gepubliceerd op 18 juni 2010
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 mei 2009, gesloten in het Paritair Comité voor het garagebedrijf, betreffende het nationaal akkoord 2009-2010
19 APRIL 2010. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 mei 2009, gesloten in het Paritair Comité voor het garagebedrijf, betreffende het nationaal akkoord 2009-2010 (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het garagebedrijf;
Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 12 mei 2009, gesloten in het Paritair Comité voor het garagebedrijf, betreffende het nationaal akkoord 2009-2010.
Art. 2.De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 19 april 2010.
ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor het garagebedrijf Collectieve arbeidsovereenkomst van 12 mei 2009 Nationaal akkoord 2009-2010 (Overeenkomst geregistreerd op 3 augustus 2009 onder het nummer 93288/CO/112) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.Toepassingsgebied Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers, arbeiders en arbeidsters van de ondernemingen die ressorteren onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor het garagebedrijf.
Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt onder "arbeiders" verstaan : de mannelijke en vrouwelijke werklieden. HOOFDSTUK II. - Kader
Art. 2.Voorwerp Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt neergelegd op de Griffie van de Algemene Directie Collectieve Arbeidsbetrekkingen van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg overeenkomstig de bepalingen van het koninklijk besluit van 7 november 1969Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 07/11/1969 pub. 06/04/2007 numac 2007000224 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit nr. 2 met betrekking tot de vaststelling van forfaitaire grondslagen van aanslag voor de belasting over de toegevoegde waarde. - Duitse vertaling sluiten tot vaststelling van de modaliteiten van neerlegging van de collectieve arbeidsovereenkomsten.
De ondertekenende partijen vragen de algemeen bindend verklaring bij koninklijk besluit van deze collectieve arbeidsovereenkomst, inclusief de bijlage.
Art. 3.Uitvoering interprofessioneel akkoord Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten in uitvoering van het interprofessioneel akkoord 2009-2010 van 22 december 2008. HOOFDSTUK III. - Inkomenszekerheid
Art. 4.Koopkracht Afdeling 1. - Indexering
Alle minimumuurlonen en de effectieve uurlonen worden jaarlijks op 1 februari aangepast aan de reële index volgens de formule "sociale index" (= 4-maandelijks gemiddelde) januari van het kalenderjaar tegenover januari van het voorafgaande kalenderjaar. Afdeling 2. - Sectoraal systeem ecocheques
In uitvoering van het interprofessioneel akkoord 2009-2010 van 22 december 2008 en in uitvoering van de collectieve arbeidsovereenkomst nummer 98 betreffende de ecocheques, gesloten in de Nationale Arbeidsraad van 20 februari 2009, wordt een kader uitgewerkt van een sectoraal systeem ecocheques, rekening houdend met volgende principes : - Betaling aan elke voltijds tewerkgestelde arbeider van 3 semestriële schijven van ecocheques, elk ter waarde van 125,00 EUR; - De betaling van deze ecocheques vindt plaats op volgende tijdstippen : - ten laatste op 31 december 2009 en behelst de referteperiode van 1 juli 2009 tot en met 31 december 2009; - ten laatste op 30 juni 2010 en behelst de referteperiode van 1 januari 2010 tot en met 30 juni 2010; - ten laatste op 31 december 2010 en behelst de referteperiode van 1 juli 2010 tot en met 31 december 2010. - Een alternatieve besteding dan deze ecocheques op ondernemingsvlak is mogelijk op voorwaarde dat het bedrag van 3 x 125 EUR gegarandeerd wordt en mits een akkoord op ondernemingsvlak vóór 30 juni 2009, en dit via een collectieve arbeidsovereenkomst.
Een kopie van deze collectieve arbeidsovereenkomst dient ter informatie te worden overgemaakt aan de voorzitter van het Paritair Comité voor het garagebedrijf, en dit vóór 30 september 2009.
