gepubliceerd op 17 mei 2023
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 maart 2022, gesloten in het Paritair Subcomité voor het bedrijf der hardsteengroeven en der groeven van uit te houwen kalksteen in de provincie Henegouwen, betreffende de beroepenclassificatie en arbeidsvoorwaarden
19 MAART 2023. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 maart 2022, gesloten in het Paritair Subcomité voor het bedrijf der hardsteengroeven en der groeven van uit te houwen kalksteen in de provincie Henegouwen, betreffende de beroepenclassificatie en arbeidsvoorwaarden (1)
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor het bedrijf der hardsteengroeven en der groeven van uit te houwen kalksteen in de provincie Henegouwen;
Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 3 maart 2022, gesloten in het Paritair Subcomité voor het bedrijf der hardsteengroeven en der groeven van uit te houwen kalksteen in de provincie Henegouwen, betreffende de beroepenclassificatie en arbeidsvoorwaarden.
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 19 maart 2023.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor het bedrijf der hardsteengroeven en der groeven van uit te houwen kalksteen in de provincie Henegouwen Collectieve arbeidsovereenkomst van 3 maart 2022 Beroepenclassificatie en arbeidsvoorwaarden (Overeenkomst geregistreerd op 22 juni 2022 onder het nummer 173652/CO/102.01) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied - Classificatie - Uurlonen
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de werknemers van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor het bedrijf der hardsteengroeven en der groeven van uit te houwen kalksteen in de provincie Henegouwen.
Met "werknemers" worden de arbeiders en arbeidsters bedoeld.
Zij heeft tot doel de bestaande collectieve arbeidsovereenkomsten te coördineren en te actualiseren en mag geen afbreuk doen aan de gunstigere ondernemingsovereenkomsten die reeds gesloten zijn, noch aan de gunstigere loonstelsels die effectief worden toegepast.
Art. 2.Classificatie
Uitgeoefende functie -
Categorie -
Artikel -
Dienst -
Ciseleerder
1
7
Mechanisch houwen
Hulparbeider zwaar werk
5
Hulpmagazijnier
5
Hulpmijnwerker
5
Beginnend arbeider
5
Bestuurder auto-hijswerktuig < 10 ton
5
Bestuurder laadmachine op rubberbanden < 35 ton
5
Bestuurder auto-hijswerktuig ? 10 ton
5
Bestuurder laadmachine op rubberbanden ? 35 ton
5
Bestuurder laadmachine, graafmachine of hydraulische kraan
5
Vrachtwagenbestuurder < 20 ton
7
1ste kliefmachinist
7
Kraanman
7
2de legger van kettingen
7
Kraanmachinist
7
Bediener zaagketting (geen zager)
7
Polijster met de machine
7
Bediener boucha/vlammachines
7
1ste legger van kettingen
9
Slijper
7
Mechanisch houwen
Steenzager
7
Mechanisch houwen
Zager mouleerder
7
Mechanisch houwen
Boorder
5
Breker
Springstaafsteker
5
Breker
Bediener diamantbladzaag
12
Magazijnier
14
Steenhouwer
20
Smeerder
7
2de technicus
7
Onderhoudswerkplaats
2de elektricien
7
Onderhoudswerkplaats
2de elektro-mecanicien
7
Onderhoudswerkplaats
Vrachtwagenbestuurder > 20 ton
20
Bediener/regelaar zaagketen
7
Steenhouwer
21
6
Steenhouwer + steenopvuller
21
6
Bediener zaagmachine
21
6
Bediener hydraulische boormachine
21
6
Bediener draadmachine
21
6
(loonschaal idem zager)
Steenklover
4
1ste elektricien
7
Onderhoudswerkplaats
Lasser
7
Onderhoudswerkplaats
Houwer
9
1ste mecanicien
7
1ste elektrotechnicus
7
Bediener breker
5
Brigadier : loon effectief betaald voor de uitgeoefende functie, verhoogd met een minimumbedrag van 0,5953 EUR (op 1 januari 2021) in arbeidsregeling van 39 uren/week, geïndexeerd en geïntegreerd in het loon en gekoppeld aan de uitoefening van de functie van brigadier.
De uurlonen opgenomen in de volgende artikelen van dit hoofdstuk (artikelen 3 tot 9) zijn die welke vastgesteld zijn op 1 januari 2021, volgens de afgevlakte index 107,72.
Ze worden verhoogd met 0,08 EUR/uur op 1 november 2021, ter aanvulling van de koppeling van de lonen aan de evolutie van de afgevlakte gezondheidsindex (cfr. hoofdstuk IV).
Art. 3.Uurlonen in de verschillende arbeidsregelingen
Categorieën
Stelsel van 40 u/week
Productiepremie inbegrepen
Stelsel van 39 u/week
Productiepremie inbegrepen
Stelsel van 38 u/week
Productiepremie inbegrepen
EUR
EUR
EUR
EUR
EUR
EUR
1ste
13,6837
-
14,0345
-
14,4039
-
2de
13,7862
-
14,1397
-
14,5118
-
3de
13,8139
-
14,1681
-
14,5409
-
4de
13,8319
13,9336
14,1865
14,2909
14,5599
14,6670
5de
13,8733
13,9580
14,2290
14,3159
14,6035
14,6926
6de
13,9316
14,0167
14,2889
14,3761
14,6649
14,7544
7de
13,9540
14,0359
14,3117
14,3958
14,6884
14,7746
8ste
13,9854
-
14,3440
-
14,7215
-
9de
14,0281
14,1109
14,3878
14,4727
14,7664
14,8536
10de
14,0565
-
14,4169
-
14,7963
-
11de
14,0907
-
14,4520
-
14,8323
-
12de
14,1073
-
14,4690
-
14,8498
-
13de
14,1253
-
14,4875
-
14,8687
-
14de
14,1716
-
14,5349
-
14,9174
-
15de
14,1725
-
14,5359
-
14,9184
-
16de
14,1894
-
14,5533
-
14,9363
-
17de
14,2306
-
14,5955
-
14,9796
-
18de
14,2500
-
14,6154
-
15,0000
-
19de
14,2681
-
14,6339
-
15,0190
-
20ste
14,3089
-
14,6758
-
15,0620
-
21ste
14,5934
-
14,9677
-
15,3616
-
22ste
15,0595
-
15,4457
-
15,8521
-
23ste
15,2604
-
15,6517
-
16,0636
-
N.B. : onder de bovenstaande lonen wordt verstaan met gereedschap inbegrepen (steenklovers, steenhouwers).
Art. 4.De loonschaal van de steenklover in opleiding is de volgende:
In stelsel 40 uren/week
In stelsel 39 uren/week
In stelsel 38 uren/week
EUR
EUR
EUR
Aanvang (steenhouwers)
14,6109
14,9856
15,3799
Klover 3 maanden
14,7293
15,1070
15,5046
Klover 6 maanden
14,8476
15,2283
15,6291
Klover 9 maanden
14,9663
15,3501
15,7540
Klover 12 maanden
15,1029
15,4901
15,8977
In de "Steengroeven van Henegouwen" moeten de vier trimestriële verhogingen worden verhoogd met 0,0270 EUR.
Art. 5.De onderstaande categorieën worden betaald aan de minimumlonen:
In stelsel 40 uren/week
In stelsel 39 uren/week
In stelsel 38 uren/week
van
tot
van
tot
van
tot
Bestuurder auto-hijswerktuig <10 ton
13,9510
-
14,3087
-
14,6852
-
Bestuurder auto-hijswerktuig ? 10 ton
14,3949
-
14,7638
-
15,1523
-
Bestuurder laadmachine, graafmachine of hydraulische kraan
13,9510
14,5426
14,3087
14,9155
14,6853
15,3080
Bestuurder laadmachine op rubberbanden < 35 ton
13,9510
-
14,3087
-
14,6853
-
Bestuurder laadmachine op rubberbanden ? 35 ton
14,5426
-
14,9155
-
15,3080
-
Personeel dat werkt aan de breekmolen:
In stelsel 40 uren/week
In stelsel 39 uren/week
In stelsel 38 uren/week
van
tot
van
tot
van
tot
Bestuurder van vrachtwagens van < 20 ton
14,4254
-
14,7952
-
15,1847
-
Bestuurder van vrachtwagens van 20 ton en meer
14,7259
-
15,1035
-
15,5010
-
Bediener breekmolen
14,8269
15,0289
15,2070
15,4143
15,6073
15,8200
Boorder - springstaafsteker
14,0526
14,6137
14,4129
14,9884
14,7921
15,3829
Art. 6.De steenopvullers hebben geen vast loon; zij ontvangen een toeslag op hun loon van steenhouwer op het ogenblik waarop zij steenopvullers worden, namelijk:
In stelsel 40 uren/week
In stelsel 39 uren/week
In stelsel 38 uren/week
EUR
EUR
EUR
0,1017
0,1043
0,1070
Art. 7.De lonen van de werknemers van het onderhoudsatelier en van het atelier voor het mechanisch kappen zijn de volgende: a) Onderhoudsatelier
In stelsel 40 uren/week
In stelsel 39 uren/week
In stelsel 38 uren/week
EUR
EUR
EUR
Lasser
14,6676
15,0437
15,4395
1ste elektricien
14,6676
15,0437
15,4395
2de elektricien
14,4602
14,8309
15,2212
1ste machinebankwerker
14,7484
15,1266
15,5247
1ste elektrotechnicus
14,7484
15,1266
15,5247
b) Mechanisch houwen
In stelsel 40 uren/week
In stelsel 39 uren/week
In stelsel 38 uren/week
Ciseleerder
Steenzager
Ciseleerder
Steenzager
Ciseleerder
Steenzager
Aanvang
13,7602
14,0403
15,0437
14,4003
15,4395
14,7792
Na 3 maanden
14,2376
14,2376
14,6027
14,6027
14,9870
14,9870
Na 6 maanden
14,4207
14,7904
15,1796
Na 12 maanden
14,5644
14,4215
14,9379
14,7913
15,3310
15,1805
Na 18 maanden
14,5644
14,9379
15,3310
Elite
14,5994
14,6397
14,9738
15,0151
15,3678
15,4102
(1)
(2)
(1)
(2)
(1)
(2)
Aanvang
14,0341
14,0341
14,3939
14,3939
14,7727
14,7727
Na 3 maanden
14,3305
14,4559
14,6979
14,8265
15,0847
15,2165
Na 12 maanden
14,5059
14,5905
14,8778
14,9646
15,2693
15,3584
Na 18 maanden
14,6393
14,7352
15,0147
15,1113
15,4099
15,5107
Elite
14,7352
14,8180
15,1113
15,1979
15,5107
15,5978
(1) steendraaier, steenzager mouleerder
(2) slijper
Art.8. De non-stop diamantzagers ontvangen: a) ofwel een uurtoeslag van: - 0,0601 EUR in arbeidsregeling van 40 uren/week; - 0,0616 EUR in arbeidsregeling van 39 uren/week; - 0,0632 EUR in arbeidsregeling van 38 uren/week. b) ofwel een premie waarvan het bedrag binnen elke onderneming wordt bepaald.
Art. 9.De werknemers die het brevet van houwer hebben verkregen, ontvangen het volgende loon: - 14,6972 EUR in arbeidsregeling van 40 uren/week; - 15,0741 EUR in arbeidsregeling van 39 uren/week; - 15,4708 EUR in arbeidsregeling van 38 uren/week. HOOFDSTUK II. - Ploegenpremies - verschoven arbeidstijdregelingen
Art. 10.Zonder afbreuk te doen aan de wettelijke bepalingen ter zake, worden de ploegenpremies als volgt vastgesteld op 1 januari 2021, aan de afgevlakte gezondheidsindex 107,72. De ploegenpremies worden geïndexeerd zoals de lonen (cfr. artikel 12). a) in arbeidsregeling van 40 uren/week: - 0,6137 EUR voor de prestaties tussen 6 en 14 uur en die tussen 14 en 22 uur; - 2,2601 EUR voor de prestaties tussen 22 en 6 uur. b) in arbeidsregeling van 39 uren/week: - 0,6294 EUR voor de prestaties tussen 6 en 14 uur en die tussen 14 en 22 uur; - 2,3180 EUR voor de prestaties tussen 22 en 6 uur. c) in arbeidsregeling van 38 uren/week: - 0,6460 EUR voor de prestaties tussen 6 en 14 uur en die tussen 14 en 22 uur; - 2,3790 EUR voor de prestaties tussen 22 en 6 uur.
