gepubliceerd op 18 juni 2010
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 juni 2009, gesloten in het Paritair Comité voor het garagebedrijf, betreffende de sectoraal systeem van ecocheques
19 APRIL 2010. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 juni 2009, gesloten in het Paritair Comité voor het garagebedrijf, betreffende de sectoraal systeem van ecocheques (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het garagebedrijf;
Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 18 juni 2009, gesloten in het Paritair Comité voor het garagebedrijf, betreffende de sectoraal systeem van ecocheques.
Art. 2.De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 19 april 2010.
ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor het garagebedrijf Collectieve arbeidsovereenkomst van 18 juni 2009 Sectoraal systeem van ecocheques (Overeenkomst geregistreerd op 3 augustus 2009 onder het nummer 93289/CO/112) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers, arbeiders en arbeidsters van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor het garagebedrijf.
Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt onder "arbeiders" verstaan : de mannelijke en vrouwelijke werklieden. HOOFDSTUK II. - Algemeen kader
Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten overeenkomstig en in uitvoering van - het interprofessioneel akkoord 2009-2010 van 22 december 2008; - de collectieve arbeidsovereenkomst nummer 98 betreffende de ecocheques gesloten in de Nationale Arbeidsraad op 20 februari 2009; - het advies nummer 1675 betreffende de ecocheques van de Nationale Arbeidsraad van 20 februari 2009; - het koninklijk besluit van 14 april 2009Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 14/04/2009 pub. 20/05/2009 numac 2009201920 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot invoeging van een artikel 19quater in het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders sluiten tot invoeging van een artikel 19quater in het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 november 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders (Belgisch Staatsblad van 20 mei 2009). HOOFDSTUK III. - Toekenning van de ecocheques
Art. 3.Aan elke voltijds tewerkgestelde arbeider worden 3 semestriële schijven van ecocheques betaald, elk ter waarde van 125,00 EUR.
Art. 4.De betaling van deze ecocheques vindt plaats op volgende tijdstippen : - in de loop van de maand december 2009 en ten laatste op 31 december 2009. De referteperiode loopt van 1 juli 2009 tot en met 31 december 2009. - in de loop van de maand juni 2010 en ten laatste op 30 juni 2010. De referteperiode loopt van 1 januari 2010 tot en met 30 juni 2010; - in de loop van de maand december 2010 en ten laatste op 31 december 2010. De referteperiode loopt van 1 juli 2010 tot en met 31 december 2010.
Art. 5.De hoogste nominale waarde van de ecocheque die wordt toegekend, zoals opgenomen in artikel 4 van deze collectieve arbeidsovereenkomst, bedraagt 10,00 EUR per ecocheque.
Art. 6.De ecocheque wordt op naam van de arbeider afgeleverd. Deze voorwaarde wordt geacht te zijn vervuld als de toekenning ervan en de daarop betrekking hebbende gegevens voorkomen op de individuele rekening van de arbeider, overeenkomstig de reglementering betreffende het bijhouden van sociale documenten.
Art. 7.Bovendien dient op de ecocheque duidelijk te worden vermeld dat zijn geldigheid tot 24 maanden beperkt is en dat hij slechts mag aangewend worden voor de aankoop van producten en diensten met een ecologisch karakter, zoals opgenomen in de lijst gevoegd als bijlage bij de collectieve arbeidsovereenkomst nummer 98.
Art. 8.De ecocheques kunnen geheel noch gedeeltelijk voor geld omgeruild worden. HOOFDSTUK IV. - Prestaties en gelijkstellingen
Art. 9.Voor de toekenning van de ecocheques wordt per referteperiode rekening gehouden met de gewerkte dagen van de arbeider die voltijds is tewerkgesteld.
Art. 10.Met gewerkte dagen worden gelijkgesteld alle dagen die zijn opgenomen in artikel 6 van de hierboven vermelde collectieve arbeidsovereenkomst nummer 98.
Bovendien worden ook met gewerkte dagen gelijkgesteld, alle dagen van tijdelijke werkloosheid en dertig dagen ziekte of (arbeidsongeval) bovenop de dagen gedekt door gewaarborgd maandloon.
Art. 11.Uitzendkrachten, tewerkgesteld in een onderneming behorende tot het Paritair Comité voor het garagebedrijf, krijgen op de hierboven vermelde tijdstippen ecocheques uitbetaald ten laste van het uitzendkantoor dat hen tewerkstelt.
