gepubliceerd op 27 januari 1999
Koninklijk besluit houdende toekenning van een toelage van 2 086 364 BF aan de V.Z.W. Werklozenwerking
19 NOVEMBER 1998. - Koninklijk besluit houdende toekenning van een toelage van 2 086 364 BF aan de V.Z.W. Werklozenwerking
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 19 december 1997 houdende de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 1998, inzonderheid programma 26.55.1;
Gelet op de wetten op de Rijkscomptabiliteit, gecoördineerd in het koninklijk besluit van 17 juli 1991, inzonderheid de artikelen 55 en 58;
Gelet op het koninklijk besluit van 7 augustus 1995 houdende vaststelling van bepaalde ministeriële bevoegdheden met betrekking tot het Ministerie van Volksgezondheid en Leefmilieu, inzonderheid artikel 6;
Gelet op het koninklijk besluit van 16 november 1994 betreffende de administratieve en begrotingscontrole, inzonderheid artikel 22;
Overwegende dat de Staatssecretaris voor Veiligheid, Maatschappelijke Integratie en Leefmilieu o.m. belast is met het stimuleren van initiatieven gericht op de integratie van groepen in de samenleving die, omwille van financiële, familiale of maatschappelijke omstandigheden, niet volwaardig deelnemen;
Overwegende dat de Staatssecretaris voor Veiligheid, Maatschappelijke Integratie en Leefmilieu in opvolging van het Algemeen Verslag over de Armoede en van de voorstellen van de Interministeriële Conferentie Sociale Integratie een aantal maatregelen heeft genomen op het gebied van het recht op werk en meer bepaald inzake de beroepsinschakeling van gerechtigden op het bestaansminimum en op maatschappelijke dienstverlening, waardoor de mogelijkheden op het gebied van tewerkstelling werden gediversifieerd en verbeterd;
Overwegende dat het aangewezen is om de genomen beleidsmaatregelen op het terrein praktisch te implementeren en te omkaderen;
Overwegende dat de V.Z.W. Werklozenwerking via een actieonderzoek de tewerkstelling van risicogroepen en de creatie van tewerkstelling op lokaal niveau wil bevorderen;
Overwegende dat de ondersteuning van de lokale tewerkstelling noodzakelijk is;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 30 oktober 1998;
Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid en van Onze Staatssecretaris voor Maatschappelijke Integratie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Een toelage van twee miljoen zesentachtigduizend driehonderd vierenzestig frank (2 086 364 BF), aan te rekenen op het krediet van het Ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu voor het begrotingsjaar 1998, organisatieafdeling 55, b.a. 55.11.12.34, wordt toegekend aan de V.Z.W. Werklozenwerking, met zetel Hoogstraat 42, 1000 Brussel, te betalen op rekeningnummer 870-0060434-66.
Art. 2.De toelage heeft als doel de V.Z.W. Werklozenwerking in staat te stellen, in opvolging van het Algemeen Verslag over de Armoede, actieonderzoek te verrichten ter bevordering van de lokale tewerkstelling.
De V.Z.W. Werklozenwerking zal daartoe een actieplan opstellen, om via een inventaris van het bestaande en van de knelpunten te komen tot operationele modellen en scenario's die kunnen toegepast worden op lokaal vlak.
De VZW Werklozenwerking zal de lokale tewerkstelling van bestaansminimumgerechtigden en risicogroepen ondersteunen door het ontwikkelen van materialen, zoals : - het uitwerken van een draaiboek "lokale tewerkstelling voor bestaansminimumgerechtigden en risicogroepen"; - het opstellen van een informatiebank over lokale werkgelegenheid, geconcretiseerd in een brochure "sociale tewerkstelling"; - het ontwikkelen en organiseren van een opleidingsprogramma.
Art. 3.Gedurende de periode van het project, dat loopt van 1 september 1998 tot 31 augustus 1999, zal de V.Z.W. Werklozenwerking minstens twee maal schriftelijk en mondeling toelichting geven bij de stand van zaken aan een begeleidingscomité.
Dit comité bestaat minstens uit een vertegenwoordiger van het kabinet van de Staatssecretaris voor Veiligheid, Maatschappelijke Integratie en Leefmilieu en een vertegenwoordiger van het Ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu, Bestuursdirectie voor het Maatschappelijk Welzijn.
Tegen 31 augustus 1999 zal een eindrapport in 10 exemplaren in de Nederlandse taal bezorgd worden, waarin het project wordt beschreven.
Art. 4.De projectkosten, gedragen door de toelage, worden begroot als volgt : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Art. 5.§ 1. Het toegekende bedrag zal in vier schijven worden betaald : Een eerste schijf van 30 % wordt betaald na de aanvang van het project, na akkoord van de opdrachtgever.
Een tweede schijf van 30 % zal betaald worden zes maanden na aanvang, mits een tussentijdse mondelinge en schriftelijke rapportering over het verloop van het onderzoek, na voorlegging van de noodzakelijke verantwoordingsstukken en na akkoord van de opdrachtgever.
Een derde schijf van 30 % zal betaald worden negen maanden na aanvang, na voorlegging van de noodzakelijke verantwoordingsstukken en na akkoord van de opdrachtgever.
Een saldo van 10 % zal betaald worden bij het beëindigen van de periode, na voorlegging van de noodzakelijke verantwoordingsstukken en oplevering van het eindrapport en na akkoord van de opdrachtgever. § 2. De bewijsstukken worden gedateerd, ondertekend door de opdrachtnemer en voor de gevorderde sommen voor waar en echt verklaard. Zij worden in drie exemplaren ingediend. § 3. Alle schuldvorderingen en verantwoordingsstukken in het kader van dit project dienen uiterlijk op 30 oktober 1999 in het bezit te zijn van de administratie. § 4. Op de administratieve verwerking wordt toegezien door de Bestuursdirectie voor het Maatschappelijk Welzijn van het Ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu, Zwarte Lievevrouwstraat 3C, 1000 Brussel, 5de verdieping. Alle briefwisseling in verband met de administratieve verwerking in het kader van dit project wordt aan dit adres gericht.
In geval van betwisting zijn enkel de Brusselse rechtbanken bevoegd.
Art. 6.Onze Minister van Volksgezondheid en Onze Staatssecretaris voor Maatschappelijke Integratie zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 19 november 1998.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Volksgezondheid, M. COLLA De Staatssecretaris voor Maatschappelijke Integratie, J. PEETERS