Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 19 april 2006
gepubliceerd op 15 juni 2006

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 2 februari 2005, gesloten in het Paritair Subcomité voor de beschutte werkplaatsen gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap of door de Vlaamse Gemeenschapscommissie en de sociale werkplaatsen erkend en/of gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap, houdende oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid genaamd "Vlaams Fonds voor bestaanszekerheid voor de ondernemingen voor beschutte tewerkstelling" en vaststelling van zijn statuten

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2006201197
pub.
15/06/2006
prom.
19/04/2006
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

19 APRIL 2006. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 2 februari 2005, gesloten in het Paritair Subcomité voor de beschutte werkplaatsen gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap of door de Vlaamse Gemeenschapscommissie en de sociale werkplaatsen erkend en/of gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap, houdende oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid genaamd "Vlaams Fonds voor bestaanszekerheid voor de ondernemingen voor beschutte tewerkstelling" en vaststelling van zijn statuten (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid, inzonderheid op artikel 2;

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de beschutte werkplaatsen gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap of door de Vlaamse Gemeenschapscommissie en de sociale werkplaatsen erkend en/of gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 2 februari 2005, gesloten in het Paritair Subcomité voor de beschutte werkplaatsen gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap of door de Vlaamse Gemeenschapscommissie en de sociale werkplaatsen erkend en/of gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap, houdende oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid genaamd "Vlaams Fonds voor bestaanszekerheid voor de ondernemingen voor beschutte tewerkstelling" en vaststelling van zijn statuten.

Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 19 april 2006.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 7 januari 1958, Belgisch Staatsblad van 7 februari 1958. Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.

Bijlage Paritair Subcomité voor de beschutte werkplaatsen gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap of door de Vlaamse Gemeenschapscommissie en de sociale werkplaatsen erkend en/of gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap Collectieve arbeidsovereenkomst van 2 februari 2005 Oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid genaamd "Vlaams Fonds voor bestaanszekerheid voor de ondernemingen voor beschutte tewerkstelling" en vaststelling van zijn statuten (Overeenkomst geregistreerd op 1 maart 2005 onder het nummer 74061/CO/327.01) OPRICHTING

Artikel 1.Bij deze collectieve arbeidsovereenkomst en bij toepassing van de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid richt het Paritair Subcomité voor de beschutte werkplaatsen gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap of door de Vlaamse Gemeenschapscommissie en de sociale werkplaatsen erkend en/of gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap een fonds voor bestaanszekerheid op, waarvan de statuten hierna zijn vastgesteld.

Art. 2.Deze overeenkomst is van toepassing op de ondernemingen en werkgevers die erkend zijn door het "Vlaams Fonds voor Sociale Integratie van Personen met een Handicap", en de werknemers, arbeiders en bedienden.

Art. 3.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang vanaf 1 januari 2005 en is voor onbepaalde duur gesloten.

Zij kan door elk van de partijen worden opgezegd voor 1 januari van ieder jaar met uitwerking op 1 juli van het daaropvolgend jaar.

De opzegging dient betekend te worden bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor de beschutte werkplaatsen gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap of door de Vlaamse Gemeenschapscommissie en de sociale werkplaatsen erkend en/of gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap.

De voorzitter laat een kopij van de opzegging aan elk der ondertekenende partijen geworden alsook aan de Minister van Werk. HOOFDSTUK I. - Statuten

Art. 4.Met ingang van 1 januari 2005 wordt een fonds voor bestaanszekerheid opgericht, genaamd "Vlaams Fonds voor bestaanszekerheid voor de ondernemingen voor beschutte tewerkstelling".

De maatschappelijke en administratieve zetel van het fonds is gevestigd te 3300 Tienen, Goossensvest 34.

Deze zetel kan bij unanieme beslissing van de raad van beheer van het fonds, voorzien bij artikel 9, elders overgeplaatst worden.

De raad van beheer betekent zijn beslissing aan de voorzitter van het paritair subcomité en aan de Minister van Werk. HOOFDSTUK II. - Doel

Art. 5.Het fonds opgericht door deze overeenkomst heeft als doel : a. aan de werknemers die ressorteren onder deze collectieve arbeidsovereenkomst voordelen toe te kennen zoals bepaald in artikel 6 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 11 december 1998 gericht op de financiering van het fonds voor bestaanszekerheid met het oog op de organisatie van economische, sociale en technische vorming, de toekenning van een jaarlijkse syndicale toelage en de toekenning van aanvullende vergoedingen en voordelen allerhande, afgesloten in uitvoering van het Vlaams intersectoraal akkoord voor de social profitsector bedoeld om bepaalde anomalieën weg te werken;b. projecten en acties te organiseren ten voordele van de werkgevers en werknemers die ressorteren onder deze collectieve arbeidsovereenkomst;c. de nodige middelen te innen om de doelstellingen voorzien in punt a) en b) te realiseren. HOOFDSTUK III. - Financiering

Art. 6.De financiering van het fonds gebeurt door een bijdrage van de werkgevers.

Elke werkgever die onder het toepassingsgebied van deze collectieve arbeidsovereenkomst valt, dient jaarlijks het hiervoor vanwege het "Vlaams Fonds voor de Sociale Integratie van Personen met een Handicap" ontvangen subsidiebedrag per gesubsidieerde tewerkgestelde werknemer te storten aan het fonds voor bestaanszekerheid. Dit dient te gebeuren binnen de dertig dagen na de ontvangst van de subsidie.

Voor het aantal tewerkgestelden wordt rekening gehouden met de tewerkstelling van de gesubsidieerde werknemers op 30 juni voorafgaand aan het jaar van de betaling.

Art. 7.Anderzijds kan het Paritair Subcomité voor de beschutte werkplaatsen gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap of door de Vlaamse Gemeenschapscommissie en de sociale werkplaatsen erkend en/of gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap, werkgeversbijdragen en/of andere eventuele financiële middelen vastleggen in functie van de noden van de sector.

Het bedrag en de wijze van inning van de bijdrage van de werkgevers worden vastgesteld door een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten in het paritair subcomité, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit.

Art. 8.De bijdragen worden geïnd door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid of door het fonds.

In uitvoering van een collectieve arbeidsovereenkomst, gesloten in het bevoegd paritair subcomité en algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit, kan het fonds de inning van de bijdragen overdragen aan een ander organisme.

In dat geval duidt voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst het organisme aan en bepaalt de voorwaarden en modaliteiten van inning die door het uitvoerend organisme moeten worden nageleefd. HOOFDSTUK IV. - Beheer

Art. 9.Het fonds wordt beheerd door een paritaire raad van beheer samengesteld uit 8 effectieve leden en 8 plaatsvervangende leden.

Deze leden worden aangeduid door en onder de leden van het paritair subcomité, voor de helft op voordracht van de representatieve werkgeversorganisaties en voor de andere helft op voordracht van de representatieve werknemersorganisaties.

Art. 10.De leden van de raad van beheer worden aangesteld voor een periode die wordt vastgelegd door het paritair subcomité.

Het mandaat van lid van de raad van beheer vervalt door ontslagneming of door overlijden of wanneer de duur van het mandaat is verstreken of wanneer de organisatie die het lid heeft voorgedragen om zijn vervanging verzoekt of wanneer de betrokkene geen deel meer uitmaakt van de organisatie die hem voorgedragen heeft.

Het nieuw lid voltooit desgevallend het mandaat van zijn voorganger.De mandaten van de leden van de raad van beheer zijn hernieuwbaar.

Art. 11.De leden van de raad van beheer gaan geen enkele persoonlijke verplichting aan in verband met de verbintenissen aangegaan door het fonds.

Hun verantwoordelijkheid beperkt zich tot de uitvoering van hun mandaat.

Art. 12.De raad van beheer kiest elk jaar een voorzitter en een ondervoorzitter onder zijn leden, beurtelings uit de werknemersafvaardiging en uit de werkgeversafvaardiging.

Het duidt eveneens de persoon aan die met het secretariaat wordt belast.

Art. 13.De raad van beheer beschikt over de meest uitgebreide bevoegdheden voor het beheer en de administratie van het fonds, binnen de limieten gesteld door en/of krachtens de wet van 7 januari 1958 en deze statuten.

Tenzij andersluidende beslissing van de raad van beheer treedt deze laatste in al zijn handelingen op en handelt hij in rechte via de voorzitter en de ondervoorzitter gezamenlijk, elk desgevallend vervangen door een lid van de raad daartoe door de raad aangesteld.

De raad van beheer heeft onder meer als opdrachten : - over te gaan tot de eventuele aanwerving en afdanking van het personeel van het fonds; - controle uit te oefenen en alle nodige maatregelen te treffen voor de uitvoering van deze statuten; - de administratiekosten vast te stellen; - tijdens de maand juni van elk jaar schriftelijk verslag over te maken aan het paritair subcomité over de vervulling van zijn opdrachten.

De raad van beheer neemt het beheer van het fonds waar, overeenkomstig de statuten en treft alle maatregelen die nodig blijken voor de goede werking van het fonds.

Al wat door de statuten of door de wetten niet uitdrukkelijk wordt voorbehouden aan het Paritair Subcomité voor de beschutte werkplaatsen gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap of door de Vlaamse Gemeenschapscommissie en de sociale werkplaatsen erkend en/of gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap, valt onder de bevoegdheid van de raad van beheer.

Hij mag namelijk alle contracten sluiten, alle roerende en onroerende goederen aankopen, ruilen, huren en verhuren, die nodig zijn voor de verwezenlijking van het doel van het fonds; de beheerskosten vaststellen, vergoedingen uitbetalen aan de rechthebbenden, alle leningen op korte en lange termijn aangaan, toestemmen in de hypotheken op de onroerende goederen van het fonds, alsook alle voorrechten, alle private of financiële toelagen en tegemoetkomingen aanvaarden en ontvangen; alle subrogaties en borgstellingen toestaan en aanvaarden; van alle zakelijke of uit verbintenissen voortspruitende rechten afstand doen, evenals van alle zakelijke en persoonlijke waarborgen handlichting geven vóór of na betaling van alle bevoorrechte of hypothecaire inschrijvingen, overschrijvingen, beslagleggingen of andere beletselen; pleiten als eiser of als verweerder voor de rechtbanken; uitvoeren of laten uitvoeren van vonnissen; dadingen treffen en compromissen aangaan.

Deze opsomming geschiedt enkele bij wijze van voorbeeld.

De rechtsvorderingen in hoedanigheid van eiser en verweerder worden ingesteld of verdedigd in naam van het fonds door de raad van beheer, op vervolging en benaarstiging van de voorzitter of van één of meerdere beheerders daartoe aangeduid. De raad van beheer kan bijzondere bevoegdheden aan één of meerdere van zijn leden, of zelfs aan derden opdragen.

De raad van beheer kan het dagelijks bestuur van het fonds toevertrouwen aan derden, waarvan in voorkomend geval, een vergoeding kan worden toegestaan wegens bestuurskosten.

Het mandaat van de leden van de raad van beheer wordt niet vergoed.

Art. 14.De raad van beheer vergadert minstens éénmaal per semester.

De raad vergadert hetzij op uitnodiging van de voorzitter ambtshalve handelend, hetzij op vraag van tenminste de helft van zijn leden hetzij op vraag van een der in zijn schoot vertegenwoordigde organisaties.

De uitnodigingen moeten de dagorde bevatten.

De notulen worden opgemaakt door de secretaris aangewezen door de raad van beheer en ondertekend door degene die de vergadering heeft voorgezeten. Uittreksels uit deze notulen worden door de voorzitter en de ondervoorzitter ondertekend.

Art. 15.De raad van beheer kan slechts geldig vergaderen en beslissen indien minstens de helft, zowel van de leden van de werknemersafvaardiging als van de leden van de werkgeversafvaardiging, aanwezig is.

Art. 16.Behoudens andersluidende bepalingen in het huishoudelijk reglement opgesteld door de raad van beheer, worden zijn beslissingen getroffen bij eenparigheid van stemmen van de aanwezige leden. HOOFDSTUK V. - Controle

Art. 17.Overeenkomstig artikel 12 van de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid duidt het paritair subcomité een accountant aan ter controle van het beheer van het fonds.

Bovendien licht hij de raad van beheer van het fonds regelmatig in over de resultaten van zijn onderzoeken en doet de aanbevelingen die hij nodig acht.

Jaarlijks, en ten laatste op 30 juni brengt hij verslag uit aan het paritair subcomité. HOOFDSTUK VI. - Balans en rekeningen

Art. 18.Elk jaar worden op 31 december de balans en rekeningen van het verlopen dienstjaar afgesloten.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 19 april 2006.

De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN

^