Het bedrag van 125 EUR wordt aangepast in functie van het aantal tewerkgestelde dagen, en dit volgens het pro rata principe van in- en uitdiensttreders, zoals opgenomen in artikel 12 van deze collectieve arbeidsovereenkomst. HOOFDSTUK V. - Pro rata toekenning
Art. 12.Er wordt een pro rata uitbetaald in volgende gevallen : - Arbeiders die in de loop van het betrokken semester in de onderneming in dienst of uit dienst treden, hebben recht op een pro rata van de semestriële schijven, a rato van 1/25e per week, met een maximum van 25/25e. Voor de toepassing van deze alinea wordt met "week" bedoeld : elke week waarin minimum één dag wordt gewerkt of gelijkgesteld. - Deeltijdse arbeiders hebben recht op een pro rata in functie van de tewerkstellingsbreuk. De tewerkstellingsbreuk is de verhouding tussen de gemiddelde wekelijkse arbeidsduur van de arbeider en de gemiddelde wekelijkse arbeidsduur van een voltijdse arbeider.
Art. 13.Bij uitdiensttreding dienen de ecocheques, die pro rata worden toegekend, te worden uitbetaald ten laatste op het moment van uitdiensttreding. HOOFDSTUK VI. Alternatieve besteding op ondernemingsniveau
Art. 14.Een alternatieve besteding voor deze ecocheques op ondernemingsvlak is mogelijk op voorwaarde dat het bedrag van 3 x 125 EUR gegarandeerd wordt en mits een akkoord op ondernemingsvlak vóór 30 juni 2009, en dit via een collectieve arbeidsovereenkomst.
Art. 15.Een kopie van deze collectieve arbeidsovereenkomst dient ter informatie te worden overgemaakt aan de voorzitter van het Paritair Comité voor het garagebedrijf, en dit vóór 30 september 2009.
Art. 16.Indien er geen akkoord wordt gesloten op het vlak van de onderneming vóór 30 juni 2009, dient het sectoraal systeem van de ecocheques te worden toegepast.
Art. 17.In de collectieve arbeidsovereenkomst op ondernemingsvlak dienen minstens dezelfde gelijkstellingen te worden voorzien die ook zijn opgenomen binnen het sectoraal systeem van ecocheques, zoals voorzien in artikel 10 van deze collectieve arbeidsovereenkomst.
Art. 18.In de collectieve arbeidsovereenkomst op ondernemingsvlak dient einde 2010 een evaluatie te worden voorzien. Op basis van deze evaluatie moet het mogelijk zijn om vanaf 1 januari 2011 aan te sluiten op de sectorale regeling. HOOFDSTUK VII. - Recurrentie
Art. 19.Elke vorm van invulling van de koopkracht geldt voor onbepaalde duur. De waarde van de koopkracht bedraagt 250 EUR per jaar (inclusief RSZ bijdragen voor werkgever en werknemer) vanaf 2011.
Art. 20.Na de interprofessionele evaluatie van het netto voordeel in uitvoering van het interprofessioneel akkoord 2009-2010 en eventuele beslissingen over de wijzigingen, dient een sectorale evaluatie te worden voorzien om de recurrentie van de premie van 250 EUR in te vullen vanaf 1 januari 2011.
Art. 21.Afhankelijk van deze sectorale evaluatie, dienen ondernemingen die geen collectieve arbeidsovereenkomst hebben afgesloten vóór 30 juni 2009 overeenkomstig de bepalingen van hoofdstuk VI, de mogelijkheid te krijgen om via een collectieve arbeidsovereenkomst op ondernemingsvlak af te wijken van de sectorale regeling die vanaf 1 januari 2011 wordt voorzien tot invulling van de 250 EUR per jaar (inclusief RSZ bijdragen voor werkgever en werknemer). HOOFDSTUK VIII. - Geldigheid
Art. 22.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 juli 2009 en wordt gesloten voor onbepaalde duur.
Zij kan door een van de partijen worden opgezegd mits een opzeg van 6 maanden betekend met een ter post aangetekende brief gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor het garagebedrijf en aan de ondertekenende organisaties.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 19 april 2010.
De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET