Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 19 januari 2001
gepubliceerd op 28 februari 2001

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 november 1998, gesloten in het Paritair Comité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen, betreffende het gewaarborgd loon in geval van arbeidsongeschiktheid die voortvloeit uit een andere ziekte dan een beroepsziekte of uit een ander ongeval dan een arbeidsongeval

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid
numac
2001012024
pub.
28/02/2001
prom.
19/01/2001
ELI
eli/besluit/2001/01/19/2001012024/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

19 JANUARI 2001. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 november 1998, gesloten in het Paritair Comité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen, betreffende het gewaarborgd loon in geval van arbeidsongeschiktheid die voortvloeit uit een andere ziekte dan een beroepsziekte of uit een ander ongeval dan een arbeidsongeval (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 9 november 1998, gesloten in het Paritair Comité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen, betreffende het gewaarborgd loon in geval van arbeidsongeschiktheid die voortvloeit uit een andere ziekte dan een beroepsziekte of uit een ander ongeval dan een arbeidsongeval.

Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 19 januari 2001.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen Collectieve arbeidsovereenkomst van 9 november 1998 Gewaarborgd loon in geval van arbeidsongeschiktheid die voortvloeit uit een andere ziekte dan een beroepsziekte of uit een ander ongeval dan een arbeidsongeval (Overeenkomst geregistreerd op 6 januari 1999 onder het nummer 49670/CO/319) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werknemers en de werkgevers van de instellingen en diensten die ressorteren onder het Paritair Comité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen die erkend en/of gesubsidieerd zijn door de Franse Gemeenschap, het Waals Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, alsook voor de instellingen en diensten van het Waals Gewest en van de Franse Gemeenschapscommissie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, die dezelfde activiteiten uitoefenen en die noch erkend noch gesubsidieerd zijn.

Onder "werknemers" worden de mannelijke en vrouwelijke bedienden en de werklieden en werksters verstaan. HOOFDSTUK II. - Carensdag

Art. 2.De betaling van de carensdag - dit wil zeggen de eerste dag afwezigheid wegens ziekte of ongeval - vastgesteld in de artikelen 52, 70, 71 en 72 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, is ten laste van de werkgever. HOOFDSTUK III. - Slotbepalingen

Art. 3.Deze collectieve arbeidsovereenkomst herroept en vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 15 juni 1998 betreffende de betaling van de carensdag aan de werklieden, geregistreerd onder het nummer 48966/CO/319.

Zij treedt in werking op 1 juni 1998 en is gesloten voor onbepaalde tijd.

Zij kan worden opgezegd door één van de ondertekenende partijen per aangetekende brief gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen, mits een opzeggingstermijn van drie maanden wordt nageleefd.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 19 januari 2001.

De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX

^