Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 19 november 2007
gepubliceerd op 17 december 2007

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 februari 2006, gesloten in het Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten van de Vlaamse Gemeenschap, houdende toekenning van een eindejaarstoelage

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2007012725
pub.
17/12/2007
prom.
19/11/2007
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

19 NOVEMBER 2007. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 februari 2006, gesloten in het Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten van de Vlaamse Gemeenschap, houdende toekenning van een eindejaarstoelage (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten van de Vlaamse Gemeenschap;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 27 februari 2006, gesloten in het Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten van de Vlaamse Gemeenschap, houdende toekenning van een eindejaarstoelage.

Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 19 november 2007.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten van de Vlaamse Gemeenschap Collectieve arbeidsovereenkomst van 27 februari 2006 Toekenning van een eindejaarstoelage (Overeenkomst geregistreerd op 23 juni 2006 onder het nummer 80145/CO/319.01) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op alle werkgevers en alle werknemers die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten van de Vlaamse Gemeenschap.

Onder "werknemers" wordt verstaan : het mannelijk en vrouwelijk werklieden- en bediendepersoneel. HOOFDSTUK II.- Vaststelling van het bedrag

Art. 2.Het bedrag van de eindejaarstoelage is samengesteld uit een vast geïndexeerd gedeelte, een vast niet geïndexeerd gedeelte en een procentueel gedeelte op het brutojaarloon van de werknemer.

Art. 3.Het vast geïndexeerd gedeelte wordt vanaf 1993 berekend bij toepassing van artikel 6 van het besluit van de Vlaamse Regering van 15 december 1993 houdende de subsidiëring van de personeelskosten in bepaalde voorzieningen van de welzijnssector, en aangevuld overeenkomstig punt 2.2 van het "Vlaams Akkoord voor de Non-Profit/Social Profit" van 6 juni 2005.

Art. 4.§ 1. Het vast geïndexeerd gedeelte bedraagt 280,81 EUR voor het jaar 2005. Dit bedrag wordt voor het jaar 2006 verhoogd met een percentage dat wordt bekomen door het indexcijfer van de consumptieprijzen dat van kracht is in de maand oktober van het jaar 2006 te delen door het indexcijfer dat van kracht is in de maand oktober van het jaar 2005. Het percentage wordt berekend tot op vier decimalen. § 2. Het vast geïndexeerd gedeelte wordt vanaf 2006 verhoogd overeenkomstig punt 2.2 van het "Vlaams Akkoord voor de Non Profit/Social Profit" van 6 juni 2005, en opgebouwd tot en met 2010 volgens de fasering voorzien in dit akkoord : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld § 3. Het bedrag voor het jaar 2006, vastgelegd in toepassing van § 1 van dit artikel, alsook de bedragen vermeld in § 2 van dit artikel, worden met ingang van 2007 jaarlijks aangepast met toepassing van het volgende indexeringsmechanisme.

Het bedrag van het vast geïndexeerde gedeelte van het in aanmerking genomen jaar wordt bekomen door het te verhogen met een percentage dat afhangt van de evolutie van het indexcijfer van de consumptieprijzen.

Dit percentage wordt bekomen door het indexcijfer dat van kracht is in de maand oktober van het in aanmerking genomen jaar te delen door het indexcijfer dat van kracht was in de maand oktober van het jaar 2006.

Het percentage wordt berekend tot op vier decimalen. § 4. Het bedrag van het totale vast geïndexeerde gedeelte van deze eindejaarstoelage wordt jaarlijks vastgelegd en in de bijlage bij deze overeenkomst opgenomen.

Art. 5.Het vast niet-geïndexeerde gedeelte bedraagt 55,08 EUR.

Art. 6.§ 1. Het procentueel gedeelte bedraagt 2,5 pct. van het geïndexeerde brutojaarloon van de werknemer. § 2. Het procentueel gedeelte wordt vanaf 2006 verhoogd overeenkomstig punt 2.2 van het "Vlaams Akkoord voor de Non-Profit/Social Profit" van 6 juni 2005, en opgebouwd tot en met 2010 volgens de fasering voorzien in dit akkoord : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld § 3. Onder "geïndexeerd brutojaarloon" wordt verstaan : de vermenigvuldiging met twaalf van het geïndexeerd baremieke brutomaandloon van de maand oktober van het kalenderjaar, met inbegrip van de haard- of standplaatstoelage, maar met uitsluiting van de toeslagen. HOOFDSTUK III. - Toekenning van de eindejaarstoelage

Art. 7.Aan de werknemer wordt een eindejaarstoelage uitbetaald overeenkomstig de effectieve en/of gelijkgestelde prestaties in de referteperiode van 1 januari tot en met 30 september van het betrokken kalenderjaar, in die betekenis dat een volledige referteperiode overeenkomt met een volledige eindejaarstoelage, of in het ander geval in verhouding tot deze referteperiode.

