gepubliceerd op 07 juli 2010
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 juni 2009, gesloten in het Paritair Comité voor het kappersbedrijf en de schoonheidszorgen, betreffende de verlenging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 juni 2007 betreffende de toekenning van het conventioneel brugpensioen vanaf de leeftijd van 58 jaar
19 APRIL 2010. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 juni 2009, gesloten in het Paritair Comité voor het kappersbedrijf en de schoonheidszorgen, betreffende de verlenging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 juni 2007 betreffende de toekenning van het conventioneel brugpensioen vanaf de leeftijd van 58 jaar (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het kappersbedrijf en de schoonheidszorgen;
Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 29 juni 2009, gesloten in het Paritair Comité voor het kappersbedrijf en de schoonheidszorgen, betreffende de verlenging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 juni 2007 betreffende de toekenning van het conventioneel brugpensioen vanaf de leeftijd van 58 jaar.
Art. 2.De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 19 april 2010.
ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor het kappersbedrijf en de schoonheidszorgen Collectieve arbeidsovereenkomst van 29 juni 2009 Verlenging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 juni 2007 betreffende de toekenning van het conventioneel brugpensioen vanaf de leeftijd van 58 jaar (Overeenkomst geregistreerd op 29 oktober 2009 onder het nummer 95435/CO/314) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en werknemers op de van de ondernemingen die vallen onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor het kappersbedrijf en de schoonheidszorgen.
Onder "werknemers" verstaat men : de arbeiders, arbeidsters en bedienden. HOOFDSTUK II. - Bepalingen
Art. 2.De collectieve arbeidsovereenkomst van 4 juni 2007, koninklijk besluit van 3 oktober 2007, Belgisch Staatsblad van 30 oktober 2007, betreffende de toekenning van het conventioneel brugpensioen op 58 jaar, wordt verlengd voor een duurtijd van twee jaar te rekenen vanaf de datum van de inwerkingtreding van deze collectieve arbeidsovereenkomst.
Art. 3.De in artikel 2 van deze collectieve arbeidsovereenkomst bedoelde regeling van aanvullende vergoeding wordt voorzien voor de werknemers die : 1° de leeftijd van 58 jaar of meer bereikt of zullen bereiken op het ogenblik van de beëindiging van hun arbeidsovereenkomst en uiterlijk op 31 december 2010;2° voldoen aan de ter zake geldende loopbaanvoorwaarden;3° ontslagen worden, behoudens dringende reden zoals bedoeld in de wetgeving betreffende de arbeidsovereenkomsten. De betrokken werknemers zullen desgevallend door de werkgever uitgenodigd worden tot een onderhoud zoals voorzien in artikel 10 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 gesloten in de Nationale Arbeidsraad. Er zal, desgevallend, tot de ontslagprocedure worden overgegaan.
Art. 4.Voor de betrokken arbeiders, gelden dezelfde voorwaarden en procedures als deze bepaald in de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van de Nationale Arbeidsraad.
De aanvullende vergoeding ten laste van de werkgever zal berekend worden zoals bepaald in artikelen 6 en 7 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van de Nationale Arbeidsraad.
Bijgevolg zal deze aanvullende vergoeding gelijk zijn aan 50 pct. van het verschil tussen de werkloosheidsuitkeringen en het netto referteloon van de arbeiders. Voor de berekening van het voornoemd netto referteloon tot bepaling van de hoger vermelde aanvullende vergoeding zal evenwel, vanaf 1 januari 2004, de persoonlijke sociale zekerheidsbijdrage van de arbeiders berekend worden op 100 pct. in plaats van 108 pct. van hun begrensd maandloon.
Art. 5.De in artikel 3 van deze collectieve arbeidsovereenkomst bedoelde aanvullende vergoeding wordt overeenkomstig de bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 gesloten in de Nationale Arbeidsraad toegekend.
Art. 6.De in artikel 3 van deze collectieve arbeidsovereenkomst bedoelde aanvullende vergoeding wordt maandelijks uitbetaald.
Zijn bedrag wordt, overeenkomstig artikel 8 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van de Nationale Arbeidsraad : - gebonden aan de evolutie van het indexcijfer van de consumptieprijzen volgens de modaliteiten die van toepassing zijn inzake werkloosheidsuitkeringen; - herzien overeenkomstig de herwaarderingscoëfficiënt door de Nationale Arbeidsraad jaarlijks vastgelegd, in functie van de evolutie van de regelingslonen.
Art. 7.De aanvullende vergoeding brugpensioen zal doorbetaald worden in geval van werkhervatting conform de wettelijke beschikkingen terzake in het interprofessioneel akkoord 2007-2008. HOOFDSTUK III. - Slotbepalingen
Art. 8.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2009 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2010.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 19 april 2010.
De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET