gepubliceerd op 23 december 2010
Koninklijk besluit houdende de algemeen bindend verklaring van de beslissing van 23 november 2010 inzake de billijke vergoeding verschuldigd door de uitbaters van lokalen voor audiovisuele vertoning evenals door de organisatoren van tijdelijke activiteiten van vertoning van audiovisuele werken, genomen door de commissie bedoeld in artikel 42 van de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten
19 DECEMBER 2010. - Koninklijk besluit houdende de algemeen bindend verklaring van de beslissing van 23 november 2010 inzake de billijke vergoeding verschuldigd door de uitbaters van lokalen voor audiovisuele vertoning evenals door de organisatoren van tijdelijke activiteiten van vertoning van audiovisuele werken, genomen door de commissie bedoeld in artikel 42 van de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten, artikel 42;
Op de voordracht van de Minister voor Ondernemen, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen bindend wordt verklaard, de als bijlage overgenomen beslissing van 23 november 2010 inzake de billijke vergoeding verschuldigd door de uitbaters van lokalen voor audiovisuele vertoning evenals door de organisatoren van tijdelijke activiteiten van vertoning van audiovisuele werken, genomen door de commissie bedoeld in artikel 42 van de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten.
Art. 2.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2011 of op de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt, indien deze bekendmaking later is dan 1 januari 2011.
Art. 3.De Minister bevoegd voor Economie is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 19 december 2010.
ALBERT Van Koningswege : De Minister voor Ondernemen, V. VAN QUICKENBORNE
Bijlage Beslissing van 23 november 2010 inzake de billijke vergoeding verschuldigd door de uitbaters van lokalen voor audiovisuele vertoning evenals door de organisatoren van tijdelijke activiteiten van vertoning van audiovisuele werken, genomen door de commissie bedoeld in artikel 42 van de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten Enig artikel. Artikel 15 van de beslissing van 15 december 2004 inzake de billijke vergoeding verschuldigd door de uitbaters van lokalen voor audiovisuele vertoning evenals door de organisatoren van tijdelijke activiteiten van vertoning van audiovisuele werken, genomen door de commissie bedoeld in artikel 42 van de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten, vervangen door de beslissing van 3 december 2009, wordt vervangen als volgt : «
Art. 15.De onderhavige overeenkomst geldt tot 31 december 2011. ».
Gezien om gevoegd te worden bij ons besluit van 19 december 2010 houdende de algemeen bindend verklaring van de beslissing van 23 november 2010 inzake de billijke vergoeding verschuldigd door de uitbaters van lokalen voor audiovisuele vertoning evenals door de organisatoren van tijdelijke activiteiten van vertoning van audiovisuele werken, genomen door de commissie bedoeld in artikel 42 van de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten.
ALBERT Van Koningswege : De Minister voor Ondernemen, V. VAN QUICKENBORNE