Indien er geen akkoord wordt gesloten op het vlak van de onderneming vóór 30 juni 2009, dient het sectoraal systeem van de ecocheques te worden toegepast.
Bovendien dienen in deze ondernemingsenveloppe minstens dezelfde gelijkstellingen te worden voorzien die ook zijn opgenomen binnen het sectoraal systeem van ecocheques. - Er wordt een pro rata uitbetaald in volgende gevallen : - arbeiders die in de loop van het betrokken semester in de onderneming in dienst of uit dienst treden, hebben recht op een pro rata van de semestriële schijven zoals hierboven vermeld, a rato van 1/25e per week, met een maximum van 25/25e. Voor de toepassing van deze alinea wordt met week bedoeld, elke week waarin minimum 1 dag wordt gewerkt of gelijkgesteld. - deeltijdse arbeiders hebben recht op een pro rata in functie van de tewerkstellingsbreuk. De tewerkstellingsbreuk is de verhouding tussen de gemiddelde wekelijkse arbeidsduur van de arbeider en de gemiddelde wekelijkse arbeidsduur van een voltijdse arbeider. - Met gewerkte dagen worden gelijkgesteld alle dagen die opgenomen zijn in artikel 6 van de collectieve arbeidsovereenkomst nummer 98.
Bovendien worden ook met gewerkte dagen gelijkgesteld, de dagen bij tijdelijke werkloosheid en 30 dagen ziekte of (arbeids)ongeval bovenop de dagen gedekt door het gewaarborgd maandloon. - Uitzendkrachten, tewerkgesteld in een onderneming behorende tot het Paritair Comité voor het garagebedrijf, krijgen op de hierboven vermelde tijdstippen ecocheques uitbetaald ten laste van het uitzendkantoor dat hen tewerkstelt. Het bedrag van 125 EUR wordt aangepast in functie van het aantal tewerkgestelde dagen, en dit volgens het pro rata principe van in- en uitdiensttreders, zoals hierboven vermeld.
Opmerking Rekening houdend met bovenvermelde principes dient een collectieve arbeidsovereenkomst inzake een sectoraal systeem ecocheques te worden uitgewerkt, met ingang van 1 juli 2009 voor onbepaalde duur.
Elke vorm van invulling van de koopkracht geldt voor onbepaalde duur.
De waarde van de koopkracht bedraagt 250 EUR per jaar (inclusief RSZ-bijdragen voor werkgever en werknemer) vanaf 2011. Na de interprofessionele evaluatie van het netto voordeel in uitvoering van het interprofessioneel akkoord 2009-2010 en eventuele beslissingen over de wijzigingen, dient een sectorale evaluatie te worden voorzien om de recurrentie van de premie van 250 EUR in te vullen vanaf 1 januari 2011.
Art. 5.Jongerenlonen In uitvoering van het interprofessioneel akkoord 2007-2008 wordt de bestaande leeftijdsdiscriminatie voor jongeren binnen de uurlonen weggewerkt. Hierdoor hebben arbeiders die jonger zijn dan 18 jaar ook recht op een loon aan 100 pct.
Opmerking De collectieve arbeidsovereenkomsten inzake loonvorming van 8 juli 2003 en inzake uurlonen van 18 december 2007 zullen vanaf 1 juli 2009 in die zin worden aangepast voor onbepaalde duur.
Art. 6.Carenzdag Opmerking De collectieve arbeidsovereenkomst inzake de betaling van de carenzdagen van 21 juni 2007 wordt verlengd met ingang vanaf 1 juli 2009 tot en met 30 juni 2011.
Art. 7.Sociaal fonds § 1. Omwille van de moeilijke economische situatie in de sector, wordt het indexmechanisme zoals opgenomen in artikel 7 van de collectieve arbeidsovereenkomst inzake statuten van het sociaal fonds van 21 juni 2007, voor een duurtijd van 2 jaar opgeschort. Vanaf 2011 wordt dit indexmechanisme opnieuw van kracht. § 2. Vanaf 1 juli 2009 worden de aanvullende vergoedingen bij tijdelijke werkloosheid verhoogd tot 10,00 EUR per werkloosheidsvergoeding en tot 5,00 EUR per halve werkloosheidsvergoeding. § 3. Partijen engageren zich om binnen de schoot van het sociaal fonds een onderzoek uit te voeren naar de financiële leefbaarheid van het sociaal fonds. De resultaten van dit onderzoek dienen vóór 30 juni 2010 te worden besproken binnen de organen van het sociaal fonds.
Indien nodig dient binnen de organen van het sociaal fonds een beslissing te worden genomen tegen uiterlijk 31 december 2010.
Opmerking De collectieve arbeidsovereenkomst inzake statuten sociaal fonds van 21 juni 2007 zal vanaf 1 juli 2009 in die zin worden aangepast voor onbepaalde duur.
Deze collectieve arbeidsovereenkomst dient bovendien op een aantal technische punten nog verder te worden verduidelijkt.
In uitvoering van de collectieve arbeidsovereenkomst inzake statuten sociaal fonds dient de collectieve arbeidsovereenkomst met betrekking tot de syndicale premie voor 2008 van 4 maart 2008 onder dezelfde voorwaarden te worden verlengd van 1 januari 2009 tot en met 31 december 2010.
Art. 8.Vervoerskosten § 1. Wanneer de arbeider zich naar het werk verplaatst met het openbaar vervoer, bedraagt de tussenkomst van de werkgever de volledige terugbetaling van de totale kost van het gebruikte openbaar vervoer. § 2. Wanneer de arbeider zich naar het werk verplaatst met het eigen vervoer of te voet, heeft hij recht op een dagvergoeding, gebaseerd op de werkgeversbijdrage in het weekabonnement, zoals opgenomen in de tabel gevoegd bij artikel 11 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 19octies.
De verplaatsing met het eigen vervoer heeft betrekking op alle mogelijke eigen vervoermiddelen.
Er dient conform de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 19octies, ook een volwaardige vergoeding te worden betaald voor de afstanden van minder dan 3 kilometer.
Deze dagvergoeding dient jaarlijks op 1 februari te worden geïndexeerd overeenkomstig de jaarlijkse indexering van de treintarieven van de NMBS. Opmerking De collectieve arbeidsovereenkomst inzake vervoerkosten van 21 juni 2007 zal vanaf 1 juli 2009 in die zin worden aangepast voor onbepaalde duur.
Art. 9.Stand-by regeling Binnen de collectieve arbeidsovereenkomst inzake vergoedingen bij stand-by regeling van 28 september 2006, dient artikel 9 als volgt te worden gewijzigd : § 1. Via een collectieve arbeidsovereenkomst op ondernemingsvlak kan worden afgeweken van de artikels 4, 5, 7 en 8 van deze overeenkomst. § 2. Deze collectieve arbeidsovereenkomst dient ondertekend te worden door alle vakbondsorganisaties die vertegenwoordigd zijn binnen de onderneming, of bij ontstentenis van een vakbondsvertegenwoordiging, door de regionaal secretarissen van de vakbondsorganisaties vertegenwoordigd in het Paritair Comité voor het garagebedrijf. § 3. Bovendien dient deze collectieve arbeidsovereenkomst na ondertekening binnen de maand ter informatie te worden overgemaakt aan de voorzitter van het Paritair Comité voor het garagebedrijf. § 4. Bovenstaande regeling is geldig vanaf 1 juli 2009 tot en met 30 juni 2011, en zal door de sociale partners op niveau van het Paritair Comité voor het garagebedrijf worden geëvalueerd vóór 31 december 2010. § 5. Indien op ondernemingsvlak partijen er niet in slagen tot een collectieve arbeidsovereenkomst te komen, kan de meest gerede partij hiervoor beroep doen op het verzoeningsbureau op het niveau van het paritair comité.
Opmerking De collectieve arbeidsovereenkomst van 28 september 2006 inzake vergoedingen bij stand-by regeling zal vanaf 1 juli 2009 in die zin worden aangepast voor onbepaalde duur, met uitzondering van artikel 9 dat geldig is van 1 juli 2009 tot en met 30 juni 2011. HOOFDSTUK IV. - Vorming en opleiding
Art. 10.Algemene bepalingen § 1. In uitvoering van het interprofessioneel akkoord engageren de sociale partners zich binnen de schoot van Educam een onderzoek te voeren en na te gaan in hoeverre de ondernemingen er in slagen om voor 1,9 pct. vorming te organiseren in de onderneming in uitvoering van het generatiepact. Dit onderzoek dient te gebeuren in een paritaire sectorale stuurgroep die in de schoot van Educam moet worden opgericht. § 2. Indien blijkt dat bijkomende vormings-inspanningen zich opdringen, dient deze stuurgroep deze te onderzoeken. § 3. Deze stuurgroep dient haar werkzaamheden ten laatste op 30 juni 2010 af te ronden.
Art. 11.OpleidingsCV § 1. Vanaf 1 januari 2010 houdt elke onderneming, in het belang van de permanente vorming en van de verworven beroepservaring voor de verdere loopbaan, van elke arbeider een "opleidingsCV" bij. § 2. Dit opleidingsCV is een inventaris van de uitgeoefende functies en gevolgde opleidingen tijdens zijn loopbaan in de betrokken onderneming en de opleidingen op eigen initiatief van de arbeider. § 3. Deze inventaris wordt gevalideerd door werkgever en arbeider in een gemeenschappelijk document, waarvan de arbeider bij uitdiensttreding een exemplaar dient te krijgen.
Opmerking Sectoraal zal een suppletief en eenvoudig model vastgelegd worden in een collectieve arbeidsovereenkomst, te sluiten tegen 31 december 2009. HOOFDSTUK V. - Arbeidstijd en flexibiliteit
Art. 12.Tewerkstellingsbevorderende maatregel De ondernemingen kunnen in het geval van herstructurering of indien de arbeidsorganisatie kan versoepeld worden, via een collectieve arbeidsovereenkomst de tewerkstelling bevorderen door onder meer collectieve arbeidsduurvermindering toe te passen.
Ze kunnen hiervoor gebruik maken van de bestaande wettelijke en decretale aanmoedigingspremies en de omzetting van de loonsverhogingen.
Art. 13.Flexibiliteit Opmerking De collectieve arbeidsovereenkomst inzake arbeidsorganisatie van 21 juni 2007 wordt van 1 juli 2009 tot en met 30 juni 2011 verlengd. HOOFDSTUK VI. - Loopbaanplanning
Art. 14.Brugpensioen § 1. Het brugpensioen in de sector wordt onder dezelfde voorwaarden en binnen de wettelijke mogelijkheden verlengd van 1 juli 2010 tot en met 31 december 2011.
Opmerking In die zin zal de bestaande collectieve arbeidsovereenkomst inzake brugpensioen vanaf 58 jaar van 21 juni 2007 worden aangepast en verlengd van 1 juli 2010 tot en met 31 december 2011.
In die zin zal de bestaande collectieve arbeidsovereenkomst inzake brugpensioen na ontslag van 21 juni 2007 worden aangepast en verlengd van 1 juli 2010 tot en met 31 december 2011. § 2. De bestaande brugpensioenregeling, die een brugpensioenleeftijd vastlegt op 56 jaar mits 33 jaar beroepsloopbaan en in functie van 20 jaar ploegenarbeid met nachtprestaties, zoals bedoeld in collectieve arbeidsovereenkomst nr. 49 van de Nationale Arbeidsraad, wordt verlengd voor de periode van 1 januari 2009 tot en met 31 december 2010.
Opmerking De collectieve arbeidsovereenkomst inzake brugpensioen ploegenarbeid van 21 juni 2007 wordt verlengd van 1 januari 2009 tot en met 31 december 2010 en zal in die zin worden aangepast. § 3. Het recht op halftijds brugpensioen vanaf 55 jaar wordt verlengd voor de periode van 1 januari 2009 tot en met 31 december 2010.
Opmerking De collectieve arbeidsovereenkomst van 21 juni 2007 inzake halftijds brugpensioen wordt verlengd van 1 januari 2009 tot en met 31 december 2010 en zal in die zin worden aangepast. § 4. Het recht op brugpensioen vanaf 56 jaar mits 40 jaar loopbaan wordt verlengd voor de periode van 1 januari 2010 tot en met 31 december 2010.
Opmerking De collectieve arbeidsovereenkomst van 4 maart 2008 inzake brugpensioen vanaf 56 jaar wordt verlengd van 1 januari 2010 tot en met 31 december 2010 en zal in die zin worden aangepast. § 5. Voor de duur van het akkoord 2009-2010 worden de aanbevelingen inzake brugpensioen - procedure, zoals voorzien in artikel 19, § 7, van het nationaal akkoord 2009-2010 verlengd : Op vlak van brugpensioen bevelen de partijen in het kader van de arbeidsherverdelende maatregelen op ondernemingsvlak volgende procedure aan : ten laatste 2 maand voor het bereiken van de brugpensioenleeftijd nodigt de werkgever de betrokken arbeider uit tot een onderhoud tijdens de werkuren op de zetel van de onderneming. Bij dit onderhoud kan de arbeider zich laten bijstaan door zijn vakbondsafgevaardigde. Bij dit onderhoud zullen zowel naar timing van het brugpensioen als naar opleiding van de vervanger van de bruggepensioneerde sluitende afspraken gemaakt worden. HOOFDSTUK VII. - Inspraak en overleg
Art. 15.Werknemersvertegenwoordiging Voor de duur van het akkoord 2009-2010 worden de bepalingen inzake de werknemersvertegenwoordiging, voorzien in artikel 20 van het nationaal akkoord 2007-2008, verlengd.
Concreet betekent dit : in de ondernemingen, waar de ondernemingsraad, het comité voor preventie en bescherming op het werk en/of de vakbondsafvaardiging niet moet worden hernieuwd ingevolge een daling van het aantal werknemers, kunnen de werknemersafgevaardigden die niet langer beschermd zijn, pas worden ontslagen, nadat het paritair comité samengeroepen op initiatief van de voorzitter, bijeengekomen is en zich, binnen de 30 dagen na de kennisgeving aan de voorzitter, heeft uitgesproken over het ontslag. Deze procedure is niet geldig in geval van ontslag wegens zwaarwichtige redenen. Niet naleving van de procedure wordt gelijkgesteld met willekeurig ontslag.
Art. 16.Statuut van de vakbondsafvaardiging De werkgeversorganisaties engageren zich ertoe tijdens de duurtijd van dit akkoord de werkgevers te informeren omtrent een mogelijke aanpassing van de procedure voor aanduiding van een vakbondsafvaardiging in ondernemingen met minder dan 50 arbeiders.
Tijdens de sectorale onderhandelingen 2011-2012 kan bovenstaande procedure worden aangepast.
Opmerking De collectieve arbeidsovereenkomst inzake statuut van de vakbondsafgevaardigden van 21 juni 2007 zal vanaf 1 juli 2009 worden aangepast aan de bevoegdheden van de vakbondsafgevaardigden conform de Europese richtlijn, en dit voor onbepaalde duur. HOOFDSTUK VIII. - Sectorale projecten 2009-2010
Art. 17.Paritaire sectorale stuurgroep De sociale partners engageren zich tot de oprichting van een paritaire sectorale stuurgroep omtrent onderstaande thema's : - Onderzoek naar de mogelijkheden om een sectorale hospitalisatieverzekering uit te werken; - Uitwerken van een aantal sectorale hulpmiddelen rond anti-stress en veiligheidsbeleid in de onderneming, ondermeer een campagne gevaarlijke producten. De aanbeveling omtrent antistress- en veiligheidsbeleid in de ondernemingen, zoals opgenomen in artikel 24 van het nationaal akkoord 2007-2008 kan hiervoor als basis dienen; - Realisatie van een onderzoek om de problematiek van stand-by in zijn geheel in kaart te brengen.
Art. 18.Gemengd paritair comité De sociale partners engageren zich om in de looptijd van dit akkoord de nodige stappen te zetten naar een gemengd paritair comité.
Art. 19.Technische aanpassingen § 1. Collectieve arbeidsovereenkomst kort verzuim - In artikel 4, punt 2 (huwelijk van een familielid van de arbeider) slaat het begrip "wonend onder hetzelfde dak" enkel op "gelijk welk ander familielid"; - In artikel 8 (vaderschapsverlof) dient te worden toegevoegd dat de eerste 3 dagen afwezigheid ook in halve dagen kunnen worden opgenomen.
Opmerking De collectieve arbeidsovereenkomst inzake kort verzuim van 21 juni 2007 zal vanaf 1 juli 2009 in die zin worden aangepast, en dit voor onbepaalde duur. § 2. Collectieve arbeidsovereenkomst statuten van het sociaal fonds - Wanneer een oudere werkloze, die een aanvullende vergoeding ontvangt van het fonds voor bestaanszekerheid, het werk hervat, dient deze aanvullende vergoeding te worden doorbetaald; - De aanvullende vergoeding bij tijdelijke werkloosheid dient te worden betaald bij jeugdvakantie en seniorenvakantie.
Opmerking De collectieve arbeidsovereenkomst inzake statuten van het sociaal fonds van 21 juni 2007 zal vanaf 1 juli 2009 in die zin worden aangepast, en dit voor onbepaalde duur. HOOFDSTUK IX. - Sociale vrede en duurtijd akkoord
Art. 20.Sociale vrede Onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst verzekert de sociale vrede in de sector tijdens heel de duur van het akkoord. Bijgevolg zal geen enkele eis van algemene of collectieve aard voorgelegd worden, noch op nationaal, noch op regionaal, noch op vlak van de individuele onderneming.
Art. 21.Duur Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten voor bepaalde duur, gaande van 1 januari 2009 tot en met 31 december 2010, tenzij anders bepaald.
De artikels die van toepassing zijn voor onbepaalde duur kunnen worden opgezegd mits een opzeggingstermijn van drie maanden, betekend per aangetekend schrijven aan de voorzitter van het Paritair Comité voor het garagebedrijf en aan de ondertekenende organisaties.
De artikels die van toepassing zijn op het sociaal fonds voor onbepaalde duur kunnen worden opgezegd mits een opzeggingstermijn van zes maanden, betekend per aangetekend schrijven aan de voorzitter van het Paritair Comité voor het garagebedrijf en aan de ondertekenende organisaties.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 19 april 2010.
De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET
Bijlage aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 mei 2009, gesloten in het Paritair Comité voor het garagebedrijf, betreffende het nationaal akkoord 2009-2010 Premies Vlaams Gewest De ondertekenende partijen verklaren dat de arbeiders ressorterend onder het Paritair Comité voor het garagebedrijf en die inzake domicilie en tewerkstelling voldoen aan de omschrijving van het Vlaamse Gewest gebruik kunnen maken van de aanmoedigingspremies van kracht in het Vlaamse Gewest namelijk : - zorgkrediet; - opleidingskrediet; - ondernemingen in moeilijkheden of herstructureringen.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 19 april 2010.
De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET