Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 19 juli 2005
gepubliceerd op 22 augustus 2005

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 november 2003, gesloten in het Paritair Comité voor het vervoer, tot vervanging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 juni 2001 houdende toekenning van een ARAB-vergoeding in de subsector voor verhuisondernemingen, meubelbewaring en hun aanverwante activiteiten

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2005012188
pub.
22/08/2005
prom.
19/07/2005
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

19 JULI 2005. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 november 2003, gesloten in het Paritair Comité voor het vervoer, tot vervanging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 juni 2001 houdende toekenning van een ARAB-vergoeding in de subsector voor verhuisondernemingen, meubelbewaring en hun aanverwante activiteiten (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het vervoer;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 26 november 2003, gesloten in het Paritair Comité voor het vervoer, tot vervanging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 juni 2001 houdende toekenning van een ARAB-vergoeding in de subsector voor verhuisondernemingen, meubelbewaring en hun aanverwante activiteiten.

Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 19 juli 2005.

ALBERT Van Koningswege : Voor de Minister van Werk, afwezig : De Minister van Begroting en Overheidsbedrijven, J. VANDE LANOTTE _______ Nota's Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.

Paritair Comité voor het vervoer Collectieve arbeidsovereenkomst van 26 november 2003 Vervanging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 juni 2001 houdende toekenning van een ARAB-vergoeding in de subsector voor verhuisondernemingen, meubelbewaring en hun aanverwante activiteiten (Overeenkomst geregistreerd op 7 mei 2004 onder het nummer 71073/CO/140.05) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers die ressorteren onder het Paritair Comité voor het vervoer en behoren tot de subsector voor de verhuisondernemingen, de meubelbewaring en hun aanverwante activiteiten alsook op hun werklieden. § 2. Voor de toepassing van deze overeenkomst wordt bedoeld onder : « verhuizing » : elke overbrenging van installaties van de ene plaats naar de andere, onder meer : privé, kantoren, magazijnen, werkplaatsen, beurzen, fabrieken, tentoonstellingen, enz., met inbegrip van alle begeleidende werkzaamheden, zoals inpak, uitpak, monteren, demonteren zonder dat deze opsomming limitatief is; « meubelbewaring » : de opslagplaatsen voor meubelen en andere voorwerpen die dezelfde of gelijkaardige speciale bewaringsinstallaties vergen; « aanverwante activiteiten » : elk goederenvervoer dat het gebruik vereist van voertuigen die speciaal uitgerust zijn zoals voor het vervoer van meubelen en om de beschadiging tijdens het vervoer te voorkomen van diverse goederen zoals nieuwe meubelen, kunstvoorwerpen, elektrische huishoudapparaten, archieven, enz.; « voertuig speciaal uitgerust voor het vervoer van meubelen » : elk voertuig met vast of beweegbaar koetswerk, niet buigzaam, waterdicht, binnenin voorzien van vastsnoeringsmateriaal, van een stuwinrichting, behoorlijk gebouwd voor het vervoer van verhuizingen en uitgerust met klein stuw- en beschermingsmaterieel, zoals dekens, kisten, elk ander soortgelijk materieel, enz. § 3. Onder "werklieden" wordt bedoeld : de werklieden en werksters. HOOFDSTUK II. - Juridisch kader

Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 juni 2001 en wordt gesloten in uitvoering van het protocol akkoord van 2003-2004. HOOFDSTUK III. - ARAB-vergoeding

Art. 3.De werkgevers kennen aan hun niet- sedentaire werknemers een vergoeding toe, ARAB-vergoeding genaamd.

Deze ARAB-vergoeding geldt als terugbetaling van de kosten die worden gedaan door het niet-sedentair personeel, buiten de zetel van de onderneming, vermeld in het arbeidsreglement, maar die eigen zijn aan de onderneming.

De ARAB-vergoeding dient vermeld te worden op de fiche 281.10 van de werknemers onder de rubriek "kosten eigen aan de werkgever".

De ARAB-vergoeding vindt haar oorsprong in de ARAB-voorzieningen die van toepassing zijn voor de sedentaire werknemers, overeenkomstig titel II, hoofdstuk II, afdeling II van het Algemeen reglement voor de Arbeidsbescherming.

Gelet op het mobiel karakter van het tewerkgesteld personeel, waardoor onmogelijk vanuit de ondernemingen kan gezorgd worden voor een aantal sanitaire voorzieningen (zoals bijvoorbeeld wasplaatsen, refters, toiletten, dranken, enz.,) dient noodgedwongen beroep gedaan te worden op de bestaande privé- accommodatie.

Art. 4.Voor elk uur van de diensttijd zoals omschreven in de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 december 1988 betreffende de arbeidsduur, wordt aan de werklieden een forfaitaire ARAB-vergoeding toegekend van : - 0,85 EUR per uur vanaf 1 januari 2004; - 1,00 EUR per uur vanaf 1 december 2004. HOOFDSTUK IV. - Geldigheidsduur

Art. 5.Deze arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2004 en is gesloten voor onbepaalde duur.

Zij kan door elk van de contracterende partijen worden opgezegd. Deze opzegging moet minstens drie maanden op voorhand geschieden bij een ter post aangetekende brief gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité van het vervoer, die zonder verwijl de betrokken partijen in kennis zal stellen.

De termijn van drie maanden begint te lopen vanaf de datum van verzending van bovengenoemde aangetekende brief.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 19 juillet 2005.

Voor de Minister van Werk, afwezig : De Minister van Begroting en Overheidsbedrijven, J. VANDE LANOTTE

^