Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 19 mei 2010
gepubliceerd op 04 augustus 2010

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 mei 2009, gesloten in het Paritair Comité voor de steenbakkerij betreffende de tewerkstelling, de vorming en de arbeidsomstandigheden in de sector van de steenbakkerijen

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2010202216
pub.
04/08/2010
prom.
19/05/2010
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

19 MEI 2010. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 mei 2009, gesloten in het Paritair Comité voor de steenbakkerij betreffende de tewerkstelling, de vorming en de arbeidsomstandigheden in de sector van de steenbakkerijen (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de steenbakkerij;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 12 mei 2009, gesloten in het Paritair Comité voor de steenbakkerij betreffende de tewerkstelling, de vorming en de arbeidsomstandigheden in de sector van de steenbakkerijen.

Art. 2.De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 19 mei 2010.

ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de steenbakkerij Collectieve arbeidsovereenkomst van 12 mei 2009 Tewerkstelling, vorming en arbeidsomstandigheden in de sector van de steenbakkerijen (Overeenkomst geregistreerd op 26 oktober 2009 onder het nummer 95238/CO/114) HOOFDSTUK I. - Situering en toepassingsgebied

Artikel 1.De ondertekenende sociale partners van het Paritair Comité voor de steenbakkerij geven hierna, binnen het sectoraal kader, uitvoering aan een aantal punten uit de interprofessionele akkoorden van 22 december 2000, 17 januari 2003, 2 februari 2007 en 22 december 2008.

Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en arbeid(st)ers van de ondernemingen welke ressorteren onder het Paritair Comité voor de steenbakkerij.

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is niet van toepassing op de NV Scheerders-van Kerchove's Verenigde Fabrieken te Sint-Niklaas en op de arbeid(st)ers die er zijn tewerkgesteld. HOOFDSTUK II. - Tewerkstellingsmaatregelen Afdeling 1. - Tijdskrediet en aanverwante

Art. 3.De bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis, ter en quater, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, tot invoering van een stelsel van tijdskrediet, loopbaanvermindering en vermindering van de arbeidsprestaties zijn van toepassing in de sector.

Art. 4.De mogelijkheid van voltijds en halftijds tijdskrediet zal van toepassing zijn zonder beperking op het aantal arbeid(st)ers dat van dit stelsel wenst gebruik te maken. De periode van loopbaanonderbreking is beperkt tot 60 maanden.

In het geval er zich problemen zouden stellen van organisatorische aard dient er op initiatief van de werkgever overleg te worden gepleegd op het vlak van de onderneming.

In geval van niet vervanging, wanneer een werkman (werkster) loopbaanonderbreking neemt, dient hieromtrent overleg te worden gepleegd tussen de werkgever en de werknemersafgevaardigden.

De toepassingsmodaliteiten van de andere stelsels dienen te worden besproken op ondernemingsvlak in functie van de aanvragen.

Art. 5.Kunnen met hun werkgever overeenkomen dat zij van een tijdskrediet kunnen genieten, de arbeid(st)ers die gedurende minstens 12 maanden in dienst zijn van de onderneming met een arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur die voorziet in een voltijdse arbeid. Deze periode van 12 maanden arbeid in dienst van de onderneming dient ononderbroken te zijn en zich te situeren onmiddellijk vóór de periode van het tijdskrediet.

Art. 6.Arbeid(st)ers die gebruik maken van één van de formules van tijdskrediet zullen aanspraak kunnen maken op de aanmoedigingspremies die worden toegekend door de gewesten of de gemeenschappen. Afdeling 2. - Arbeidsduurvermindering

Art. 7.1. In de continubedrijven wordt : voor arbeid(st)ers met een anciënniteit van 10 jaar een arbeidsduurvermindering op jaarbasis als volgt toegepast : - aan de arbeid(st)ers met 10 jaar anciënniteit wordt één conventionele verlofdag toegekend; - aan de arbeid(st)ers met 20 jaar anciënniteit wordt een tweede conventionele verlofdag toegekend; - aan de arbeid(st)ers met 25 jaar anciënniteit wordt een derde conventionele verlofdag toegekend. 2. In de seizonale bedrijven wordt : voor arbeid(st)ers met een anciënniteit van 10 jaar een arbeidsduurvermindering op jaarbasis als volgt toegepast : - aan de arbeid(st)ers met 10 jaar anciënniteit wordt één conventionele verlofdag toegekend; - aan de arbeid(st)ers met 25 jaar anciënniteit wordt een tweede conventionele verlofdag toegekend.

Onder "seizonaal werkende bedrijven" dient verstaan : de bedrijven waar de bakstenen met natuurlijke middelen worden gedroogd.

Art. 8.De conventionele verlofdagen bedoeld in artikel 7 worden verworven vanaf het jaar waarin de vermelde anciënniteitsvoorwaarde is voldaan.

Art. 9.Voor de toekenning van deze conventionele verlofdagen worden dezelfde regels in acht genomen als voor de toekenning van de jaarlijkse vakantie.

Art. 10.Het begrip "anciënniteit" wordt, voor wat het voordeel vermeld in artikel 7 betreft, verruimd naar de anciënniteit verworven in ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de steenbakkerij (= sectoranciënniteit). Afdeling 3. - Werkgroep

Art. 11.De aangelegenheden en problemen die verband houden met de werkgelegenheid in de sector kunnen worden besproken in een paritair samengestelde werkgroep die zich met deze problematiek zal bezighouden.

De in het Paritair Comité voor de steenbakkerij vertegenwoordigde organisaties kunnen om de bijeenkomst verzoeken en suggesties, problemen of aangelegenheden van allerlei aard die verband houden met de werkgelegenheid, ter bespreking voorleggen.

De werkgroep kan adviezen, die verder in paritair comité kunnen worden behandeld, of aanbevelingen naar de bedrijven formuleren. HOOFDSTUK III. - Opleiding en permanente vorming

Art. 12.Wanneer arbeid(st)ers in dienst komen van een in artikel 2 bedoelde onderneming zal bijzondere aandacht worden besteed aan de veiligheid bij het onthaal van deze nieuwe arbeid(st)ers. Een basisopleiding in de veiligheidsaspecten dient plaats te hebben binnen de eerste week van de tewerkstelling. Deze veiligheidsopleiding staat in functie tot de taak en de opdracht van de arbeid(st)er. Vooreerst zal een veiligheidsinitiatie in de directe omgeving van de werkpost worden gegeven, vervolgens zal de veiligheidsproblematiek van de gehele onderneming aan bod komen en dit in overleg met de preventieadviseur en de leden van het CPBW (desgevallend de syndicale afvaardiging). Dit onthaal geldt ook in geval van arbeidsovereenkomsten voor een bepaalde tijd en contracten van uitzendarbeid.

Art. 13.De permanente vorming wordt georganiseerd met het doel de werkgelegenheid van de arbeid(st)ers binnen de onderneming zo maximaal mogelijk te garanderen en hun kansen op de arbeidsmarkt te verbeteren.

Hierbij zullen de objectieven, zoals gesteld in de in artikel 1 vernoemde akkoorden, als leidraad dienen.

Meer bepaald : - hetzij een jaarlijkse verhoging van de vormingsinspanningen met 0,1 pct.; - hetzij een jaarlijkse verhoging van de participatiegraad met 5 percentpunten.

Art. 14.De in het Paritair Comité voor de steenbakkerij vertegenwoordigde organisaties erkennen dat omwille van het specifieke karakter van de industriële activiteiten, de problematiek van de vorming op een adekwate wijze dient te worden uitgewerkt.

Gezien de toenemende graad van specialisatie bij het bedienen, onderhouden en herstellen van de productiemachines en installaties (ovens en droogkamers) is het aangewezen dat de opleiding en permanente vorming in hoofdzaak ter plaatse, in de bedrijven plaatsvindt.

Vooral de fase waarin nieuwe machines en installaties worden geplaatst en op punt gesteld is hierin belangrijk.

Gezien de wenselijkheid van een hoge graad van polyvalentie en inzetbaarheid van de arbeid(st)ers is het aangewezen de bediening, het onderhoud en het herstellen van deze machines en installaties aan zoveel mogelijk arbeid(st)ers aan te leren.

Hierbij wordt gestreefd naar een zo ruim mogelijke betrokkenheid van alle arbeid(st)ers. Niet alleen de arbeid(st)ers wiens funktie rechtstreeks verband houdt met productie, onderhoud en herstelling maar ook de arbeid(st)ers betrokken bij de ontginning, vervoer en voorbereiding van de grondstoffen, het intern en extern transport en andere algemene of specifieke taken.

Art. 15.Een paritair samengestelde werkgroep zal het vormingsthema opvolgen. Hiertoe werd een systeem voor collectieve vormings- en opleidingsplanning uitgewerkt.

Aan de hand van de vormingsrapporten en opleidingsplannen, zoals deze eerder door de werkgroep werden uitgewerkt, zal nagegaan worden in hoeverre de vormingsinspanningen toereikend zijn en in welke mate kan bijgedragen worden tot een betere organisatie van de opleiding en de vorming in de bedrijven.

Art. 16.De werkgroep staat in voor de opvolging, de evaluatie en de sturing van de vorming in de bedrijven en de sector in het algemeen. HOOFDSTUK IV. - Kwaliteit van de arbeidsomstandigheden

Art. 17.Problemen in verband met stress op het werk worden besproken op ondernemingsvlak. Voor zover zich daaromtrent problemen hebben gesteld worden deze uiterlijk op 1 april 2010 gerapporteerd bij de voorzitter van het paritair comité. HOOFDSTUK V. - Diversiteit op de werkvloer

Art. 18.De ondertekenende sociale partners van het Paritair Comité voor de steenbakkerij doen een aanbeveling aan de in artikel 2 bedoelde ondernemingen om inspanningen te doen om de doelstellingen van deze actie na te streven. HOOFDSTUK VI. - Schone klerencampagne

Art. 19.De ondertekenende sociale partners van het Paritair Comité voor de steenbakkerij bevelen de in artikel 2 bedoelde ondernemingen aan om bijzondere aandacht te besteden aan deze campagne. HOOFDSTUK VII. - Tewerkstelling van personen met beperkingen

Art. 20.In functie van de beschikbare arbeidsposten, engageren de werkgevers zich om te goeder trouw de mogelijkheden te onderzoeken voor de herinschakeling van arbeid(st)ers die het slachtoffer waren van een arbeidsongeval.

De ondertekenende partijen van deze collectieve arbeidsovereenkomst bevelen aan gebruik te maken van de regionale subsidies voor aangepaste arbeidsposten (AWIPH en VOP) bij de aanwerving van andersvaliden, teneinde de tewerkstelling van andersvaliden daar waar mogelijk te bevorderen. HOOFDSTUK VIII. - Geldigheid

Art. 21.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2009 en houdt op van kracht te zijn op 1 januari 2011.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 19 mei 2010.

De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET

^