Deze toeslagen worden toegekend aan de werknemers die werken met verschoven uurrooster, voor zover het tijdsverschil overeenstemt met één van de bestaande pauzes in de onderneming.
In geval van tijdelijke schorsing van het ploegenstelsel, trachten de werkgevers de beoogde werknemers in te zetten in een categorie die overeenstemt met het vorige loon, inclusief toeslag voor ploegarbeid.
Door dit artikel toe te passen worden in sommige ondernemingen de vermeldingen 6 uur, 14 uur en 22 uur respectievelijk vervangen door 5 uur, 13 uur en 21 uur. HOOFDSTUK III. - Premies voor moeilijke werken Deze premies zijn die welke vastgesteld zijn op 1 januari 2021, aan de afgevlakte gezondheidsindex 107,7 2.
Art. 11.a) Werken in een kast of opgehangen boven de grond om een muur te schilderen: uurpremie gelijk aan 20 pct. van het basisloon. b) Herstelling van de brug boven de groeve, beperkt tot de herstelling van de trolleydraden: - uurpremie van 0,1720 EUR in arbeidsregeling van 40 uren/week; - uurpremie van 0,1764 EUR in arbeidsregeling van 39 uren/week; - uurpremie van 0,1810 EUR in arbeidsregeling van 38 uren/week. c) Aanbrengen van een katrol of plaatsen van een koord in de groef van een katrol die aan de muur van de groeve is bevestigd in een kast boven de groeve: - uurpremie van 0,4472 EUR in arbeidsregeling van 40 uren/week; - uurpremie van 0,4587 EUR in arbeidsregeling van 39 uren/week; - uurpremie van 0,4708 EUR in arbeidsregeling van 38 uren/week. d) Werken op een mast tijdens de winter, beperkt tot het werk dat wordt verricht wanneer de arbeid in de groeve wordt stopgezet wegens slecht weer: premie van 0,0750 EUR per uur. De premies die reeds werden toegekend en die gunstiger zijn dan de bovenvermelde premies, blijven van toepassing. HOOFDSTUK IV. - Koppeling van de lonen aan het indexcijfer van de consumptieprijzen
Art. 12.a. Met toepassing van artikel 3bis van het koninklijk besluit van 24 december 1993 ter uitvoering van de wet van 6 januari 1989 tot vrijwaring van 's lands concurrentievermogen, vervangen door de wet van 23 april 2015 tot verbetering van de werkgelegenheid, wordt het indexcijfer van de consumptieprijzen vervangen door de afgevlakte gezondheidsindex. b. De minimumuurlonen, de effectief betaalde lonen, alsook de verschillende premies worden opnieuw gekoppeld aan het afgevlakte gezondheidsindexcijfer van de consumptieprijzen dat maandelijks wordt opgemaakt door de Federale Overheidsdienst Economie, KMO, Middenstand en Energie en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad, behalve uitzonderingen vermeld in deze overeenkomst.
Art. 13.Deze lonen en premies schommelen naar boven of naar onder toe per schijf van 1 pct. van hun waarde voor elke wijziging van het indexcijfer met hetzelfde percentage, waarbij het spilindexcijfer de grondslag is.
De in deze collectieve arbeidsovereenkomst bepaalde lonen en ploegenpremies worden vastgesteld op de afgevlakte gezondheidsindex 107,72.
Het eerste spilindexcijfer naar boven toe is dat wat van toepassing zal zijn, dit is vastgesteld op 108,41. De opeenvolgende spillen naar boven toe zijn dus: 109,49 - 110,58 - 111,69 - 112,81 - 113,94 - 115,08 - 116,23,...
Art. 14.De schommelingen van de in artikel 12 bedoelde lonen en premies gaan in op de eerste dag van de maand die volgt op de maand waarin het spilindexcijfer wordt overschreden. HOOFDSTUK V. - Eindejaarspremie
Art. 15.1° Er wordt een jaarlijkse uitkering toegekend naar verhouding van het aantal gewerkte en gelijkgestelde uren. Zij wordt eveneens toegekend aan de rechthebbenden van een werknemer die overleden is in de loop van het boekjaar, aan de werknemers die in werkloosheid met bedrijfstoeslag of gepensioneerd zijn. Ze wordt ook pro rata temporis uitbetaald aan de arbeiders die de onderneming verlaten met uitzondering van de gevallen van ontslag of ontslag om dringende redenen. 2° Voor de "Steengroeven van Henegouwen" worden de toekenningsvoorwaarden bepaald in een ondernemingsovereenkomst.3° De eindejaarspremie zal 2 002,76 EUR bedragen, referentie berekening: 1 700 gepresteerde en/of gelijkgestelde uren/jaar.4° Deze premie wordt elk jaar betaald vóór 25 december aan het personeel dat aanwezig is op 30 november, behalve in de gevallen bepaald in 1°. Dit bedrag is onderworpen aan de bepalingen betreffende de eindejaarspremie behalve wat de werkloosheidsdagen betreft, aangezien deze gelijkgesteld zijn met arbeidsdagen.
