsmede voor de kandidaat-personeelsafgevaardigden. HOOFDSTUK VI. - Uitoefeningsvoorwaarden van het mandaat van syndicaal afgevaardigde

Art. 24.De syndicale afvaardiging kan, na de directie geraadpleegd te hebben en zonder hierdoor de organisatie van het werk te storen, mondeling of schriftelijk overgaan tot alle mededelingen welke nuttig zijn voor het personeel.

Deze mededelingen moeten van professionele of van syndicale aard zijn en verband houden met de onderneming. Indien zij schriftelijk gebeuren moeten zij voorafgaandelijk ter kennis worden gebracht van het ondernemingshoofd.

Mits gemeenschappelijk akkoord tussen de directie en de syndicale afvaardiging, mogen er in de onderneming personeelsvergaderingen plaatshebben.

Dag, uur en duur van deze vergaderingen worden bepaald, hetzij na de arbeidsdag, hetzij tijdens de rusttijden.

Het organiseren van deze vergaderingen mag in geen geval de werking van de dienst belemmeren. De vergaderingen moeten betrekking hebben op goed omschreven onderwerpen en zich beperken tot het betrokken personeel.

Art. 25.Met het oog op de vergaderingen met de directie, mag de syndicale afvaardiging tijdens de diensturen vergaderen volgens de tussen de directie en de syndicale afvaardiging in gemeenschappelijk overleg bepaalde modaliteiten. De syndicale afvaardiging beschikt over een krediet van twee uren per maand voor deze voorbereidende vergaderingen.

De onderneming stelt een lokaal ter beschikking van de syndicale afvaardiging - hetzij permanent, hetzij tijdelijk - teneinde haar in staat te stellen haar taak behoorlijk te vervullen.

Elke afgevaardigde beschikt over een krediet van maximum 2 uren per maand voor de uitoefening van zijn mandaat, naast de tijd voor de voorbereiding van de vergaderingen met de directie.

De afgevaardigde overlegt met zijn hiërarchische overste voor elke vakbondsactiviteit; hij licht hem in over de plaats, de reden en de vermoedelijke duur van zijn afwezigheid. Behalve in geval van overmacht of wanneer de bijstand van een arbeider in een individueel geschil het vereist, gebeurt dit overleg minstens 7 dagen op voorhand van de geplande syndicale activiteit, teneinde de goede werkorganisatie niet te belemmeren. De hiërarchische overste kan niet willekeurig weigeren.

Art. 26.De directie van een onderneming raadpleegt de syndicale afvaardiging indien belangrijke wijzigingen worden overwogen welke rechtstreeks de arbeidsorganisatie en de arbeidsvoorwaarden beïnvloeden.

De directie en de syndicale afvaardiging verbinden zich ertoe samen overleg te plegen telkens één van beide partijen om een onderhoud verzoekt. Dit onderhoud moet binnen de acht dagen, volgend op het verzoek, plaats hebben. De uren, welke aan deze vergaderingen worden besteed, worden beschouwd als normale werkuren. Er wordt evenwel geen overloon betaald indien de vergadering de normale arbeidsuren overschrijdt. HOOFDSTUK VII. - Regeling van een geschil

Art. 27.Wanneer er in de onderneming een geschil ontstaat, wenden de syndicale afvaardiging en de directie alle mogelijke middelen aan teneinde het geschil door onderhandeling te regelen.

Wanneer de tussenkomst van de syndicale afvaardiging niet tot een vergelijk heeft geleid voor het regelen van een geschil, kunnen de afgevaardigden beroep doen op de vrijgestelden van hun representatieve werknemersorganisaties.

De werkgever mag zich laten bijstaan door vertegenwoordigers van zijn beroepsvereniging.

Nadat alle middelen tot onderhandeling zijn uitgeput, mag de syndicale afvaardiging het geschil voorleggen aan de voorzitter van het paritair comité.

Ieder beroep op de voorzitter moet gebeuren door bemiddeling van één van de ondertekenende representatieve organisaties van deze collectieve arbeidsovereenkomst.

Een stakingsaanzegging mag slechts schriftelijk gebeuren en, voor de ondernemingen welke zijn aangesloten bij de verenigingen welke deze collectieve arbeidsovereenkomst hebben ondertekend, nadat het verzoeningsbureau zich heeft uitgesproken.

De stakingsaanzegging bedraagt minstens 14 dagen en gaat in op de dag welke volgt op de betekening. Tijdens deze periode moet het personeel normaal doorwerken.

Elke stakingsaanzegging van de vakorganisaties dient in kopie te worden verzonden aan de voorzitter van het paritair comité op hetzelfde ogenblik als naar de werkgever. HOOFDSTUK VIII. - Slotbepalingen

Art. 28.Elk geschil in verband met de uitvoering van deze collectieve arbeidsovereenkomst kan door de meest gerede partij aan de voorzitter van het paritair comité worden voorgelegd.

Art. 29.Tijdens de duur van deze collectieve arbeidsovereenkomst, met inbegrip van de duur van de opzeggingstermijn, verbinden de partijen er zich toe niet in staking of tot een lock-out over te gaan zonder te hebben gebruik gemaakt van de procedures voorzien in hoofdstuk VII.

Art. 30.Bestaande voordeliger bepalingen in de ondernemingen blijven van toepassing.

Art. 31.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten voor onbepaalde duur en treedt in werking op 1 januari 2019, behalve voor de bepalingen waarvoor een andere datum is voorzien. Zij kan worden opgezegd door elk van de partijen mits een opzeggingstermijn van 6 maanden betekend bij aangetekende brief aan de voorzitter van het Paritair Comité voor toeristische attracties en aan de ondertekenende organisaties.

Tijdens de duurtijd van de collectieve arbeidsovereenkomst zullen de woordvoerders van de ondertekenende organisaties waken over de goede toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 19 november 2020.

De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE

^