Art. 8.Voor de deeltijdse werknemers wordt het bedrag van de eindejaarstoelage dat de werknemer zou hebben genoten indien hij voltijds was geweest, berekend in verhouding tot de contractuele arbeidstijd, effectief of gelijkgesteld, tijdens de referteperiode.

Art. 9.De eindejaarstoelage is niet verschuldigd aan de om dringende reden ontslagen werknemers, noch voor de arbeidsprestaties verricht tijdens een niet-afdoende proefperiode.

Art. 10.Wanneer een werknemer tijdens de referteperiode in of uit dienst van de onderneming is getreden, wordt de eindejaarstoelage berekend en uitbetaald volgens de effectieve of gelijkgestelde arbeidsprestaties tijdens de referteperiode.

Art. 11.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is niet van toepassing op werknemers die reeds een eindejaarstoelage genieten die hiermee ten minste gelijkwaardig is. HOOFDSTUK IV. - Berekeningswijze

Art. 12.Iedere gewerkte, of daarmee gelijkgestelde maand, tijdens de referteperiode, geeft recht op 1/9de van het bedrag van de eindejaarstoelage, berekend overeenkomstig deze collectieve arbeidsovereenkomst.

Elke arbeidsovereenkomst, ingegaan voor de dertiende dag van de maand wordt, voor de berekening van de eindejaarstoelage, beschouwd als een tewerkstellingsperiode voor een volledige maand.

Art. 13.Wanneer de betrokken werknemer niet het normale loon heeft genoten voor de maand oktober van het betrokken jaar, komt voor de berekening van het veranderlijke gedeelte van de eindejaarstoelage het geïndexeerde brutojaarloon desgevallend het fictief loon van deze maand oktober in aanmerking voor de berekening. HOOFDSTUK V. - Betalingsmodaliteit

Art. 14.De eindejaarstoelage is betaalbaar in de maand december van het jaar waarvoor ze wordt toegekend. In geval van uitdiensttreding is de verschuldigde eindejaarstoelage betaalbaar bij de eindafrekening. HOOFDSTUK VI. - Slotbepalingen

Art. 15.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt vanaf de datum van inwerkingtreding het hoofdstuk IX van de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 september 1990 betreffende de loonvoorwaarden, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 6 juli 1992 (respectievelijk gewijzigd bij de collectieve arbeidsovereenkomsten van 17 april 1992 en 19 november 1992, respectievelijk algemeen verbindend verklaard bij de koninklijke besluiten van 21 januari 1993 en 20 december 1993). § 2. Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt, voor wat betreft het toepassingsgebied bepaald in artikel 1, vanaf de datum van haar inwerkingtreding de collectieve arbeidsovereenkomst van 1 maart 1994 houdende toekenning van een eindejaarstoelage en de latere aanpassingen hiervan, gesloten in het Paritair Comité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten. § 3. In de bijlage, die integraal deel uitmaakt van deze collectieve arbeidsovereenkomst, wordt het overzicht opgenomen van de toepassingsdata met het bedrag van het vast geïndexeerde gedeelte en het percentage voor het procentueel gedeelte van de eindejaarstoelage.

Art. 16.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2006 en is gesloten voor onbepaalde tijd. Zij kan worden opgezegd door elk van de partijen, mits een opzeggingstermijn van zes maanden, betekend bij een ter post aangetekend schrijven, gericht aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten van de Vlaamse Gemeenschap.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 19 november 2007.

De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN Bijlage aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 februari 2006, gesloten in het Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten van de Vlaamse Gemeenschap, inzake de toekenning van een eindejaarstoelage Aanpassing van het vast geïndexeerde gedeelte van de eindejaarstoelage overeenkomstig artikel 4, § 3 en van het percentage voor het procentueel gedeelte van de eindejaarstoelage overeenkomstig artikel 15, § 3 van deze collectieve arbeidsovereenkomst : 1. jaar 2005 : 280,81 EUR en 2,5 pct. Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 19 november 2007.

De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN

^