gepubliceerd op 23 augustus 2001
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 12 april 1984 tot uitvoering van de artikelen 42bis en 56, § 2, van de samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders
19 JULI 2001. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 12 april 1984 tot uitvoering van de artikelen 42bis en 56, § 2, van de samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders, inzonderheid op artikel 42bis, vierde lid, ingevoegd bij het koninklijk besluit nr. 282 van 31 maart 1984 en gewijzigd bij het koninklijk besluit nr. 534 van 31 maart 1987 en de wetten van 22 december 1989 en 4 mei 1999, en op artikel 56, § 2, tweede lid, ingevoegd bij het koninklijk besluit nr. 282 van 31 maart 1984;
Gelet op het koninklijk besluit van 12 april 1984 tot uitvoering van de artikelen 42bis en 56, § 2, van de samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor de loonarbeiders, inzonderheid op artikel 3, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 16 november 1990, 6 april 1995, 14 september 1995, en 17 september 2000;
Gelet op het advies van het Beheerscomité van de Rijksdienst voor kinderbijslag voor werknemers, gegeven op 21 maart 2000 en op 19 september 2000;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 12 december 2000;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op 12 april 2001;
Gelet op het advies van de Raad van State nr. 31.798/1, gegeven op 14 juni 2001;
Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Artikel 3 van het koninklijk besluit van 12 april 1984 tot uitvoering van de artikelen 42bis en 56, § 2, van de samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 16 november 1990, 6 april 1995, 14 september 1995 en 17 september 2000, wordt aangevuld als volgt : « 10° de forfaitaire tegemoetkoming voor hulp van derden, toegekend op basis van artikel 215bis en van artikel 215ter van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994; ».
Art. 2.Onze Minister van Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 19 juli 2001.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken, F. VANDENBROUCKE