gepubliceerd op 21 maart 2008
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 juni 2007, gesloten in het Paritair Subcomité voor de exploitatie van bioscoopzalen, betreffende de barema's van toepassing in de sector
19 FEBRUARI 2008. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 juni 2007, gesloten in het Paritair Subcomité voor de exploitatie van bioscoopzalen, betreffende de barema's van toepassing in de sector (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de exploitatie van bioscoopzalen;
Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 27 juni 2007, gesloten in het Paritair Subcomité voor de exploitatie van bioscoopzalen, betreffende de barema's van toepassing in de sector.
Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 19 februari 2008.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, J. PIETTE _______ Nota Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.
Bijlage Paritair Subcomité voor de exploitatie van bioscoopzalen Collectieve arbeidsovereenkomst van 27 juni 2007 Barema's van toepassing in de sector (Overeenkomst geregistreerd op 6 augustus 2007 onder het nummer 84175/CO/303.03) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de werknemers die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de exploitatie van bioscoopzalen, met uitzondering van het onthaalpersoneel met fooien.
Onder "werknemers" verstaat men : het mannelijk en vrouwelijk werklieden- en bediendepersoneel. HOOFDSTUK II. - Principe
Art. 2.§ 1. De ondertekenende partijen stellen vast dat de van toepassing zijnde loonbarema's in het Paritair Subcomité voor de exploitatie van bio-scoopzalen een onderscheid maken in functie van de leeftijd van de werknemer. § 2. De zorg om aan de werknemers een conventioneel systeem te bieden tot correcte, evenwichtige en niet discriminerende verloning is steeds een aandachtspunt geweest van zowel de representatieve werkgevers- als werknemersorganisaties. § 3. Het momenteel van toepassing zijnde systeem voor de werknemers ressorterend onder het paritair subcomité voldoet volgens de ondertekenaars aan die eerdere voorwaarden. Daarom ook werd het in het verleden regelmatig aangepast. De partijen houden eraan te onderlijnen dat dit besluit en deze verlenging dient bekeken te worden in het kader van de uitoefening van wettelijke vertegenwoordigingsopdracht van de werkgevers en hun werknemers, zoals bepaald in het algemeen kader van het Belgisch overleg en meer bepaald door de wet van 5 december 1968 en dat het huidige systeem dus reeds gedurende lange tijd zijn deugdelijkheid heeft bewezen op basis van een brede consensus tijdens de direct betrokkenen. § 4. De ondertekenende partijen stellen evenwel vast dat de Europese Richtlijn 2007/78/CE een aantal nieuwe eisen stelt op het terrein van de non-discriminatie, daarin ondersteund door recente rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschap. § 5. Ze komen overeen een nieuw conventioneel verloningssysteem te onderzoeken, van toepassing in het Paritair Subcomité voor de exploitatie van bioscoopzalen, dit beantwoordt aan deze nieuwe eisen om er alle wijzigingen in aan te brengen die noodzaak zijn om het conform deze nieuwe eisen te maken. § 6. In ieder geval stellen de partijen vast dat het onmogelijk is om alle noodzakelijke bepalingen te onderzoeken en aan te passen binnen de huidige termijn tot het afsluiten van de sectorale overeenkomst. Ze moeten meer bepaald dat indien deze maatregelen niet onderworpen worden aan een grondig onderzoek, het risico bestaat dat : - onvoldoende aandacht wordt besteed aan de rechten van de werknemers en hun legitieme verwachtingen in functie van hun contractuele en conventionele situatie; - nieuwe situaties ontstaan die op hun beurt in tegenspraak zijn met de richtlijn 2007/78/CE, of met de Belgische bepalingen terzake en de eigen wetgeving. § 7. De partijen menen dat, ondanks de huidige verloningssystemen in het paritair subcomité, het mogelijk is dat er ook andere overtredingen inzake verloning zijn van de richtlijn 2007/78/CE, meer bepaald wat betreft de jongeren. Ze zijn overtuigd dat de aanpassingen aan de nieuwe eisen terzake en de wijziging van barema's niet kan zonder ook hiermee rekening te houden. § 8. Tot slot verklaren de partijen zich eveneens bezorgd over het behoud van de sociale vrede door niet op een plotse wijze een einde te stellen aan de bestaande consensus omtrent het actuele verloningssysteem. § 9. Ze menen dat de bestaande systemen moeten zijn aangepast ten laatste in 2009. § 10. Voor de periode 2007-2008 wordt het geldende verloningssysteem in deze overeenkomst vastgelegd. HOOFDSTUK III. - Bepalingen inzake de lonen Barema's van de arbeiders
Art. 3.De minimum uurlonen worden op 1 juni 2007 als volgt bepaald en dit voor een wekelijkse arbeidsduur van 38 uur (met inbegrip van de verhoging van 0,0300 EUR op alle uurlonen op 1 juni 2007) : Minimumuurlonen (EUR) vanaf 1 juni 2007 - 38 u/week Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Werklieden van minder dan 18 jaar
Art. 4.De lonen van de werklieden, die minder dan 18 jaar oud zijn, zijn gelijk aan 90 pct. van de minimumuurlonen, vastgesteld bij artikel 3 van deze collectieve arbeidsovereenkomst.
Barema's van de bedienden
Art. 5.De minimum maandlonen van de bedienden worden op 1 juni 2007 als volgt bepaald en dit voor een wekelijkse arbeidsduur van 38 uur (met inbegrip van de verhoging van 4,94 EUR op 1 juni 2007, die voorzien is door het protocolakkoord van 29 mei 2007).
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Art. 6.Deze minimumbarema's zijn gekoppeld aan het indexcijfer der consumptieprijzen, maandelijks vastgesteld door de Federale Overheidsdienst Economie, KMO, Middenstand en Energie en bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad. Zij variëren overeenkomstig de bepalingen die van toepassing zijn voor de lonen en wedden van het Paritair Subcomité voor de exploitatie van bioscoopzalen. HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen
Art. 7.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten voor een bepaalde duur. Zij heeft uitwerking op 1 juni 2007 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2008.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 19 februari 2008.
De Minister van Werk, J. PIETTE