gepubliceerd op 01 juli 1999
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 21 april 1965 tot vaststelling, wat betreft het Ministerie van Nationale Opvoeding en Cultuur, van het bijzonder stelsel bedoeld bij het koninklijk besluit van 21 april 1965 houdende bezoldigingsregeling van het wetenschappelijk personeel van de Staat
19 APRIL 1999. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 21 april 1965 tot vaststelling, wat betreft het Ministerie van Nationale Opvoeding en Cultuur, van het bijzonder stelsel bedoeld bij het koninklijk besluit van 21 april 1965 houdende bezoldigingsregeling van het wetenschappelijk personeel van de Staat
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de artikelen 37 en 107, tweede lid van de Grondwet;
Gelet op het koninklijk besluit van 20 april 1965 betreffende het statuut der wetenschappelijke inrichtingen van de Staat, inzonderheid op artikel 5, derde lid;
Gelet op het koninklijk besluit van 21 april 1965 houdende bezoldigingsregeling van het wetenschappelijk personeel van de Staat, inzonderheid op artikel 23;
Gelet op het koninklijk besluit van 21 april 1965 tot vaststelling, wat betreft het Ministerie van Nationale Opvoeding en Cultuur, van het bijzonder stelsel bedoeld bij het koninklijk besluit van 21 april 1965 houdende bezoldigingsregeling van het wetenschappelijk personeel van de Staat, inzonderheid op artikel 4, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 1 juli 1975, 30 juli 1976, 26 oktober 1990, 20 oktober 1992 en 9 juli 1993, en artikel 7, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 30 juli 1976, 26 oktober 1990, 20 oktober 1992 en 9 juli 1993;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 24 augustus 1998;
Gelet op het akkoord van Onze Minister van Begroting, gegeven op 15 oktober 1998;
Gelet op het protocol nr. 84/3 van 15 januari 1999 van het Sectorcomité I - Algemeen Bestuur;
Op de voordracht van Onze Minister van Ambtenarenzaken en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.De weddeschalen vermeld in artikel 4 van het koninklijk besluit van 21 april 1965 tot vaststelling, wat betreft het Ministerie van Nationale Opvoeding en Cultuur, van het bijzonder stelsel bedoeld bij het koninklijk besluit van 21 april 1965 houdende bezoldigingsregeling van het wetenschappelijk personeel van de Staat, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 1 juli 1975, 30 juli 1976, 26 oktober 1990, 20 oktober 1992 en 9 juli 1993, worden vervangen door de volgende weddeschalen : « 1°) a)911 438 - 1 296 379 3 x 1 x 25 183 8 x 2 x 38 674 b) 1 028 955 - 1 457 056 3 x 1 x 25 183 8 x 2 x 44 069 2°) a) 1 154 865 - 1 627 035 3 x 1 x 25 183 9 x 2 x 44 069 b) 1 189 046 - 1 762 828 11 x 2 x 52 162 c) 1 189 046 - 1 919 314 14 x 2 x 52 162 d) 1 208 831 - 1 964 313 14 x 2 x 53 963 3°) 1 208 831 - 1 964 313 14 x 2 x 53 963 4°) 1 262 793 - 2 018 275 14 x 2 x 53 963 5°) 1 562 577 - 2 156 170 11 x 2 x 53 963 6°) 1 862 362 - 2 455 955 11 x 2 x 53 963 » Art.2. De weddeschalen vermeld in artikel 7 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 30 juli 1976, 26 oktober 1990, 20 oktober 1992 en 9 juli 1993, worden vervangen door de volgende weddeschalen : « 1°) 861 079 - 1 257 703 3 x 1 x 25 183 9 x 2 x 35 675 2°) eerste lid : 1 046 940 - 1 547 903 3 x 1 x 25 183 11 x 2 x 38 674 2°) tweede lid : 1 115 297 - 1 708 890 11 x 1 x 53 963 3°) 1 208 831 - 1 964 313 14 x 1 x 53 963 »
Art. 3.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 juni 1994.
Art. 4.Onze Minister van Wetenschapsbeleid en Onze Minister van Ambtenarenzaken zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 19 april 1999.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Begroting, H. VAN ROMPUY De Minister van Ambtenarenzaken, A. FLAHAUT