Worden gelijkgesteld met effectief gewerkte uren: - de uren tijdens welke de vakbondsopdrachten worden vervuld; - het bijwonen van officiële of officieuze vergaderingen van het paritair comité of van een verzoeningsbureau; - de uren studie, vakbondsopleiding en opleiding voor de ondernemingsraden, die beperkt zijn tot maximum 80 uren; - het verlies van arbeidsuren ten gevolge van een ongeval op de weg naar het werk, naar rato van 480 uren per jaar; - ongevallen van meer dan 30 kalenderdagen worden betaald door de verzekering (eindejaarspremie inbegrepen), zijn niet gelijkgesteld en worden niet verrekend in de 480 uren per jaar, voor de duur boven de 30 dagen; - ongevallen van minder van 30 kalenderdagen worden door de werkgever gelijkgesteld; - het verlies van arbeidsuren ten gevolge van ziekte, naar rato van 400 uren per jaar; - de bijzondere en specifieke reglementen die in de verschillende ondernemingen van kracht zijn, blijven van toepassing; - de gelijkstelling van dwingende redenen.
Wordt niet gelijkgesteld: ziekte van minder dan 15 opeenvolgende werkdagen.
Het referentiebedrag per uur is het bedrag dat respectievelijk op 31 december 2021 voor het jaar 2021 en op 31 december 2022 voor het jaar 2022 van kracht is.
Art. 16.De werknemers die tijdens de referentieperiode niet meer dan twee dagen ongeoorloofd afwezig zijn, hebben recht op de volledige eindejaarspremie.
Deze premie wordt, per referentiejaar, verminderd als volgt: a) voor 3 tot 5 dagen ongeoorloofde afwezigheid: met 25 pct.; b) voor 6 dagen tot 10 dagen ongeoorloofde afwezigheid: met 50 pct.; c) voor 11 dagen en meer ongeoorloofde afwezigheid: de werknemers hebben geen recht op de premie.
Art. 17.Voor de werknemer die in de loop van het referentiejaar in dienst treedt bij een werkgever, wordt het bedrag van de eindejaarspremie berekend naar verhouding van het aantal gewerkte maanden in de onderneming tijdens het referentiejaar; de dagen ongeoorloofde afwezigheid die in rekening moeten worden genomen worden eveneens vastgesteld naar verhouding van het aantal gewerkte maanden tijdens het referentiejaar. HOOFDSTUK VI. - Stiptheidspremie
Art. 18.De stiptheidspremie wordt berekend op basis van een gemiddeld loon van 12,9702 EUR/uur (in een arbeidsregeling van 39 uren per week).
Voor 2021, naargelang van het aantal dagen dat jaarlijks wordt gewerkt, de werknemers die in totaal afwezig geweest zijn tussen:
Dagen afwezigheid -
Berekening van de eindejaarspremie -
0 en 5
4 uur meer
6 en 10
3 uur meer
11 en 15
2 uur meer
Meer dan 15
0 uur meer
Alle afwezigheden inbegrepen behalve vakbondsopdrachten en economische werkloosheid en/of werkloosheid wegens slechte weersomstandigheden.
Voor 2022 blijft dit stelsel gelden. HOOFDSTUK VII. - Patroonsfeest van de "gedecoreerde werknemers"
Art. 19.Sinds 1993 wordt een jaarlijkse premie van 57,51 EUR toegekend aan alle werknemers onder contract op 8 november die sinds 8 november van het voorgaande jaar minstens 1 dag gepresteerd hebben.
Sinds 1 januari 1994 is deze premie geïndexeerd op basis van het indexcijfer van de maand die aan de betaling voorafgaat. Deze bepaling is niet meer van toepassing geweest sinds de overeenkomst 2005-2006 tot de overeenkomst 2015-2016 inbegrepen.
In 2017 werd deze premie op 95 EUR gebracht, met indexering betreffende de evolutie van de afgevlakte gezondheidsindex tussen de maand november van het jaar dat voorafgaat aan de betaling en de maand oktober van het jaar van de betaling. De betalingen zullen systematisch plaatsvinden in november.
Evolutie van de premie:
-
EUR
1993
57,51
1994
58,08
1995
58,65
1996
59,84
1997
61,03
1998
61,65
1999
70,92
2000
72,68
2001
74,54
2002
75,51
2003
76,71
2004
78,03
2005
78,03
2006
78,03
2007
78,03
2008
78,03
2009
78,03
2010
78,03
2011
78,03
2012
78,03
2013
78,03
2014
78,03
2015
78,03
2016
78,03
2017
95,00
2018
96,77
2019
97,65
2020
98,68
2021
101,18
2022
Te indexeren
De dag van het patroonsfeest van de gedecoreerde werknemers (8 november) wordt uitgesteld als hij op een zaterdag of een zondag valt. HOOFDSTUK VIII. - Zaterdagwerk
Art. 20.De werknemer die door de werkgever wordt opgeroepen om op zaterdag vanaf 6 uur in de ochtend te komen werken, ontvangt een overloon van 35 pct., met uitzondering van: a) het personeel dat in het stelsel van de 6-dagenweek werkt;b) het personeel dat in drie ploegen werkt, waarvoor het overloon op maximaal 40 u/week wordt berekend;c) het personeel dat op zaterdag overuren verricht en het wettelijk overloon geniet. HOOFDSTUK IX. - Terugbetaling van de vervoerskosten
Art. 21.Onverminderd de toepassing van de wettelijke bepalingen betreffende de financiële bijdrage van de werkgever in de prijs van het vervoer van de werknemers, ontvangen de werknemers op 1 januari 2021 een geïndexeerde vergoeding van 0,0933 EUR per effectief gewerkt uur tegen het afgevlakte gezondheidsindexcijfer 107,72.
Voor de werknemers die een productiepremie ontvangen, wordt deze vergoeding afgetrokken van deze premie ten belope van (1 januari 2021 - afgevlakte gezondheidsindex 107,72): - 0,0494 EUR per uur in de regeling van 40 uren/week; - 0,0506 EUR per uur in de regeling van 39 uren/week; - 0,0519 EUR per uur in de regeling van 38 uren/week.
Bij gebruik van het openbaar vervoer en onverminderd de toepassing van de geïndexeerde vergoeding van 0,0933 EUR per effectief gewerkt uur vastgesteld in artikel 21, bedraagt de werkgeversbijdrage 75 pct. van de kostprijs van het weekabonnement van het openbaar vervoer. Er wordt verwezen naar de tarieven van het algemeen barema van collectieve arbeidsovereenkomst nr. 19.
