Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 19 juli 2005
gepubliceerd op 17 augustus 2005

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 mei 2001, gesloten in het Paritair Subcomité voor de edele metalen, betreffende het nationaal akkoord 2001-2002

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2005012217
pub.
17/08/2005
prom.
19/07/2005
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

19 JULI 2005. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 mei 2001, gesloten in het Paritair Subcomité voor de edele metalen, betreffende het nationaal akkoord 2001-2002 (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de edele metalen;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 8 mei 2001, gesloten in het Paritair Subcomité voor de edele metalen, betreffende het nationaal akkoord 2001-2002.

Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 19 juli 2005.

ALBERT Van Koningswege : Voor de Minister van Werk, afwezig : De Minister van Begroting en Overheidsbedrijven, J. VANDE LANOTTE _______ Nota Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.

Bijlage Paritair Subcomité voor de edele metalen Collectieve arbeidsovereenkomst van 8 mei 2001 Nationaal akkoord 2001-2002 (Overeenkomst geregistreerd op 11 januari 2002 onder het nummer 60532/CO/149.03) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Toepassingsgebied Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers, arbeiders en arbeidsters van de ondernemingen die ressorteren onder de bevoegdheid van het Paritair Subcomité voor de edele metalen.

Voor de toepassing van dit akkoord wordt onder "arbeiders" verstaan : de mannelijke en vrouwelijke werklieden. HOOFDSTUK II. - Kader

Art. 2.Voorwerp Deze overeenkomst is gesloten met het oog op de bevordering van de tewerkstelling in de sector, in uitvoering van het interprofessioneel akkoord 2001-2002, gesloten op 22 december 2000.

Dit nationaal akkoord wordt neergelegd op de Griffie van de Dienst van de collectieve arbeidsbetrekkingen van het Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid overeenkomstig de bepalingen van het koninklijk besluit van 7 november 1969 tot vaststelling van de collectieve arbeidsovereenkomsten.

De algemeen verbindend verklaring bij koninklijk besluit van dit nationaal akkoord wordt gevraagd. HOOFDSTUK III. - Inkomenszekerheid

Art. 3.Koopkracht Afdeling 1. Verhoging van de effectieve en de minimumuurlonen :

- op 1 juli 2001 worden alle effectieve en minimumuurlonen verhoogd met 1 pct. (regime 38-uren/week); - op 1 januari 2002 worden alle effectieve en minimumuurlonen verhoogd met 1 pct. (regime 38-uren/week); - op 1 oktober 2002 worden alle effectieve en minimumuurlonen verhoogd met 1 pct. (regime 38-uren/week).

De collectieve arbeidsovereenkomst betreffende de uurlonen van 24 juni 1999 zal in die zin worden aangepast voor onbepaalde duur. Afdeling 2. Indexering

Conform artikel 6 van de collectieve arbeidsovereenkomst betreffende de loonvorming van 24 juni 1999 worden op 1 mei 2001 en 1 mei 2002 de minimumuurlonen en de effectieve uurlonen aangepast aan de reële index.

Art. 4.Vervoerskosten De ondertekenende partijen bevestigen dat vanaf 1 april 2001 - rekening houdend met het interprofessioneel akkoord 2001-2002 van 22 december 2000, rekening houdend met de collectieve arbeidsovereenkomst 19sexies en conform de collectieve arbeidsovereenkomst betreffende de vervoerskosten van 24 juni 1999 - de tussenkomst van de werkgever in de vervoerskosten voor een arbeider die beroep doet op : - het vervoer per spoor; - een ander gemeenschappelijk openbaar vervoer; - gemengde vervoermiddelen; - andere vervoermiddelen; wordt berekend op basis van het barema dat is opgenomen als bijlage van het koninklijk besluit dat getroffen wordt in uitvoering van de wet van 27 juli 1962 tot vaststelling van het bedrag van de werkgeversbijdrage in het verlies geleden door de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen ingevolge de uitgifte van abonnementen voor werklieden en bedienden, voor het aantal kilometers dat overeenkomt met de afstand tussen de verblijfplaats van de werknemer en de onderneming.

Art. 5.Eindejaarspremie Om eenduidigheid te bekomen in een aantal begrippen opgenomen in de collectieve arbeidsovereenkomst betreffende de eindejaarspremie van 24 juni 1999 zal deze collectieve arbeidsovereenkomst voor onbepaalde duur worden aangepast.

Art. 6.Fonds voor bestaanszekerheid Vanaf 1 juli 2002 tot en met 30 juni 2004 wordt een bijzondere tijdelijke bijdrage van 0,50 pct. geïnd.

