gepubliceerd op 14 mei 2008
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 juli 2007, gesloten in het Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw, betreffende de eindejaarspremie (1)
19 MAART 2008. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 juli 2007, gesloten in het Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw, betreffende de eindejaarspremie (sector monteerders) (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw;
Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 9 juli 2007, gesloten in het Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw, betreffende de eindejaarspremie (sector monteerders).
Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 19 maart 2008.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, J. PIETTE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw Collectieve arbeidsovereenkomst van 9 juli 2007 Eindejaarspremie (sector monteerders) (Overeenkomst geregistreerd op 2 oktober 2007 onder het nummer 84990/CO/111) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en werklieden van de ondernemingen welke bruggen en metalen gebinten monteren, die onder het Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw ressorteren, met uitzondering van die welke tot de sector van de ondernemingen der metaalverwerking behoren.
Onder "ondernemingen welke bruggen en metalen gebinten monteren" worden verstaan : de firma's die gespecialiseerd zijn in het monteren, demonteren, afbreken op openluchtwerven van metalen gebinten en onderdelen van bruggen, reservoirs, gashouders, zwaar ketelwerk, bestanddelen van zware machinebouw, petroleuminstallaties, alsmede het hanteren van zware stukken en het optrekken van metalen stellingen.
Deze ondernemingen werken doorgaans voor rekening van de firma's welke het in vorig lid vermeld materiaal hebben vervaardigd of voor deze die het hebben gekocht en het gebruik ervan hebben.
Deze collectieve arbeidsovereenkomst is eveneens van toepassing op de werkgevers en de werklieden van de ondernemingen, met uitzondering van deze die ressorteren onder het Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw, waarvan de hoofdactiviteit bestaat uit : - het verhuren van diensten en/of materieel voor het uitvoeren van allerlei hijswerken; - het uitvoeren van allerlei hijswerken; en die onder het Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw ressorteren, paritaire sectie monteerders.
Art. 2.Onder "arbeiders" wordt verstaan : de mannelijke en vrouwelijke arbeiders. HOOFDSTUK II. - Voorwerp
Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt en coördineert de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 juli 2003 inzake de eindejaarspremie, algemeen verbindend verklaard door koninklijk besluit van 12 mei 2004, waarvan publicatie in het Belgisch Staatsblad van 23 juni 2004 (registratienummer : 67066/CO/111.03). HOOFDSTUK III. Algemeen verbindend verklaring
Art. 3.Ondertekenden partijen vragen dat deze collectieve arbeidsovereenkomst zo vlug mogelijk bij koninklijk besluit algemeen verbindend wordt verklaard. HOOFDSTUK IV. - Eindejaarspremie
Art. 4.Bedrag en basis voor de berekening ervan 4.1. Die eindejaarspremie wordt vastgesteld op 8,33 pct. van het jaarlijks brutoloon : - met uitsluiting van het loon gewaarborgd in geval van ziekte doch met inbegrip van het normaal loon dat overeenkomt met de eerste veertien kalenderdagen van afwezigheid wegens ziekte, voor zover het om een ononderbroken periode gaat en mits de belanghebbende een anciënniteit heeft van minstens 1 jaar in de onderneming. Het normaal loon dat in aanmerking dient genomen, is gelijk aan het loon dat voor effectief gewerkte dagen zou worden betaald; - met uitsluiting van het loon voor bijkomende prestaties; - vermeerderd met de volgende elementen : * het normaal loon dat overeenkomt met alle afwezigheidsdagen te wijten aan een arbeidsongeval, voor zover belanghebbende in het refertejaar minstens vier weken arbeidsprestaties heeft verricht; * met het normaal loon voor afwezigheidsdagen ter gelegenheid van familiegebeurtenissen of voor vervulling van staatsburgerlijke verplichtingen of van burgerlijke opdrachten; * met het normaal loon voor wettelijke feestdagen; * het normaal loon voor afwezigheidsdagen tijdens de periode van schorsing van de arbeidsovereenkomst wegens zwangerschaps- en bevallingsrust; * het normaal loon voor de uren gepresteerd in het kader van de overbruggingstijd voorzien in het koninklijk besluit van 11 januari 2001 (Belgisch Staatsblad van 24 januari 2001). 4.2. Het loon dat wordt uitbetaald naar aanleiding van compensatiedagen voor overwerk of naar aanleiding van arbeidsduurvermindering of inhaalrustdagen maakt integraal deel uit van het jaarlijks brutoloon dat in aanmerking moet worden genomen bij de berekening van de eindejaarspremie.
Art. 5.Ogenblik van de betaling Het bedrag van de eindejaarspremie of het saldo van het bedrag, indien er bij voorschotten wordt betaald, wordt uitgekeerd in de loop van de maand januari welke volgt op het refertejaar, behalve voor de arbeiders die de onderneming verlaten ten gevolge van een onder artikel 5.3. bepaalde situatie.
Art. 6.Rechthebbenden 6.1. Dat bedrag is verschuldigd aan de werklieden die in het personeelsregister van de onderneming op 31 december van het refertejaar ingeschreven zijn. 6.2. De rechthebbenden van een tijdens het refertejaar overleden werkman, hebben recht op de eindejaarspremie naar rata van het brutoloon dat betrokkene ontvangen heeft. 6.3. Het percentage van 8,33 pct. wordt volgens dezelfde regeling als onder artikel 3 toegepast op het loon van het refertejaar : - in geval van afdanking anders dan om dringende redenen; - in geval van opzegging gegeven door de werkman tijdens de periode van zijn in gedeeltelijke werkloosheidsstelling; - in geval van einde van een contract van bepaalde duur of voor een duidelijk omschreven werk, of van tijdelijke arbeid in de zin van de collectieve arbeidsovereenkomst nummer 36 van de Nationale Arbeidsraad van 27 november 1981 houdende conservatoire maatregelen betreffende de tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter beschikking stellen van werknemers ten behoeve van gebruikers of van een vervangingsovereenkomst; - in geval van opzegging door de werkman vanaf 1 juli 2007, voor zover deze minstens 20 jaar anciënniteit heeft in de onderneming.
In de voornoemde gevallen geschiedt de betaling van de premie op het ogenblik van het vertrek van de werkman. 6.4. De werkman die de sector van de ondernemingen welke bruggen en metalen gebinten monteren niet verlaat gedurende het refertejaar en die tewerkgesteld is geweest bij verschillende werkgevers die onder deze sector ressorteren, ontvangt van elk van hen een gedeelte van de eindejaarspremie dat evenredig is aan de aanwezigheid in de ondernemingen. 6.5. Evenzo ontvangt de werkman, die zijn werkgever verlaat gedurende het refertejaar, doch in dienst van diezelfde werkgever terugkeert, een eindejaarspremie welke evenredig is aan zijn gecumuleerde prestaties, voor zover hij aanwezig is bij deze werkgever op 31 december van het refertejaar. 6.6. Werklieden die de onderneming verlaten om brugpensioen of pensioen wegens het einde van een arbeidsovereenkomst van bepaalde duur of van een stage-overeenkomst hebben recht op een eindejaarspremie naar rata van het brutoloon dat betrokkene ontvangen heeft in de referteperiode. In voornoemde gevallen geschiedt de betaling van de premie op het ogenblik van het vertrek van de arbeider.
Art. 7.Begrip refertejaar Voor de toepassing van de voormelde bepalingen, dient "refertejaar" te worden verstaan als het kalenderjaar dat aan de uitbetaling van de premie vooraf gaat. HOOFDSTUK V. - Duur
Art. 8.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 juli 2007 en is gesloten voor onbepaalde duur. Zij kan door een van de partijen worden opgezegd mits een opzegging van drie maand bij een ter post aangetekende brief gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 19 maart 2008.
De Minister van Werk, J. PIETTE