19 JANUARI 2023. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 17 februari 2022, gesloten in het Paritair Comité voor het kappersbedrijf en de schoonheidszorgen, betreffende het fonds voor bestaanszekerheid en de vaststelling van de statuten ervan (1)

FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het kappersbedrijf en de schoonheidszorgen;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 17 februari 2022, gesloten in het Paritair Comité voor het kappersbedrijf en de schoonheidszorgen, betreffende het fonds voor bestaanszekerheid en de vaststelling van de statuten ervan.

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 19 januari 2023.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor het kappersbedrijf en de schoonheidszorgen Collectieve arbeidsovereenkomst van 17 februari 2022 Fonds voor bestaanszekerheid en vaststelling van de statuten ervan (Overeenkomst geregistreerd op 3 juni 2022 onder het nummer 173152/CO/314) 1. Oprichting Artikel 1.Er werd een fonds voor bestaanszekerheid opgericht sinds 1 januari 1991 genoemd : "Fonds voor bestaanszekerheid voor het kappersbedrijf en de schoonheidszorgen".

Art. 2.Deze overeenkomst is van toepassing op de werkgevers van de ondernemingen die ressorteren onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor het kappersbedrijf en de schoonheidszorgen, waar ook de fitnesssector deel van uitmaakt, en de werknemers die ze tewerkstellen. Onder "werknemers" wordt verstaan : de arbeiders en arbeidsters, de mannelijke en vrouwelijke bedienden.

Art. 3.Deze overeenkomst treedt in werking op de datum van haar ondertekening. Zij is geldig voor onbepaalde duur en vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 maart 1991 nr. 27766/CO/314 (Belgisch Staatsblad van 8 februari 1992). Zij kan opgezegd worden mits inachtname van een opzegperiode van zes maanden te betekenen door de helft van de ondertekenende partijen.

De betekenis zal per aangetekend schrijven gericht worden aan de voorzitter van het Paritair Comité voor het kappersbedrijf en de schoonheidszorgen. 2. Statuten HOOFDSTUK I.- Benaming en maatschappelijke zetel

Art. 4.Er werd met ingang van 1 januari 1991 een fonds voor bestaanszekerheid opgericht, genaamd "Fonds voor bestaanszekerheid voor het kappersbedrijf en de schoonheidszorgen", hierna het fonds genoemd.

Art. 5.De maatschappelijke zetel van het fonds is gevestigd te Martelaarslaan 21 - bus 501, 9000 Gent. Het adres kan te allen tijde worden gewijzigd bij gewone beslissing van de raad van beheer. De beslissing van de raad van beheer zal worden bekrachtigd in een collectieve arbeidsovereenkomst die algemeen verbindend is verklaard door de Koning. HOOFDSTUK II. - Doel

Art. 6.Het fonds heeft tot doel : - de aanwending van de werkgeversbijdrage volgens geldende collectieve arbeidsovereenkomst gesloten in het paritair comité en algemeen bindend verklaard bij koninklijk besluit met betrekking tot risicogroepen; - de "concrete" voordelen zullen worden vastgesteld door een collectieve arbeidsovereenkomst ter uitvoering van deze statuten; - de financiering van de syndicale en socio-professionele vorming van de werknemers uit de sector; - het fonds kan alle commerciële, industriële, onroerende, roerende of financiële handelingen verrichten die rechtstreeks of onrechtstreeks verband houden met of verbonden zijn met zijn doel of die kunnen bijdragen tot de verwezenlijking van dat doel. Deze lijst is niet limitatief, aangezien het fonds elke handeling kan verrichten die op enigerlei wijze kan bijdragen tot de volledige of gedeeltelijke verwezenlijking van haar bedrijfsdoelstelling. HOOFDSTUK III. - Financiering

Art. 7.De inkomsten van het fonds bestaan uit bijdragen gestort door de werkgevers bedoeld in artikel 2, en uit de intresten van belegde kapitalen.

Art. 8.De bijdragen voor aanvullende sociale voordelen en/of aanvullende lonen worden vastgelegd bij collectieve arbeidsovereenkomst. Zij worden percentsgewijs vastgelegd op de brutolonen die in aanmerking worden genomen bij het berekenen van de sociale zekerheidsbijdragen conform de desbetreffende vigerende wetgeving en door te rekenen administratiekosten.

Art. 9.De bedragen worden geïnd en ingevorderd door tussenkomst van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid.

Art. 10.De werkingskosten van het fonds worden elk jaar vastgesteld door de raad van beheer genoemd in artikel 13. Deze kosten worden gedekt door de renten van de kapitalen voortkomend van de storting van de bijdragen en eventueel door een afhouding op de voorziene bijdragen en waarvan het bedrag wordt vastgesteld door de voormelde raad van beheer. HOOFDSTUK IV. - Toekenning en vereffening van aanvullende sociale voordelen

Art. 11.De in artikel 2 genoemde werknemers kunnen recht krijgen op sociale voordelen waarvan het bedrag, de toekenningsvoorwaarden en de uitkeringsmodaliteiten worden vastgesteld bij collectieve arbeidsovereenkomst, gesloten door de organisaties vertegenwoordigd in het Paritair Comité voor het kappersbedrijf en de schoonheidszorgen (P.C. nr. 314) en algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit.

Art. 12.De uitbetaling van de aanvullende sociale voordelen kan in geen geval afhankelijk worden gemaakt van de betaling van de verschuldigde bijdragen door de werkgever. HOOFDSTUK V. - Beheer

Art. 13.Het fonds wordt beheerd door een raad van beheer bestaande uit tien effectieve leden die de beheerders zijn van dit fonds.

De helft van de leden wordt aangesteld door en onder de leden van de werkgeversorganisaties; de andere helft door en onder de leden van de werknemersorganisaties. De aanstelling gebeurt door de werknemers- en werkgeversorganisaties vertegenwoordigd in het Paritair Comité voor het kappersbedrijf en de gezondheidszorgen.

De leden van de raad van beheer worden aangesteld voor een periode van zes jaar.

Om de voortzetting te verzekeren zullen de mandaten vernieuwbaar zijn afwisselend met een tussenpauze van drie jaar. Bij elke tussenpauze van drie jaar en in de onpare jaren zullen twee mandaten behorend tot de werkgeversorganisaties en drie mandaten behorend tot de werknemersorganisaties vernieuwd worden en in de pare jaren zullen drie mandaten behorend tot de werkgeversorganisaties en twee mandaten behorend tot de werknemersorganisaties vernieuwd worden.

De raad van beheer wordt aangevuld door vijf plaatsvervangende leden die worden aangeduid onder dezelfde voorwaarden en voor dezelfde duur als de effectieve leden. In geval van beletsel vervangen de plaatsvervangende leden de effectieve leden met dezelfde bevoegdheid.

De functie van effectief of plaatsvervangend lid in de raad van beheer vervalt door ontslag, overlijden of wegens ontslag voor de verantwoordelijke organisatie. Het nieuw lid voltooit het mandaat van degene die hij of zij vervangt.

De mandaten van effectief of plaatsvervangend lid van de raad van beheer zijn hernieuwbaar onder dezelfde voorwaarden als deze waaronder zij worden aangeduid.

Art. 14.De beheerders van het fonds gaan geen enkele persoonlijke verplichting aan in verband met de verbintenissen van het fonds.

Hun verantwoordelijkheid beperkt zich tot de uitvoering van het mandaat van beheer dat zij hebben ontvangen.

Art. 15.Onder de leden van de raad van beheer wordt een voorzitter en een ondervoorzitter aangeduid. Alternerend wordt de voorzitter aangeduid onder de leden van de werknemersbank en de werkgeversbank.

De ondervoorzitter wordt dan aangeduid onder de leden van de andere bank. Elk mandaat duurt drie jaar en start op 1 januari.

Art. 16.De raad van beheer beschikt over de meest uitgebreide rechten voor het beheer en de administratie van het fonds. Het fonds wordt vertegenwoordigd door voorzitter en ondervoorzitter.

De uitvoering van het beleid zoals door de raad van beheer wordt vastgelegd, wordt toevertrouwd aan een personeelslid van het fonds, hierna genoemd de algemeen directeur, die de dagelijkse leiding van het fonds op zich neemt.

In de raad van beheer worden verder de financiële, administratieve en organisationele bevoegdheden van de algemeen directeur vastgelegd.

Art. 17.De raad van beheer vergadert minstens éénmaal per trimester in de zetel van het fonds of op een andere plaats die uitdrukkelijk moet zijn opgegeven in de uitnodiging.

Op vraag van ten minste de helft van de leden van de raad van beheer of op vraag van één van de vertegenwoordigde organisaties wordt binnen de drie weken na aanvraag een extra raad van beheer georganiseerd.

Art. 18.De algemeen directeur van het fonds woont de vergaderingen bij van de raad van beheer zonder stemrecht en neemt het secretariaat waar.

Art. 19.De raad van beheer kan enkel geldig beraadslagen of beslissen, indien de meerderheid van de leden, zowel van werkgevers- als van werknemerszijde, aanwezig is of vertegenwoordigd via volmacht.

Er wordt gestreefd naar beslissingen bij consensus.

Indien er geen consensus kan worden gevonden, kunnen éen of meerdere partijen bemiddeling vragen via het Paritair Comité voor het kappersbedrijf en de schoonheidszorgen.

Bij gebrek aan akkoord na bemiddeling, kan een partij dit punt opnieuw agenderen op de raad van beheer en de stemming vragen.

Deze stemming zal dan plaatsvinden op de eerstvolgende vergadering van de raad van beheer van het fonds voor bestaanszekerheid.

De raad van beheer van het fonds voor bestaanszekerheid beslist dan bij meerderheid van 4/5den per vertegenwoordigde groep.

Indien een partij niet aanwezig kan zijn op de vergadering van de raad van beheer, waarop de stemming staat geagendeerd, moet zij volmacht verlenen.

Bij afwezigheid van een partij tijdens de stemming en indien geen volmacht wordt gegeven aan een andere partij, wordt gestemd bij eenvoudige meerderheid.

Leden van de raad van beheer moeten de raad van beheer informeren over elk belangenconflict dat naar hun mening hun beoordelingsvermogen zou kunnen beïnvloeden. In het bijzonder geven de leden aan het begin van elke beheersvergadering aan of zij een belangenconflict hebben met betrekking tot één of meerdere agendapunten. In het geval van een belangenconflict neemt het betrokken lid niet deel aan enige beraadslaging of stemming dienaangaande.

Alleen de effectieve leden of de plaatsvervangende leden die zetelen ter vervanging van de effectieve leden, zijn stemgerechtigd.

De raad van beheer zal een huishoudelijk reglement opstellen dat de modaliteiten van zijn werking in aanvulling van de statuten nader omschrijft. HOOFDSTUK VI. - Balans en rekeningen

Art. 20.Het voorleggen van balans en rekeningen zal gebeuren in de maand mei, volgend op het dienstjaar. Jaarlijks moet de raad van beheer, evenals de revisor of de accountant die door het paritair comité wordt aangeduid, een geschreven verslag uitbrengen over de uitvoering van hun taak tijdens het voorbije boekjaar.

De balans en de bovengenoemde verslagen moeten uiterlijk tijdens de maand mei ter goedkeuring worden voorgelegd aan het Paritair Comité voor het kappersbedrijf en de schoonheidszorgen.

Art. 21.Het dienstjaar begint op 1 januari en eindigt op 31 december van hetzelfde jaar. HOOFDSTUK VII. - Ontbinding, vereffening

Art. 22.Het fonds kan worden ontbonden bij eenparige beslissing van het Paritair Comité voor het kappersbedrijf en de schoonheidszorgen.

Het paritair comité duidt de vereffenaars aan, omlijnt hun bevoegdheid en hun bezoldiging.

De raad van beheer beslist over de bestemming van de goederen en waarden van het fonds na aanzuivering van het passief en geeft aan deze goederen en waarden een bestemming welke in overeenstemming is met het doel waartoe het fonds werd opgericht.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 19 januari 2023.

De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE