gepubliceerd op 25 juli 2001
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 13 juni 1999 tot vaststelling van de personeelsformatie van de buitendiensten van de Dienst Justitiehuizen van het Ministerie van Justitie
19 JULI 2001. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 13 juni 1999 tot vaststelling van de personeelsformatie van de buitendiensten van de Dienst Justitiehuizen van het Ministerie van Justitie
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op artikel 107, tweede lid van de Grondwet;
Gelet op het gemotiveerd advies van 15 mei 2001 van het Hoog Overlegcomité, sector III-Justitie;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 14 maart 2001;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 27 juni 2001;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Ambtenarenzaken, van 12 juni 2001;
Op de voordracht van Onze Minister van Justitie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Artikel 1 van het koninklijk besluit van 13 juni 1999 tot vaststelling van de personeelsformatie van de buitendiensten van de Dienst Justitiehuizen van het Ministerie van Justitie wordt vervangen als volgt : « De personeelsformatie van de buitendiensten van de Dienst Justitiehuizen van het Ministerie van Justitie wordt als volgt vastgesteld : Niveau 1 : Regionaal directeur 6 (Dienst Justitiehuizen) Adjunct-adviseur 50 Niveau 2+ : Eerstaanwezend justitieassistent 706 Justitieassistent Eerstaanwezend directiesecretaris 6 Directiesecretaris Niveau 2 : Bestuurschef 28 Bestuursassistent 64 Niveau 3 : Onthaalbeambte 26 »
Art. 2.Artikel 2 van hetzelfde besluit wordt als volgt vervangen : «
Art. 2.§ 1. In de hierna vermelde betrekkingen van artikel 1 mag slechts worden voorzien wanneer de arbeidsposten van contractuelen waarvoor ze in de plaats komen, afgeschaft werden door het vertrek van de leden van het contractueel personeel die ze bekleden : Bestuursassistent 12 Onthaalbeambte 8 § 2. Indien drie jaar na het van kracht worden van dit besluit, de in § 1 beoogde betrekkingen vacant zijn gebleven, worden ze in artikel 1 ambtshalve afgeschaft. § 3. De Inspecteur van Financiën moet vóór de bezetting van de betrekkingen vaststellen dat de voorwaarde vermeld in § 1 vervuld is. »
Art. 3.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 juli 2001.
Art. 4.Onze Minister van Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 19 juli 2001.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Justitie, M. VERWILGHEN De Minister van Begroting, J. VANDE LANOTTE