Hiertoe zal een collectieve arbeidsovereenkomst inzake bijzondere bijdrage aan het fonds voor bestaanszekerheid worden opgemaakt. HOOFDSTUK IV. - Werkzekerheid

Art. 7.Werkzekerheidsclausule en meervoudig ontslag De collectieve arbeidsovereenkomst betreffende de werkzekerheid van 24 juni 1999 wordt voor onbepaalde duur verlengd en zal in die zin worden aangepast.

Art. 8.Sectorale tewerkstellingscel Binnen de bestaande Educam-werking zal een sectorale tewerkstellingscel worden ingevoerd.

Deze cel dient zich in eerste instantie te richten op het afstemmen van vraag en aanbod in de sector (onder meer via een vacaturebank).

In tweede instantie dient de wedertewerkstellingsbegeleiding van met ontslag bedreigde of ontslagen werknemers - met inbegrip van aanvullende opleidingen en begeleiding in het sollicitatietraject - het behoud van tewerkstelling binnen de sector mogelijk maken.

Een paritaire werkgroep zal in de schoot van Educam deze sectorale tewerkstellingscel binnen de duurtijd van het akkoord verder uitwerken.

Art. 9.Contracten bepaalde duur en uitzendarbeid § 1. De collectieve arbeidsovereenkomst inzake meldingsplicht contracten van bepaalde duur en uitzendarbeid van 24 juni 1999 zal worden verlengd vanaf 1 januari 2001 tot en met 31 december 2002. § 2. Teneinde oneigenlijk gebruik van uitzendarbeid te weren uit de sector worden uitzendcontracten omwille van tijdelijke vermeerdering van het werk, na een periode van 65 werkdagen omgezet in een contract van onbepaalde duur.

De collectieve arbeidsovereenkomst inzake meldingsplicht contracten van bepaalde duur en uitzendarbeid van 24 juni 1999 zal in die zin worden aangepast vanaf 1 januari 2001 tot en met 31 december 2002. HOOFDSTUK V. - Vorming en opleiding De ondertekenende partijen verklaren zich akkoord om rekening houdend met de huidige principes, in het Paritair Subcomité voor de edele metalen op 8 mei 2001 een collectieve arbeidsovereenkomst betreffende vorming en opleiding voor de periode van 1 januari 2001 tot en met 30 juni 2003, af te sluiten.

Art. 10.Risicogroepen - Bevestiging van de bijdrage van 0,15 pct. - Financiering van de sectorovereenkomst deeltijds onderwijs en proefprojecten middenstandsopleiding. - Verlenging van de bepalingen met betrekking tot instroom risicogroepen.

Art. 11.Recht op permanente vorming - Bevestiging van de bijdrage van 0,20 pct. - Voor duurtijd van het akkoord vergroten van de afbouwingsmogelijkheden van het vormingskrediet door naast erkende ook geregistreerde opleidingen te voorzien. - Afbouw van het vormingskrediet wordt gekoppeld aan een bedrijfsopleidingsplan dat voor 25 december moet worden overgemaakt aan Educam. - Eénmalige mogelijkheid tot 25 december 2001 om teller op nul te zetten, mits indiening bedrijfsopleidingsplan. - Onderzoek naar beschikbare en noodzakelijke middelen voor Educam en eventueel gebruik van de reservers om stimuli te voorzien en om bijkomende opdrachten te kunnen uitvoeren. - Principe-recht op remediëring voor erkende opleidingen. - Samenwerking en wederzijdse erkenning/registrering Educam-Cevora-opleidingen. - Educam kan ten experimentele titel beperkte zelfbedruipende commerciële activiteiten ontwikkelen zonder haar basisopdrachten in het gedrang te brengen. HOOFDSTUK VI. - Arbeidstijd en flexibiliteit

Art. 12.Modernisering De ondernemingen kunnen in het geval van herstructurering of indien de arbeidsorganisatie kan versoepeld worden, via een collectieve arbeidsovereenkomst de tewerkstelling bevorderen door onder meer collectieve arbeidsduurvermindering toe te passen. Ze kunnen hiervoor gebruik maken van de bestaande wettelijke en decretale aanmoedigingspremies en de omzetting van de loonsverhogingen.

Art. 13.Flexibiliteit De collectieve arbeidsovereenkomst inzake de flexibiliteit van 24 juni 1999 wordt verlengd met ingang van 1 juli 2001 tot en met 30 juni 2003 en zal in die zin worden aangepast. HOOFDSTUK VII. - Loopbaanplanning

Art. 14.Tijdskrediet en loopbaanvermindering § 1. Het recht op halftijds en voltijds tijdskrediet wordt vanaf 1 januari 2002 van 1 op 2 jaar gebracht. Op ondernemingsvlak kan in paritair overleg het tijdskrediet op maximum 5 jaar worden gebracht.

Hiertoe wordt een model van collectieve arbeidsovereenkomst bij de nieuwe collectieve arbeidsovereenkomst, die in uitvoering van dit artikel wordt uitgewerkt, gevoegd. § 2. Conform de bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77, bestaat er een onvoorwaardelijk recht op tijdskrediet en loopbaanvermindering. Indien 5 pct. van de werknemers tegelijkertijd van dit recht wensen gebruik te maken moeten op ondernemingsvlak hieromtrent voorrangsregels worden afgesproken. Ondernemingen die bij ingang van dit akkoord reeds een gunstiger percentage hanteren, kunnen dit percentage behouden. § 3. In ondernemingen met minder dan 10 werknemers zijn de formules van tijdskrediet, 1/5 loopbaanvermindering en loopbaanverminderingen voor + 50-jarigen toegelaten mits individueel akkoord tussen werknemer en werkgever.

De collectieve arbeidsovereenkomst betreffende de loopbaanonderbreking van 24 juni 1999 wordt vanaf 1 januari 2002 voor onbepaalde duur aangepast in functie van de nieuwe wetgeving en met behoud van de hoofdstukken IV en V.

Art. 15.Kort verzuim De uitbreiding van het vaderschapsverlof en adoptieverlof, in uitvoering van het interprofessioneel akkoord van 22 december 2000, wordt met ingang van 1 juli 2002 geïntegreerd in de bestaande regelingen inzake kort verzuim.

De collectieve arbeidsovereenkomst betreffende kort verzuim van 24 juni 1999 zal vanaf 1 juli 2002 in die zin voor onbepaalde duur worden aangepast.

Art. 16.Eindeloopbaan § 1. Het brugpensioen in de sector wordt onder dezelfde voorwaarden en binnen de wettelijke mogelijkheden verlengd tot en met 30 juni 2003.

De bestaande collectieve arbeidsovereenkomsten inzake brugpensioen van 24 juni 1999 worden verlengd vanaf 1 juli 2001 tot en met 30 juni 2003 en zullen in die zin worden aangepast. § 2. Het recht op halftijds brugpensioen vanaf 55 jaar, opgenomen in het nationaal akkoord 1999-2000 van 5 mei 1999, wordt verlengd vanaf 1 januari 2001 tot en met 31 december 2002.

De collectieve arbeidsovereenkomst betreffende halftijds brugpensioen van 24 juin 1999 wordt verlengd vanaf 1 januari 2001 tot en met 31 december 2002 en zal in die zin worden aangepast. § 3. Voor de duur van het akkoord 2001-2002 worden de aanbevelingen brugpensioen betreffende de procedure voorzien in artikel 5.3.3. van het nationaal akkoord 1999-2000 verlengd.

Op vlak van brugpensioen, bevelen de partijen in het raam van de arbeidsherverdelende maatregelen op ondernemingsvlak volgende procedure aan : ten laatste 2 maanden voor het bereiken van de brugpensioenleeftijd, nodigt de werkgever de betrokken arbeider uit tot een onderhoud tijdens de werkuren op de zetel van de onderneming.

Bij dit onderhoud, kan de arbeider zich laten bijstaan door zijn vakbondsafgevaardigde. Bij dit onderhoud zullen zowel naar timing van het brugpensioen als naar opleiding van de vervanger van de bruggepensioneerde sluitende afspraken gemaakt worden. HOOFDSTUK VIII. - Kwaliteit van de arbeid

Art. 17.Antistress beleid Het Comité voor preventie en bescherming op het werk (CPWB) zal in de duurtijd van het akkoord onderzoeken, in hoeverre het wegvallen van de vervangingsplicht bij alle vormen van loopbaanonderbreking en -vermindering de werkdruk en stress verhoogt, en zal hiertoe de nodige maatregelen uitwerken.

Art. 18.Bedrijfsvervoerplannen Om inspanningen te leveren om het woon-werkverkeer te heroriënteren kan Educam (in uitvoering van het interprofessioneel akkoord van 22 december 2000 en mits ondersteuning vanuit Vlaamse, Waalse of Brusselse deelregeringen) een bemiddelende en adviserende rol opnemen ter ondersteuning van bedrijven of vakbondsafgevaardigden die initiatieven rond woon-werkverkeer willen organiseren of een bedrijfsvervoerplan willen opstarten. HOOFDSTUK IX. Inspraak en overleg

Art. 19.Werkingsfaciliteiten verkozenen OR-CPBW Gezien de nieuwe technologische evoluties zullen binnen de ondernemingen de werkingsfaciliteiten (bijvoorbeeld computer, fax, internet) ter beschikking worden gesteld voor de verkozen werknemersafgevaardigden in de ondernemingsraad (OR) en het comité voor preventie en bescherming op het werk (CPBW) en voor de vakbondsafgevaardigden, onder volgende voorwaarden : - door de vakbondsorganisaties wordt een controlerecht voor de werkgever gewaarborgd op het gebruik en het misbruik ervan; - de faciliteiten moeten reeds aanwezig zijn in de ondernemingen. De bepaling in dit artikel mag geen bijzondere investering inhouden voor de onderneming; - de rechten en verplichtingen voor het gebruik van deze faciliteiten zijn dezelfde als voor de andere gebruikers in de onderneming; - de bestaande sectorale- en ondernemings-CAO's inzake het statuut van de vakbondsafvaardiging en de wetgeving betreffende de ondernemingsraden (OR) en de comités voor preventie en bescherming op het werk (CPWB) blijven onverkort van toepassing. Dit houdt onder andere in dat de mededelingen die via elektronische weg aan het personeel worden gericht vooraf aan de directie worden voorgelegd; - in paritair overleg zullen op ondernemingsvlak ook de gebruiksregels vooraf worden opgesteld.

Indien blijkt dat voormelde regeling tot misbruiken leidt, kan de meest gerede partij deze opnieuw bespreekbaar maken op het niveau van het paritair subcomité.

Bij het einde van dit sectoraal akkoord zullen ondertekenende partijen het huidig artikel evalueren.

De collectieve arbeidsovereenkomst inzake statuut van de vakbondsafvaardigingen van 12 juni 1997 zal in die zin voor onbepaalde duur worden aangepast.

Art. 20.Representatieve functie Werkgevers met minder dan 15 werknemers die ressorteren onder de bevoegdheid van het Paritair Subcomité voor de edele metalen, erkennen de representatieve functie van de werknemersorganisaties die deel uitmaken van het paritair subcomité.

Een limitatieve lijst van de regionaal verantwoordelijken van de respectievelijke werknemersorganisaties, vastgelegd in het paritair subcomité, wordt ter beschikking gesteld van de werkgeversorganisatie.

Enkel de regionaal verantwoordelijken op deze lijst hebben een representatieve functie in de bedrijven over het toepassingsgebied.

Een regionaal verantwoordelijke kan contact opnemen met de werkgevers van bedrijven uit het toepassingsgebied. Binnen de 10 dagen na de eerste contactname wordt dit contact schriftelijk aangekondigd bij de werkgeversorganisatie met vermelding van de identificatie van het bedrijf, de plaats, datum en agenda van het contact. De betrokken werkgever kan zich bij het contact laten bijstaan door een vertegenwoordiger van de werkgeversorganisatie.

Het contact met de regionaal verantwoordelijke kan betrekking hebben op : - de arbeidsverhoudingen en arbeidsomstandigheden; - de toepassing in de onderneming van de sociale wetgeving, de collectieve en individuele arbeidsovereenkomsten en het arbeidsreglement; - informatieverstrekking aan de werknemers; - vorming en opleiding.

De aard van de contacten is in de eerste plaats preventief in functie van het voorkomen van conflicten. In gevallen van betwisting kan op vraag van de meest gerede partij beroep gedaan worden op het verzoeningsbureau.

Deze procedure kan niet in de plaats treden van de aanduiding en de bevoegdheden van de vakbondsafvaardigingen zoals vastgelegd bij de collectieve arbeidsovereenkomst betreffende het statuut van de vakbondsafvaardigingen van 12 juni 1997.

Een collectieve arbeidsovereenkomst betreffende de erkenning van de representatieve functie zal worden opgemaakt.

Art. 21.Werknemersvertegenwoordiging Voor de duur van het akkoord 2001-2002 worden de bepalingen inzake de werknemersvertegenwoordiging voorzien in artikel 10 van het nationaal akkoord 1999-2000 van 5 mei 1999 verlengd.

Concreet betekent dit : in de ondernemingen, waar de ondernemingsraad (OR), het Comité voor preventie en bescherming op het werk (CPBW) en/of de vakbondsafvaardiging niet langer meer moet worden hernieuwd ingevolge een daling van het aantal werknemers, kunnen de werknemersafgevaardigden die niet langer beschermd zijn, pas worden ontslagen, nadat het paritair subcomité samengeroepen op initiatief van de voorzitter, bijeengekomen is en zich, binnen de 30 dagen na de kennisgeving aan de voorzitter, heeft uitgesproken over het ontslag.

Deze procedure is niet geldig in geval van ontslag wegens zwaarwichtige redenen. Niet naleving van de procedure wordt gelijkgesteld met willekeurig ontslag.

Deze nabescherming blijft slechts lopen tot aan de volgende sociale verkiezingen. HOOFDSTUK X. - Sectorale projecten 2001-2002

Art. 22.Functieclassificatie § 1. Voor 30 september 2001 wordt een paritaire classificatiecommissie opgericht met als prioritaire taken : de actualisering van de bestaande functieclassificatie, het opstellen van een procedure bij betwisting en het opstellen van een voorbeeldenlijst. § 2. Bij elke vergadering worden nieuwe werkafspraken gemaakt en wordt een nieuwe datum vastgelegd.

Art. 23.Opstellen van een sectoraal preventieplan Voor 30 september 2002 zal een paritaire werkgroep een sectoraal model van preventieplan opstellen.

Art. 24.Omzetting euro In de loop van 2001 wordt een sectorale collectieve arbeidsovereenkomst afgesloten die alle gangbare bedragen, te vinden in alle collectieve arbeidsovereenkomsten van de sector edele metalen, zal omzetten van Belgische frank naar euro.

Art. 25.Toenadering sector metaalhandel Een werkgroep zal concrete uitvoering geven aan de toenadering naar de sector metaalhandel. HOOFDSTUK XI. - Sociale vrede en duurtijd van het akkoord

Art. 26.Sociale vrede Het huidige akkoord verzekert de sociale vrede in de sector tijdens heel de duur van het akkoord. Bijgevolg zal geen enkele eis van algemene of collectieve aard voorgelegd worden, noch op nationaal, noch op regionaal, noch op vlak van de individuele onderneming.

Art. 27.Duur Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten voor bepaalde duur, gaande van 1 januari 2001 tot en met 31 december 2002, met uitzondering van : - artikel 3 inzake koopkracht dat geldig is vanaf 1 januari 2001 voor onbepaalde duur; - artikel 4 inzake vervoerskosten dat geldig is vanaf 1 april 2001 voor onbepaalde duur; - artikel 5 inzake eindejaarspremie dat geldig is vanaf 1 januari 2001 voor onbepaalde duur; - artikel 6 inzake fonds voor bestaanszekerheid dat geldig is vanaf 1 juli 2001 tot en met 30 juni 2004; - artikel 7 inzake werkzekerheidsclausule dat geldig is vanaf 1 juli 2001 voor onbepaalde duur; - artikel 10 inzake bijdrage voor risicogroepen dat geldig is voor onbepaalde duur; - artikel 11 inzake bijdrage voor permanente vorming dat geldig is voor onbepaalde duur; - artikelen 10 en 11 inzake vorming en opleiding die geldig zijn van 1 januari 2001 tot en met 30 juni 2003; - artikel 13 inzake flexibiliteit dat geldig is vanaf 1 juli 2001 tot en met 30 juni 2003; - artikel 14 inzake tijdskrediet en loopbaanvermindering dat geldig is van 1 januari 2002 voor onbepaalde duur; - artikel 15 inzake kort verzuim dat geldig is van 1 juli 2002 voor onbepaalde duur; - artikel 16 inzake brugpensioen dat geldig is van 1 juli 2001 tot en met 30 juni 2003; - artikel 19 inzake werkingsfaciliteiten dat geldig is van 1 januari 2001 voor onbepaalde duur; - artikel 20 inzake representatieve functie dat geldig is van 1 januari 2001 voor onbepaalde duur.

De artikelen die van toepassing zijn voor onbepaalde duur kunnen worden opgezegd met een opzegtermijn van drie maanden, betekend per aangetekend schrijven aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor de edele metalen en aan de ondertekenende organisaties.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 19 juli 2005.

Voor de Minister van Werk, afwezig : De Minister van Begroting en Overheidsbedrijven, J. VANDE LANOTTE

^