Bij gebruik van zijn eigen vervoermiddel en onverminderd de toepassing van de geïndexeerde vergoeding van 0,0933 EUR per effectief gewerkt uur vastgesteld in artikel 21 in geval van gebruik van het openbaar vervoer, bedraagt de werkgeversbijdrage: - 57 pct. van de werkgeversbijdrage in de kosten van het laatste geïndexeerde weekabonnement van het openbaar vervoer, tot 31 januari 2022; - 70 pct. van de werkgeversbijdrage in de kosten van het laatste geïndexeerde weekabonnement van het openbaar vervoer, van 1 februari 2022 tot 31 januari 2023; - 80 pct. van de werkgeversbijdrage in de kosten van het laatste geïndexeerde weekabonnement van het openbaar vervoer, van 1 februari 2023 tot 31 januari 2024.
Voor de arbeiders die zich met de fiets verplaatsen, gebeurt de terugbetaling volgens de wettelijke bepalingen.
Art. 22.De terugbetaling geschiedt ten minste maandelijks. HOOFDSTUK X. - Werkzekerheid
Art. 23.Sinds 1 januari 2011 is het maximumaantal opeenvolgende arbeidsovereenkomsten van bepaalde duur beperkt tot vier voor een totale tewerkstellingsduur van 24 maanden.
De sociale partners van de sector verbinden zich ertoe om, voor de duur van de overeenkomst, afzonderlijk en gezamenlijk concrete acties te voeren teneinde: a. de sociale dumping te bestrijden;b. ervoor te zorgen dat de publieke overheden bestekken aannemen die sociale en leefmilieugebonden clausules omvatten;c. de sector te promoten. Deze acties zullen de activiteit in de sector bevorderen en zullen het dus mogelijk maken om de huidige werkgelegenheid zo goed mogelijk te handhaven.
Mocht de toestand verslechteren, zullen de werkgevers er in de mate van het mogelijke voor zorgen om, na overleg tussen de partijen, een beurtregeling op te stellen voor het tijdelijk werkloos personeel om economische redenen, om de gevolgen ervan voor de betrokken werknemers te beperken.
Indien een onderneming in de toekomst onvermijdelijk met ernstige economische moeilijkheden te maken krijgt, brengt de directie van deze onderneming de vakbondsafgevaardigden hiervan vooraf op de hoogte en wint zij hun advies in over de maatregelen die volgens haar op sociaal niveau moeten worden genomen.
Tijdens het overleg dat hierop volgt, bevelen de partners in het kader van de voorgenomen maatregelen aan dat de wet van 26 maart 1999Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/03/1999 pub. 01/04/1999 numac 1999012205 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid Wet betreffende het Belgisch actieplan voor de werkgelegenheid 1998 en houdende diverse bepalingen sluiten betreffende het Belgische actieplan voor de werkgelegenheid 1998 en houdende diverse bepalingen (Belgisch Staatsblad van 1 april 1999) onder de loep wordt genomen. HOOFDSTUK XI. - Arbeidsduur
Art. 24.Sinds 1 juli 2005 bestaan er vier arbeidsregelingen: a) arbeidsregeling van 40 uren/week met toekenning van 18 inhaalrustdagen;b) arbeidsregeling van 39 uren/week met toekenning van 12 inhaalrustdagen;c) arbeidsregeling van 38 uren/week met toekenning van 6 inhaalrustdagen;d) arbeidsregeling van 37 uren/week zonder toekenning van inhaalrustdagen. HOOFDSTUK XII. - Opleidingsvergoeding
Art. 25.Voor 2021 wordt een jaarlijkse opleidingsvergoeding toegekend van 120,27 EUR, verhoogd met 5,5 pct. voor administratiekosten.
Voor 2022 bedraagt deze vergoeding 120,27 EUR, die in de loop van het jaar moet worden uitbetaald (bovenop de administratiekosten).
Overeenkomstig hoofdstuk XVII van deze collectieve arbeidsovereenkomst, worden deze vergoedingen gestort aan het "Sociaal Fonds voor de werklieden van het groefbedrijf". HOOFDSTUK XIII. - Vakbondsopdracht en -opleiding
Art. 26.Het krediet toegekend voor de opleidingscursussen bedraagt 5 dagen per jaar en per effectief of plaatsvervangend afgevaardigde in het comité voor preventie en bescherming op het werk en in de ondernemingsraad.
Dit krediet vormt een totaal dat de vakorganisaties kunnen aanwenden, in overeenstemming met de in het paritair subcomité vertegenwoordigde werkgevers.
De afgevaardigden beschikken over de nodige tijd voor het uitoefenen van hun vakbondstaken.
Als deze taken een bezoek buiten de onderneming vergen, zal de vakbondssecretaris, voor zover mogelijk, de werkgever hiervan binnen een redelijke termijn op de hoogte brengen.
De vakbondstaken buitenshuis worden uitgebreid om het voor de afgevaardigden mogelijk te maken om de begrafenis bij te wonen van ouders en verwanten in de eerste graad van een werknemer en dit ongeacht het statuut van deze laatste.
Bij een interne opdracht moeten de afgevaardigden hun hiërarchische oversten hiervan op de hoogte brengen. HOOFDSTUK XIV. - Vergoedingen voor arbeidsongevallen
Art. 27.De vergoedingen voor arbeidsongevallen zullen worden betaald zodra de verzekeringsinstelling het ongeval heeft erkend en tijdens dezelfde periodes als die welke gelden voor de betaling van de lonen. HOOFDSTUK XV. - Hospitalisatieverzekering
Art. 28.De werkgever verbindt zich ertoe een sectorale hospitalisatieverzekering (collectief contract) te onderschrijven voor alle werknemers met minstens één jaar anciënniteit in de sector.
Vanaf 1 januari 2021 bedraagt de jaarlijkse tegemoetkoming van de werkgever 208,68 EUR per werknemer.
De werkgevers komen, tijdens de duur van deze collectieve arbeidsovereenkomst, voor 100 EUR tegemoet in de franchise (voor de werknemer en de rechthebbende leden van zijn gezin), voor één ongeval per schadejaar.
De werkgevers zullen een markttour organiseren met de verzekeraars en zullen uiterlijk op het einde van het 1ste semester 2022 terugkomen naar de vakorganisaties.
De waarborg aan de bruggepensioneerden wordt uitgebreid met de gelijkwaardige franchisemogelijkheden tot de actieve werknemers op vrijwillige basis, uiterlijk op de datum waarop het brugpensioen ingaat. HOOFDSTUK XVI. - Cadeaucheque
Art. 29.Vanaf 2013 ontvangen alle werknemers die in het personeelsregister zijn ingeschreven en die in de loop van het referentiejaar 1 dag gepresteerd hebben, ter gelegenheid van Sint-Niklaas, elk jaar een geschenkcheque van 35 EUR. Deze cheque vervangt de cheque die tevoren werd toegekend ter gelegenheid van het feest van de Franse Gemeenschap. HOOFDSTUK XVII. - Vakbondspremie
Art. 30.Vanaf het boekjaar 2018 verbinden de werkgevers zich ertoe om uiterlijk op 31 januari van het volgende jaar aan de V.Z.W. "Sociaal Fonds voor de werklieden van het groefbedrijf" waarvan de zetel gevestigd is te Brussel, Hoogstraat 26-28, een bedrag te storten van 145 EUR per jaar + administratieve kosten per werknemer die op 31 december van het voorgaande jaar effectief in het personeelsregister is ingeschreven alsmede voor de bruggepensioneerde werknemers.
Voor iedere werknemer die tijdens de referteperiode meer dan één jaar afwezig is, stort de onderneming niet in het fonds. Met dit bedrag kan het sociaal fonds aan de werknemers een premie van 145 EUR toekennen.
Deze bedragen worden niet geïndexeerd.
Art. 31.De storting die per werkgever en per onderneming geschiedt, is afhankelijk van de naleving van de voorwaarden betreffende de verzoenings- en opzeggingsprocedures in geval van stopzetting van de arbeid en zij wordt verricht wanneer het werk in de onderneming noch collectief, noch individueel wordt belemmerd.
Elke actie die tot gevolg heeft dat de in het 1ste lid van dit artikel vermelde punten niet in acht worden genomen, kan leiden tot een vermindering met een vierde van de storting; de beslissing van de werkgever wordt slechts genomen nadat er in aanwezigheid van de vertegenwoordigers van de vakorganisaties een onderzoek is verricht.
Art. 32.De premie wordt aan de gerechtigden betaald via de V.Z.W. "Sociaal Fonds voor de werklieden van het groefbedrijf", waarvan de zetel gevestigd is te Brussel, Hoogstraat 26-28, en wordt door dit fonds pro rata temporis verdeeld aan de werknemers die lid zijn van één van de drie erkende vakorganisaties en die zijn tewerkgesteld in de hardsteengroeven op 31 december, alsook aan de gepensioneerde werknemers, aan de bruggepensioneerde werknemers, aan de werknemers die om economische redenen ontslagen worden, aan de werknemers die een individuele opleiding in de onderneming volgen, alsmede aan de rechthebbenden van de tijdens het refertejaar overleden werknemers.
Art. 33.De rekeningen van de V.Z.W. "Sociaal Fonds voor de werklieden van het groefbedrijf" worden, voor goedkeuring eenmaal per jaar en uiterlijk op 1 juni, voorgelegd aan de vertegenwoordiger van de werkgevers en aan het Paritair Subcomité voor het bedrijf van de hardsteengroeven en van de groeven van uit te houwen kalksteen in de provincie Henegouwen. HOOFDSTUK XVIII. - Tijdelijke werkloosheid
Art. 34.Onverminderd de bepalingen van de artikelen 27 en 50 van de wet van 3 juli 1978Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/1978 pub. 03/07/2008 numac 2008000527 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten type wet prom. 03/07/1978 pub. 12/03/2009 numac 2009000158 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten sluiten betreffende de arbeidsovereenkomsten (Belgisch Staatsblad van 22 augustus 1978), hebben de in artikel 1 bedoelde werknemers, ten laste van hun werkgever, recht op de betaling van een dagelijkse uitkering in geval van volledige of gedeeltelijke schorsing van de arbeid wegens tijdelijke werkloosheid.
Art. 35.Met ingang van 1 januari 2013 waarborgt de aanvullende werkloosheidsuitkering 90 pct. van het netto dagloon (premies inbegrepen), verhoogd met het werkgeversaandeel van het maaltijdticket.
Voor de werknemers die geen recht hebben op de werkloosheidsuitkeringen, trachten de werkgevers, voor zover mogelijk, hen te werk te stellen voor verschillende taken die aangepast zijn aan de omstandigheden van het ogenblik. Ingeval zij niet kunnen worden tewerkgesteld, wordt de aanvullende uitkering berekend ten opzichte van een theoretische werkloosheidsuitkering, dit wil zeggen die welke zij zouden hebben ontvangen als rechthebbende.
Art. 36.De beslissing om het werk al dan niet stop te zetten, wordt genomen door de werkgever (in geval van stopzetting, door gebruikelijke aanplakking medegedeeld aan het personeel) die de moeilijkheden in verband met het werk beoordeelt en die alle mogelijke informatie inwint binnen en buiten de firma over de waarschijnlijke evolutie van de technische en klimatologische omstandigheden.
In geval van betwisting wordt deze beslissing genomen na rechtstreeks contact met de hoofdafgevaardigde van de werklieden - daar waar er één bestaat - met een afgevaardigde van het comité voor preventie en bescherming op het werk en, indien nodig, na paritaire vergadering van de afgevaardigden van de werkgevers en van de werklieden van de ondernemingen van het bekken. Deze vergadering wordt dringend bijeengeroepen, de dag zelf indien mogelijk.
Wanneer de beslissing tot stopzetting van het werk genomen is, is de informatie beschikbaar op het telefonisch antwoordapparaat dat hiervoor ter beschikking is ten laatste om 21 uur.
De beslissing tot werkhervatting en de datum van deze hervatting worden aan het personeel medegedeeld volgens dezelfde procedure.
Art. 37.De oorzaken buiten de onderneming, zoals de gedeeltelijke of totale immobilisatie van de vervoermiddelen, de schorsing van de arbeid bij de leveranciers of de aankopers, mogen geen aanleiding geven tot de betaling van de uitkering als de onderneming, waarvan het werk werd stopgezet enkel wegens deze redenen buiten de onderneming, haar personeel uit dien hoofde werkloos maakt.
Art. 38.De dagelijkse uitkering vermeld in artikel 35 is enkel verschuldigd aan de werknemers bedoeld in deze overeenkomst als, tijdens de uren die onmiddellijk voorafgaan aan de stopzetting van het werk (bijvoorbeeld: de dag tevoren), zij persoonlijk de nodige goede wil hebben aangetoond in de klimatologische omstandigheden die bemoeilijkt zijn door sneeuw, vorst of ijzel.
In het bijzonder, in geval van sneeuw en/of ijzel tijdens deze uren, moet het personeel hebben aanvaard om de doorgangs- en werkplaatsen vrij te maken zodat er kan worden voortgewerkt tot aan de door de werkgever bevolen schorsing. Deze prestaties moeten worden uitgevoerd in de normale omstandigheden inzake veiligheid voor de betrokkenen.
Art. 39.De uitkering wordt niet toegekend voor de vorst-, sneeuw- of ijzeldagen die voorkomen in de periode van staking of lock-out.
Art. 40.In geval van noodzaak en zonder dat dit systematisch gebeurt, heeft de werkgever de mogelijkheid om de werknemers bedoeld in artikel 35 te werk te stellen in een andere sector die niet getroffen is door slecht weer en/of economische redenen, in jobs overeenkomstig hun capaciteiten.
Art. 41.Een aanvullende uitkering, berekend op 2,5 pct. van het normaal netto dagloon, wordt enkel betaald in geval van werkloosheid wegens slecht weer.
Deze toeslag compenseert het effect van niet-gelijkstelling van de verloren dagen door slecht weer door de "Jaarlijkse vakantiekas" voor de periode van 1 januari tot 31 december van het vorige jaar.
Deze toeslag wordt betaald bij de eerste betaling die volgt op 30 juni.
Deze uitkering wordt verhoogd met 5 pct. van het normaal netto dagloon voor de arbeiders die, op het ogenblik van het slecht weer, een loon genieten dat lager is dan dat van de eerste categorie van de loonschaal.
Art. 42.De werknemers bedoeld in artikel 35 hebben recht op de betaling van de uitkering voor zover: a) zij zonder onderbreking ten dienste zijn gebleven van hun werkgever in dezelfde onderneming gedurende ten minste een maand die onmiddellijk voorafgaat aan de stopzetting van het werk in de onderneming;b) zij, vóór de betalingsdatum van de uitkering geen opzegging van de arbeidsovereenkomst hebben ingediend of ontslag om dringende reden hebben gekregen van hun werkgever.
Art. 43.De uitkering wordt rechtstreeks aan de werknemer betaald door de werkgever die hem tewerkstelt.
De uitkering wordt betaald op de gebruikelijke uitbetalingsdag van de lonen die betrekking hebben op de periode in de loop waarvan het werk werd stopgezet of op een overeen te komen datum tussen de werkgever en de vakbondsafvaardiging.
Art. 44.Duur van de vergoeding De uitkeringen vastgesteld in hoofdstuk XVIII zijn verschuldigd ten belope van maximaal 220 werkdagen per kalenderjaar, in een stelsel van vijf dagen per week. HOOFDSTUK XIX. - Anciënniteitsverlof
Art. 45.Met ingang van 1 januari 2022 wordt een betaalde verlofdag jaarlijks toegekend aan de werknemer, op de verjaardag van zijn indiensttreding, na 6 jaar anciënniteit in de onderneming, vervolgens een dag per 5 jaar anciënniteit (6 keer, na 11, 16, 21, 26, 31, 36 jaar) met een maximum van 7 dagen per jaar. Langdurig zieken hebben geen recht op dit verlof.
Wat de uitzendkrachten betreft en de werknemers met een overeenkomst voor bepaalde tijd, wordt de totale duur van de prestaties in rekening genomen voor de berekening van de anciënniteitsverlofdagen.
Als de werknemer een onderneming verlaat voor een andere onderneming van deze sector, met een onderbreking van minder dan 8 dagen, en ongeacht het statuut van de werknemer, wordt de totale duur van de prestaties in rekening genomen voor de berekening van de anciënniteitsverlofdagen. HOOFDSTUK XX. - Geval van overlijden
Art. 46.Een vergoeding van 2 974,72 EUR wordt gestort aan de persoon die de begrafeniskosten op zich neemt van een werknemer die overleden is ten gevolge van een arbeidsongeval, of op weg naar het werk.
De gerechtigde verstrekt een getuigschrift van overlijden en een attest van het ziekenfonds dat bewijst dat hij de gerechtigde is. HOOFDSTUK XXI. - Beperking van het beroep op externe firma's
Art. 47.De sociale partners wensen de tewerkstelling van de werknemers in de sector te bevoordelen.
De werkzaamheden die gewoonlijk een permanent karakter hebben worden, voor zover mogelijk, niet onderaanbesteed.
Ingeval moeilijkheden zouden ontstaan in termen van aanstelling, verbinden de werkgevers zich ertoe om de onderaanbesteding opnieuw te bespreken en verbinden zij zich ertoe om een aangepaste herinschakeling voor te stellen, mits het personeel wordt opgeleid.
De directies van de ondernemingen, verantwoordelijk voor het beheer en het beroep op onderaanbesteding, erkennen het recht op informatie van het personeel en van zijn vertegenwoordigers.
Zij verbinden zich ertoe om de dialoog met de vertegenwoordigers van het personeel te verbeteren door de respectieve rol van de vakbondsafvaardiging en van de ondernemingsraad te bevoordelen.
De directies zorgen voor de voorafgaande informatie voor alle bekende en geplande werkzaamheden.
De bijzondere modaliteiten van de informatieprocedure en van de inhoud van de informatie worden plaatselijk gepreciseerd met naleving van de reeds bestaande praktijken.
De collectieve arbeidsovereenkomst nr. 53, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, zal worden nageleefd (koninklijk besluit van 2 april 1993, Belgisch Staatsblad van 29 april 1993). HOOFDSTUK XXII. - Bevordering van de tewerkstelling
Art. 48.De partijen komen overeen om vanaf 2018 0,50 pct. van de loonmassa aangegeven aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, toe te wijzen aan het "Centre de formation aux métiers de la pierre" (CEFOMEPI).
De opdrachten van het CEFOMEPI kunnen worden uitgebreid tot de technische en onderhoudsopleiding ten belope van 0,15 pct. voor een opleiding die specifiek is voor de onderneming.
Een opleidingspaspoort zal aan elke werknemer worden verstrekt, waarin de formele opleidingen worden vermeld die door externe instellingen werden gegeven. Een werkgroep zal worden opgericht teneinde, vóór het einde van het jaar 2022, de verbintenis van de sector om zich aan te sluiten bij het vereiste opleidingstraject af te maken, terwijl de opleidingsplannen moeten worden bepaald en geëvalueerd in de OR. Voor de jaren 2021 en 2022 is de verbintenis gemiddeld 5 dagen opleiding over de 2 jaren, per voltijds equivalent. HOOFDSTUK XXIII. - Maaltijdcheques
Art. 49.Een maaltijdcheque per effectieve arbeidsdag zal worden toegekend aan elke werknemer.
Op 1 januari 2021 bedraagt de nominale waarde van de maaltijdcheque minimaal 6,39 EUR voor alle werknemers.
Het aandeel van de werknemer bedraagt 1,09 EUR per maaltijdcheque. Dit aandeel zal worden ingehouden op de betalingsfiche volgens de te bepalen modaliteiten in elke onderneming.
De maalitijdcheque wordt op naam van de werknemer afgeleverd. Om aan deze voorwaarde te voldoen, zullen de toekenning van de maaltijdcheques evenals de gegevens hierover op de individuele rekening van de werknemer vermeld staan. HOOFDSTUK XXIV. - Ecocheques
Art. 50.In 2021 zullen ecocheques voor een totaalbedrag van 150 EUR worden toegekend aan alle werknemers die ten minste één dag hebben gewerkt in 2021, op de datum van de toekenning. HOOFDSTUK XXV. - Terugkeer naar het werk
Art. 51.De ondernemingen van de sector zullen de herinschakelingsplannen uitwerken voor langdurig zieken die geschikt verklaard zijn om het werk te hervatten, en daarbij telkens als het mogelijk is het recht vragen op de overheidspremies die het mogelijk maken om de werkpost aan te passen en/of het opvangen van het rendementsverlies, zodanig dat de productiviteit voldoende blijft. HOOFDSTUK XXVI. - Wettelijk kader
Art. 52.De bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst houden rekening met de maatregelen die zijn opgenomen in het koninklijk besluit van 30 juli 2021 houdende uitvoering van artikel 7, § 1 van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen (Belgisch Staatsblad van 9 augustus 2021), dat de maximale marge voor de loonkostenontwikkeling voor de jaren 2021 en 2022 bepaalt. HOOFDSTUK XXVII. - Clausule sociale vrede
Art. 53.De vakorganisaties verbinden zich ertoe om de sociale vrede na te leven tijdens de duur van dit akkoord. HOOFDSTUK XXVIII. - Verlenging van de vorige akkoorden
Art. 54.De vorige akkoorden die niet worden gewijzigd door deze collectieve arbeidsovereenkomst, blijven van toepassing. HOOFDSTUK XXIX. - Werknemers met verminderde bekwaamheid
Art. 55.Na raadpleging van de sociale organen en voor zover mogelijk, zal men prioriteit geven aan de indienstneming, integratie en aan het werk houden van personen met verminderde mentale en/of fysieke bekwaamheid die al dan niet het gevolg zijn van een (arbeids)ongeval of een (beroeps)ziekte. HOOFDSTUK XXX. - Groepsverzekering
Art. 56.Een werkgeversbijdrage gelijk aan 1 pct. van de loonmassa wordt uitgetrokken voor de groepsverzekering van de sector. HOOFDSTUK XXXI. - Carensdag
Art. 57.De carensdag is afgeschaft sinds 9 december 2013. HOOFDSTUK XXXII. - Toenadering van de statuten
Art. 58.De werkgevers zullen een stand van zaken mededelen waarin de sectorale tewerkstellingsvoorwaarden voor arbeiders en bedienden worden vergeleken. HOOFDSTUK XXXIII. - Toepassing van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 104 van de Nationale Arbeidsraad
Art. 59.De partijen verbinden zich ertoe om een kadaster op te maken van de functies volgens de zwaarte ervan met het oog op het loopbaanbeheer, met een bijzondere aandacht voor de problematiek van een draaglijk einde van de loopbaan. HOOFDSTUK XXXIV. - Onderhandelingen mogelijk in onderneming
Art. 60.Als aanvulling bij de sectorale akkoorden opgenomen in deze overeenkomst, geven de ondernemingen van de sector elkaar de mogelijkheid om binnen de onderneming te onderhandelen over een premie tot 150 EUR netto in een vorm die in de onderneming wordt bepaald en betaalbaar vóór 31 december 2022. HOOFDSTUK XXXV. - Geldigheidsduur
Art. 61.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2021 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2022.
Art. 62.Conform artikel 14 van de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités worden, voor wat betreft de ondertekening van deze collectieve arbeidsovereenkomst, de handtekeningen van de personen die deze aangaan namens de werknemersorganisaties enerzijds en namens de werkgeversorganisaties anderzijds, vervangen door de notulen van de vergadering die zijn ondertekend door de voorzitter en de secretaris en goedgekeurd door de leden.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 19 maart 2023.
De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE